Confituur maken van fruit en groenten met een herfsttintje
Wie dacht dat confituur maken een typische zomerse bezigheid was, heeft het mis. Ook in de herfstmaanden kan je heerlijke confituur maken van fruit- en groentesoorten die tijdens de maanden september, oktober en november op hun best zijn en dus extra veel vitaminen bevatten. Perenconfituur, kweeperengelei, kastanjeconfituur, notenconfituur, rabarberconfituur, bramenconfituur, pruimenconfituur, druivenconfituur, vogelkersengelei, mandarijnenconfituur, ja zelfs pompoenenconfituur! Combineer naar hartenlust met vlierbes en rozenbottel of onderling en je hebt heerlijke potjes jam boordevol vitaminen.
Herfstfruit en -groenten
Elk seizoen heeft zijn typische groente- en fruitsoorten. Ook de herfst. Noten, kastanjes, bramen, peren,
kweeperen, rabarber, vogelkersen, vlierbessen, rozenbottels, appels en mandarijnen zijn er in dit seizoen volop. Pompoenen kleuren alles oranje. Volop keuze en volop vitaminen.
Herfstconfituur en herfstgelei maken
Van al deze fruit- en groentesoorten kan je lekkere confituur of gelei maken. Potjes vol vitamines om de winter door te komen. Confituur of gelei maken is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Het basisrecept is altijd hetzelfde, met de ingrediënten kan je naar hartenlust spelen en variëren. Veel heb je niet nodig om confituur te maken: een grote (koperen confituur)pot, een weegschaal, fruit, suiker, soms wat citroensap, water, eventueel extra ingrediënten als kaneel, lavendel of gember, een houten lepel en glazen potten. Het verschil tussen confituur en gelei? Bij confituur heb je stukjes fruit in de potjes en bij gelei heb je een compacte, smeuïge massa zonder stukjes. Is de confituur of de gelei te lopend? Dan kook je hem nog even op met een beetje meer suiker. Is je confituur of je gelei te vast? Dan kook je hem weer op met wat water of citroensap. Zo eenvoudig is dat!
Notenconfituur
Om notenconfituur te maken, heb je nodig: 500 gram gedroogde
okkernoten, 500 gram geleisuiker, een halve liter melk en water. De noten heb je een paar weken laten liggen na het oprapen, zodanig dat ze konden drogen. Wanneer je de confituur gaat bereiden, kraak je de noten en haal je de schil en het tussenschot er helemaal af. Daarna hak je de noten fijn en kook je ze op in water. Hierdoor verdwijnt de bittere smaak. Giet het water af en spoel de noten met koud water. Vul de pot met de halve liter melk en kook de noten hier weer in met de geleisuiker. Kook tot je een homogene brij krijgt. Mix nog eens goed door. Om te kijken of de confituur in orde is, neem je een koffielepel brij en die leg je in de ijskast. Stijft de brij op, dan is de confituur klaar en kan je alles in potjes gieten. Deksel er op en potje ondersteboven zetten. Stijft de brij niet op, dan kook je alles nog eens goed door met wat extra geleisuiker. Op dezelfde manier kan je ook hazelnotenconfituur maken.
Kastanjeconfituur
Bereiding
Voor kastanjeconfituur heb je nodig: anderhalve kilo kastanjes, een vanillestokje en geleisuiker. Maak bovenaan een kruisje in de kastanjes (zie foto introductie) en laat de kastanjes zo'n tien minuten koken. Giet het water weg en pel de kastanjes. Doe de gepelde kastanjes weer in het water en breng het weer aan de kook. Laat zo'n veertig minuten pruttelen. Giet het water weg en weeg de kastanjes af. Doe er evenveel suiker bij als de kastanjes wegen. Per liter suiker voeg je ook 750 ml water toe. Voeg ook het opengesneden vanillestokje toe. Breng aan de kook en laat het 15 minuten pruttelen. Haal het vanillestokje er uit en doe het in potjes.
