Islay's verloren distilleerderijen
Islay is het meest zuidelijke eiland van de binnen Hebriden. Het eiland staat wereldwijd bekend als het whisky-eiland. Ook voor vogelliefhebbers is het eiland een favoriete vakantie- bestemming. Meer dan 100 verschillende vogelsoorten zijn het hele jaar door op het eiland te vinden. De bekendste Ileach (zo heet een bewoner van Islay) is Lord George Robertson, voormalig secretaris generaal van de NATO. Maar, terug naar de whisky. Op het eiland zijn heden ten dagen 8 distilleerderijen actief: Ardbeg, Bowmore, Bruichladdich, Bunnahabhain, Caol Ila, Kilchoman, Lagavulin, Laphroaig en voor het mouten van de gerst Port Ellen Maltings. Het laatste nieuws uit de whiskybranche is dat er plannen zijn om een nieuwe distilleerderij te bouwen. Maar dit zijn niet de enige distilleerderijen uit de rijke whiskygeschiedenis van Islay. In het verleden zijn er meerdere distilleerderijen geweest die Uisge Beathe (levenswater) produceerden.
Hoofdstukken
.
Geschiedenis
Volgens de overlevering zouden Ierse monniken aan het begin van de 14de eeuw de kunst van het distilleren op Islay introduceren. Het eiland was daar uitermate geschikt voor. Er was een overvloed aan vers water in de Lochs en rivieren, turf voor het grijpen en genoeg ‘bere‘ (gerstvariant). Op het hele eiland kon er openlijk gedistilleerd worden. Totdat in 1644 er een whiskybelasting werd ingevoerd. Deze taks dwong de distillateurs om hun product in het geheim te produceren. Ook hiervoor leende het eiland zich goed met zijn afgelegen Glens en verborgen grotten. Toch hadden de distillateurs niet veel te vrezen, de eerste controleur durfde niet eerder op het eiland te komen dan in 1797! De bewoners van Islay werden over het algemeen als een 'zootje barbaren' beschouwd. Dit wordt bevestigd door dominee John McLeish die schrijft:"we hebben op het hele eiland geen enkele controleur. De hoeveelheid whisky die hier geproduceerd wordt is enorm en de gevolgen van het overmatig drinken is overal zichtbaar op het eiland".
De verloren distileerderijen
De afgelopen 200 jaar zijn er diverse distilleerderijen opgestart, gesloten en soms weer heropend. Hier volgt een korte beschrijving van enkele 'verloren' distilleerderijen.
Daill distilleerderij, opgericht in 1814
Dit was waarschijnlijk een distilleerderij bij een boerenbedrijf zoals gewoon was in die tijd. De familie McEachern had een vergunning voor de distilleerderij van 1814 tot 1834. Het distilleren van whisky zou door de familie al ver voor 1814 zijn begonnen. In 1827 had de Daill distilleerderij een productie van bijna 23.000 liter. Waarschijnlijk is de distilleerderij ten onder gegaan aan de gebrekkige transportmiddelen en distributie van het eiland naar het vaste land. Het was zeer moeilijk om regelmatig whisky naar het vaste land te transporteren.
Octomore distilleerderij, opgericht in 1816
Was ook een boerderij/distilleerderijbedrijf op naam van de familie Montgomery. Met een vergunning op naam van George Montgomery. Ze hadden waarschijnlijk maar 1 still(distillatieketel) met een inhoud van 272 liter. Hiermee produceerden zij in 1817-1818 rond de 4.500 liter en dit steeg tot 16.000 liter in 1826-1827. Met de dood van George Montgomery en zijn broer, in 1840, raakte de distilleerderij in verval.
Scarrabus distilleerderij, opgericht in 1817
De Scarrabus distilleerderij is waarschijnlijk de kortst lopende distilleerderij. Het heeft niet meer dan twee jaar bestaan. De vergunning stond op naam van John Darroch & Co. Volgens de vergunning maakte de distilleerderij gebruik van een single-still met een inhoud van 345
Ardmore Distillery / Lagavulin 2, opgericht in 1817
In 1817 gebouwd door Archibald Campbell naast de
Lagavulin distilleerderij. Vanaf 1825 werd de Armore Distillery geleid door John Johnston van de Lagavulin distilleerderij. Deze John Johnston leidde de twee distilleerderijen gelijktijdig en noemde ze Lagavulin 1 en 2. Johnston stierf in 1835 en de distilleerderij kwam in handen van Alexander Graham die de twee distilleerderijen samenvoegde tot het huidige Lagavulin.
