Een Belgische lekkernij, de wafel
De Belgische wafel geniet internationale bekendheid. De wafel die bekend staat als de Belgische wafel is eigenlijk de Brusselse wafel. Een wafel met een lichte structuur, die warm gegeten wordt, meestal bestrooid met poedersuiker. Vroeger werd de wafel meestal gegeten rond Oud en Nieuw en tijdens carnaval.
Geschiedenis wafel
Rond de ijzertijd werden waarschijnlijk de eerste wafels gebakken. Dit waren niet de wafels die we nu kennen, maar dit waren platte koeken die gebakken werden tussen twee hete ijzers boven een open vuur. Het deeg van deze platte koeken werd gemaakt van gestampte graankorrels met melk en honing. Deze koeken werden niet alleen in Nederland en België gemaakt. Ook in Griekenland werden dergelijke wafels gebakken, orbini’s genoemd en in Egypte waar men ze galettes noemde. De wafels in Griekenland werden vaak gevuld met kaas, waardoor de kaaswafel ontstond.
Voor het vervaardigen van de wafels en hosties werden soortgelijke ijzers gebruikt. Dit is de reden dat wafels heel lang werden geassocieerd met offers aan de goden. In de eerste instantie werden de wafels dan ook obliën genoemd, naar het Latijnse woord voor offergift (oblatum).
De ruitjesvorm ontstond rond 1200. Er werden toen door verschillende smederijen ijzeren platen met de honingraatstructuur gemaakt. Hieraan heeft de wafel zijn naam te danken. Wafel (wafla) is een oud-Frans woord voor honingraat.
Vanaf de 19de eeuw ontstonden er wafelovens en andere wafelbaktechnieken, waardoor er steeds meer verschillende wafels met uiteenlopende smaken ontstonden. Het werd traditie dat de bakkers zich rondom de kermis bezig hielden met het bakken van wafels en zo ontstond de wafel als kermislekkernij.
Verschil tussen de Luikse wafel en Brusselse wafel
De Brusselse wafel is traditioneel rechthoekig, en hij heeft 20 “vakjes”, de Luikse wafel heeft ronde hoeken en heeft 24 “vakjes”. Luikse wafels eet je alleen warm en er wordt parelsuiker en kaneel toegevoegd aan het beslag. De Luikse wafel is waarschijnlijk ontstaan rond 1700.
Recept voor de Brusselse wafel
De benodigde ingrediënten zijn:
- 1 zakje bakkersgist van 7 gram
- 700 ml melk, liefst een beetje lauwwarm
- 500 gram bloem
- 3 eieren
- 175 gram gesmolten boter
- 100 gram basterdsuiker
- 1 theelepel zout
- zakje vanillesuiker of twee theelepels vanille-extract
Bereiden:
Los eerst het zakje gist op in het lauwwarme water, voeg daarna eerst de suiker toe en laat dit even staan. Voeg daarna de vanillesuiker en de bloem toe en laat na goed doorroeren opnieuw even rusten. Breek de eieren en scheid het eigeel van het eiwit. Giet de dooiers en gesmolten boter bij het beslag en klop de eiwitten tot een wittige massa die in stijve pieken overeind blijft staan. Schep daarna het eiwit voorzichtig door het beslag. Laat het beslag met een handdoek over de kom nog een uurtje staan voor het beste resultaat.
Zorg ervoor dat het wafelijzer goed op temperatuur is en vet het wafelijzer licht in. Giet met behulp van een pollepel wat beslag op het wafelijzer en laat dit garen. Wanneer het beslag stevig genoeg is en de wafel lichtbruin gekleurd is, is het baksel gaar.
Een Brusselse wafel beleggen
Een Brusselse wafel wordt traditioneel bestrooid met poedersuiker, maar tegenwoordig wordt de wafel vaak gezien als ondergrond voor een zoete maaltijd. De Brusselse wafel wordt dan belegd met allerlei fruitsoorten, waarbij aardbeien en kersen favoriet zijn en naast poedersuiker, wordt er ook slagroom en gesmolten chocolade gebruikt om de wafel aan te kleden.