Koffie – Keurmerk beter voor boer en natuur
We drinken het graag en we drinken het bijna elke dag, maar aan koffie zit meer dan een lekkere smaak. Het heeft een nasmaak met een zwart randje. De koffie-productie trekt een zware wissel op de natuur in tropische leefgebieden. Voor boer, teelt en natuur zijn er vele bedreigingen en keurmerken trachten dit om te zetten in kansen.
Keurmerk
De koffiemarkt groeit en dat betekent dat het meer vraagt van de koffieproducerende landen en dat het ook steeds meer kan opbrengen. Lang niet altijd profiteren de boeren van de grote vraag en veelal delft de natuur het onderspit. Een keurmerk kan de boer steunen en draagt bij een een betere tropische natuur.
De meeste koffieproducerende landen zijn ontwikkelingslanden. De productie kan er sociale problemen en milieuproblemen veroorzaken. Steeds meer koffieproducenten leveren koffie onder de vlag van een keurmerk, waarmee aandacht voor de boer en natuur gegarandeerd is.
Ontbossing
Koffieteelt die zonder oog voor de omgeving plaatsvindt leidt tot ontbossing, erosie en vervuiling van het water. Overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen zorgen voor bodem- en watervervuiling.
Drie koppen
De Nederlanders drinken gemiddeld per dag drie koppen koffie. Daar zijn per jaar zeven kilo koffie per persoon voor nodig, dat wordt geïmporteerd uit het buitenland. Grote koffieproducerende landen zijn Brazilië, Colombia en Vietnam. Kleinere producrende landen zijn Indonesië, Ivoorkust, Mexico, Guatemala, India, Oeganda en Ethiopië. Ook komt er koffie uit Honduras, Peru, Kenia en Rwanda. Ongeveer driekwart daarvan wordt geproduceerd op kleine familiebedrijven. De laatste kwart komt van grote plantages met loonarbeiders.
Werkgelegenheid
De boeren en arbeiders vinden werk op de plantages, maar de werkomstandigheden zijn lang niet altijd goed. Veelal krijgen ze een lage beloning, is er sprake van kinderarbeid en is seksuele intimidatie van vrouwen geen uitzondering. Het gebruik van pesticiden zonder beschermende kleding voor de arbeiders levert gezondheidsproblemen op. Tegen de koffiebesboorder, een kevertje, worden bijvoorbeeld veel insectenbestrijdingsmiddelen gebruikt.
Intensiveren
Boeren verdienen al jaren weinig aan de koffie, waardoor ze zoeken naar manieren om de teelt te intensiveren. Dat gaat niet zonder kwalijke gevolgen voor het milieu.
Met de uitbreiding van koffieplantages verdwijnen de natuurlijke bossen. Dit vindt vooral plaats in Vietnam, maar ook in Brazilië.
Doodspuiten van vegetatie op de ondergrond, voor het aanleggen van een plantage, wakkert erosie aan. De bodem wordt niet meer door de natuurlijke vegetatie vastgehouden en bij regenval spoelt het van de hellingen.
Monocultuur
Intensieve koffieteelt zorgt ook voor monocultuur. Oorspronkelijk groeien de koffiestruiken in de buurt van bomen en middenin gebieden met gevarieerd leven. Veel verschillende planten en dieren leven oorspronkelijk naast de koffiestruiken. Om de opbrengst te vergroten worden er akkers aangelegd met monocultuur, met alleen maar koffiestruiken. De opbrengst is groter maar het is fnuikend voor de diversiteit van de natuur. Door de monocultuur is ook meer kunstmest nodig en zijn meer bestrijdingsmiddelen nodig. Het evenwicht is verstoord en de teelt moet kunstmatig bemest en beschermd worden. De regio raakt hierdoor vervuild en de natuur verarmt.
Originals
De originals, ongemengde plantagekoffies, worden steeds populairder. De speciale soorten worden gekweekt in kwetsbare gebieden met deels nog ongerepte natuur.
Teelt van de Originals brengt schade toe aan de lokale natuur, zeker als er sprake is van illegale plantages. Deze schadelijke plantages zijn te vinden in Vietnam, Mexico, Nicaragua, Kenia, en Indonesië.
Rivierwater
Bij de verwerking van de koffiebessen in de koffiefabriek, blijft een deel van de bes over: de pulp. Hiervan wordt wel veevoer gemaakt, maar lang niet altijd komt dit restproduct daar terecht. Vaak is het goedkoper om het in de rivier te dumpen, waarna de rottende resten van de bes het rivierwater vervuilen. Sommige landen stellen een verbod in, zoals Costa Rica doet.
Keurmerk
Steeds meer koffies werken met een keurmerk. In tien jaar tijd, tussen 2001 en 2012, steeg koffie met keurmerk van 3 naar 30 procent. Ze staan voor:
- eerlijke handel;
- armoedebestrijding;
- natuurbehoud;
- ontwikkeling;
- schoon milieu;
- transparant zaken doen.
Keurmerken zijn:
- Utz Certified koffie;
- EKO-keurmerk;
- Max Havelaar;
- Rain Forest Alliance keurmerk.
Het grootste keurmerk is
Utz Certified koffie. Het is opgezet door koffieproducenten uit Guatamala en de Nederlandse supermarktketen van Albert Heijn. Meestal bestaan de bonen uit een mengsel van verschillende soorten. Er moet tenminste 90 procent Utz Certified koffie tusssen de bonen zitten om het logo te mogen dragen.
Biologisch
Er bestaat ook biologische koffie met het EKO-keurmerk. Het is te koop in speciaalzaken, supermarkten en natuurvoedingswinkels. Het keurmerk Max Havelaar koffie staat garant dat de koffie afkomstig is van kleinschalige landbouw. EKO en Max Havelaar staan op elf procent van de keurmerkkoffies. Een paar procent van de gecertificeerde koffie draagt het Rain Forest Alliance keurmerk.
Lees verder