De middeleeuwse keuken
Over middeleeuwers heerst wel eens de mening dat het geen fijnproevers waren maar wel veeleters. Toch was de adel gewend om vooral wild en gevogelte te eten zoals aalscholvers, kraanvogels, ooievaars, pauwen, reigers en zwanen. Ook laten middeleeuwse schilderijen meestal geen overladen tafels zien waardoor de typering van veeleters maar twijfelachtig is.
Middeleeuwse keuken van adel met eetbaar vogelhuisje
Het zou er bij de adellijke middeleeuwer veel meer om gaan hoe het eten er uit zag. Zo werd wild en gevogelte heel voorzichtig ontveld en nadat ze op een zacht vuurtje gebraden waren werden ze weer van hun oorspronkelijke verenkleed voorzien en opgediend. Vooral in de late middeleeuwen hield de adel van spectaculaire recepten. Zo verscheen ooit een eetbaar vogelhuisje op tafel waar echte vogels uitvlogen bij het aansnijden. Een ander voorbeeld is een kunstwerk van Sint Joris en de draak. Soms was het niet de bedoeling de kunstwerkjes op te eten ook al waren ze gemaakt van bladerdeeg en gebraden gehakt.
Gerechten met verguld laagje
Een ander element om het eten er mooi uit te laten zien was door de kleur die aan de gerechten werd gegeven. Om gerechten geel te kleuren werd saffraan en eigeel gebruikt. Een papje van saffraan en eigeel werd over het gerecht gestreken en daarna voorzichtig verhit totdat het gestolten was. Na enkele herhalingen van die procedure kreeg het gerecht een soort verguld laagje.
Tinverbinding als kleurstof
Geroosterd brood was prima geschikt om iets bruin te kleuren en groene kruiden voor een groene kleur. Voor paars of rood werden vruchten of bloemen gebruikt. Poeder van lapis lazuli was goed voor een blauwe kleur en zelfs tinverbindingen werden gebruikt om gerechten te kleuren. Of al die kleurstoffen wel zo gezond waren kan betwijfeld worden.
Vlees alleen voor bouillon
Vooral in de late middeleeuwen was het gebruikelijk dat in de gerechten van de adel veel Oosterse specerijen werden verwerkt. Die specerijen waren echter zo duur dat de lagere standen zich die niet konden veroorloven. Naast Oosterse specerijen werd in de middeleeuwse keuken ook al peterselie en ui gebruikt. Van vlees van varkens en runderen werd alleen bouillon getrokken voor de soep. De niet adellijken konden zich geen duur wild veroorloven en aten wel slachtvlees wat in de regel zeer langdurig werd gestoofd in potten samen met diverse soorten groenten.
Oven voor gezamenlijk verbruik
Het koken gebeurde in de middeleeuwen meestal op open vuur. Er waren ook wel ovens maar die waren duur en daarom alleen in gebruik waar veel gekookt werd en bij bakkerijen. Soms hadden gemeenschappen een oven voor gezamenlijk gebruik waarin ook brood werd gebakken wat voor iedereen essentieel voedsel was. Ook bestond er een soort draagbare ovens waar voedsel in werd gedaan en die daarna in het vuur werden gegooid.
In middeleeuwen veel maaltijdsoepen en stoofgerechten
Koken gebeurde meestal in eenvoudige stoofpotten waardoor het kookvocht niet verloren ging. De potten waren uitermate geschikt voor houtvuur. Vanwege die kookmanier waren gerechten als maaltijdsoepen en stoofgerechten zeer in trek. Het vetgehalte was in het algemeen wel erg hoog bij degenen die zich vet konden veroorloven. Corpulentie was bij de adel zelfs een teken van welstand en onderscheidde hen van mensen die het minder hadden.
Lees verder