Frans kastanjeweetje
In het Frans zijn wilde kastanjes "marrons" en tamme kastanjes "châtaignes". En toch spreekt men in alle recepten over "marrons", terwijl men wel degelijk "châtaignes" bedoelt. Zo heb je bijvoorbeeld "crême de marrons" voor op de boterham, gemaakt van tamme kastanjes!
Vogelkersengelei
Soorten vogelkers
Vogelkersen zijn kleine paarse bolletjes die aan bomen hangen. Ze zien er een beetje uit als rode bessen, maar dan paars. Je hebt verschillende soorten vogelkersen. Je hebt de Amerikaanse vogelkers (prunus serotina), ook wel bospest genaamd. Deze naam kreeg de vogelkers omdat hij heel moeilijk uit te roeien is. Hij komt vooral voor in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. In Mexico heet hij Capulin del nahuatl. Bij ons heb je de inheemse vogelkers of de prunus padus. Bladeren en pitten van de vogelkers zijn giftig. Eet je de kersjes rauw, slik de pitten dan zeker niet in. De kersen zelf hebben een anti-astmatische en anti-spastische werking. Ze helpen ook bij indigestie en als kalmeringsmiddel. Wilde kersen smaken een beetje zurig en omdat ze zo klein zijn en er ook nog een pit in zit, heb je er best wel wat nodig om er gelei van te kunnen maken. Inderdaad, je maakt best gelei van het sap omdat er ook niet erg veel vlees aan zit.
Bereiding
Je neemt drie kilo vogelkersen en anderhalve kilo geleisuiker. Je ontdoet de besjes van de takken en de blaadjes. Daarna spoel je ze goed, want in het bos zitten wel wat spinnen en andere beestjes. Daarna kook je de bessen op. Zeef en neem het sap. Er zal ongeveer de helft overblijven van wat je oorspronkelijk had, dus zo'n anderhalve liter sap. Voeg er anderhalve kilo geleisuiker bij en kook het opnieuw op. Giet het onmiddellijk in potten, deksel erop en laat de potten ondersteboven afkoelen.
Heb je niet genoeg vogelkersen? Dan kan je natuurlijk mengen met bramen,
vlierbessen of blauwe bessen. De gelei maak je op dezelfde manier.
Pompoenenconfituur
Een heel eenvoudige confituur die je ook kan maken wanneer je
pompoen te groot is voor de soep of met pompoenblokjes uit de diepvries. Neem een kilo pompoenvlees, 800 gram geleisuiker en het sap van een sinaasappel. Schil de pompoen, ontdoe hem van de pitten en snijd daarna het vruchtvlees in blokjes. Kook op met de geleisuiker en het sap van de sinaasappel gedurende een twintigtal minuten. Hou je van stukjes dan giet je de confituur zo in de gesteriliseerde potten. Heb je de confituur liever smeuïg, dan zet je er eerst de mixer in. Deksel op de potjes en ondersteboven laten afkoelen. Wie liever een pittig smaakje heeft, kan tijdens het koken gemberpoeder of geraspte gember toevoegen. Liever een vollere smaak? Voeg dan wat kaneelpoeder toe. Een zachtere smaak? Gebruik een butternutpompoen, de licht-oranje pompoen met de peervorm.
Mandarijnenconfituur of mandarijnengelei
Voor de confituur van
mandarijnen neem je 1 kilo mandarijnen en 1 kilo geleisuiker. Je mixt de gekookte vruchten met de geleisuiker voor je de confituur in de potjes giet. Je zal altijd stukjes blijven hebben. Voor de mandarijnengelei kook je de vruchten alleen. Daarna zeef je alles en behoud je enkel het sap. Het sap weeg je en je voegt dezelfde hoeveelheid geleisuiker toe. Kook het weer op en doe het dan in de potjes. Je hebt nu een homogene massa zonder stukjes vel. Om dezelfde hoeveelheid te bekomen als voor de mandarijnenconfituur zal je dus meer mandarijnen moeten gebruiken. Eventueel kan je de mandarijnengelei aromatiseren met gedroogde lavendelbloemen. Kook de bloemen met de mandarijnen en zeef het geheel. Weeg het sap en voeg eenzelfde hoeveelheid geleisuiker toe. Kook het weer op en doe het in potjes.