Newton distilleerderij, opgericht in 1819
Geopend door vergunninghouder Thomas Pattison. Newton produceerde in 1826/1827 ruim 27.000 liter whisky. Deze distilleerderij heeft tot 1837 constant geproduceerd maar was dat jaar toch genoodzaakt de deuren te sluiten.
Tallant distilleerderij, opgericht in 1821
Gebouwd door de broers Donald en John Johnston vlak bij Bowmore. Het was een kleinschalige distilleerderij en niet erg winstgevend. Dit kon ook komen doordat John nogal een royale Dram(whiskyborrel) schonk aan een ieder die langs kwam.
Port Ellen distilleerderij, opgericht in 1825
In 1825 opgericht door de familie McKay. Van 1831 tot 1834 geleid door John Morrison & Co. Hierna kwam het in 1836 in handen van John Ramsay en later zijn vrouw die de distilleerderij leidde tot 1920. Uiteindelijk kwam het in handen van DCL (de Distilers Company Limited voorganger van het huidige Diageo). De distilleerderij werd van 1929 tot 1967 stil gelegd. Van 1967 tot 1980 was de distilleerderij weer productief, maar werd nogmaals gesloten. Heden ten dage is alleen het maltingproces nog productief en deze produceert het malt voor diverse distilleerderijen op het eiland.
Mulindry distilleerderij, opgericht in 1826
Deze heeft een van de kortste loopbanen. De distilleerderij was actief tot 1831 tot de eigenaar John Sinclair failliet ging. Volgens de lokale inspecteur hield John nogal veel van zijn eigen distillaat.
Lossit distilleerderij, opgericht in 1826
Lossit distilleerderij is daaraan tegen een van de langst lopende kleinschalige distilleerderijen. In 1826 opgestart door Malcolm McNeill tot 1834. Hierna tot 1852 door George Stewart en tot het einde in 1862 door John Stuart.
Lochindaal distillery aka Port Charlotte en Rhinns, opgericht in 1829
De Lochindaal distilleerderij is in het centrum van Port Charlotte gebouwd door de eerste eigenaar Colin Campbell. Deze Colin Campbell is niet langer dan twee jaar eigenaar geweest. De distilleerderij is ook hierna nog vaak van eigenaar gewisseld. De distilleerderij is tot 1921 productief geweest maar toen viel het doek. De gebouwen staan er nog steeds maar worden nu voor andere doeleinden gebruikt. De warehouses achter de distilleerderij op de heuvel worden nu gebruikt door Bruichladdich. De warehouses aan de kust kant zijn o.a. in gebruik als: garage en het Islay Youth Hostel en Field Centre. Bruichladdich brengt vandaag de dag ook een whisky uit onder de naam Port Charlotte.
Hieronder nog een aantal distilleerderijen die een vergunning hadden
Naam | Jaar van oprichting | Aantal jaren productief | Sluiting |
Ardenistiel | 1836 | 52 | 1868 |
Malt Mill | 1908 | 54 | 1962 |
Bridgend | onbekend | onbekend | onbekend |
Killarow | onbekend | onbekend | onbekend |
Ballygrant | 1818 | 3 | 1821 |
Freeport | onbekend | onbekend | 1847 |
Glenavullen | 1827 | 5 | 1832 |
Octovullin | 1816 | 3 | 1819 |
Upper Cragabus | onbekend | onbekend | 1841 |
Torrylin | onbekend | onbekend | onbekend |
Hier onder een lijst van distilleerderijen welke vandaag de dag de rijke whiskygeschiedenis van Islay schrijven
Naam | Jaar van oprichting | Actief | Aantal Stills | Liters per jaar | Bijzonderheden |
Ardbeg | 1815 | Ja | 2 | 1.100.000 | |
Bowmore | 1779 | Ja | 4 | 2.000.000 | |
Bruichladdich | 1881 | Ja | 4 | 1.500.000 | Produceert ook onder de namen "Octomore & Port Charlote" |
Bunnahabhain | 1880 | Ja | 4 | 2.500.000 | |
Caol Ila | 1846 | Ja | 6 | 3.750.000 | |
Kilchoman | 2005 | Ja | 2 | 110.000 | |
Lagavulin | 1816 | Ja | 4 | 2.250.000 | |
Laphroaig | 1815 | Ja | 7 | 2.700.000 | |
Port Ellen | 1825 | Nee | | | Alleen de mouterij is werkzaam. Mout het gerst voor de distilleerderijen op Islay |
Lees verder