Champagne, Franse godendrank
Champagne heeft altijd tot te verbeelding gesproken en is steeds gegeerd geweest. Deze mousserende wijn kan enkel de naam champagne dragen als hij ook werkelijk in de streek van de Champagne (in het Noorden van Frankrijk zo’n 150km ten noorden van Parijs) waar Reims het historische hart van is, gemaakt is.
Situering
Epernay is het geografische hart van de champagnestreek die in grofweg 4 grote regio’s is onderverdeeld: La Montagne de Reims (Marne, vnl. Pinot Noir) ligt ten zuiden van Reims voornamelijk met krijtgronden rondom. La Vallée de la Marne (het Marnedal, van Château-Thierry tot aan Châlon-sur-Marne). La Côte des Blancs (heuvelrug ten zuiden van Epernay, vnl. Chardonnay). La Côte des Bar (departement Aube bij Troyes). Elke regio heeft zijn eigen identiteit voornamelijk door verschillen in ligging, zonuren, reliëf en bodemgesteldheid en natuurlijk ook door de verschillende druivensoorten die gebruikt worden. De grenzen van het wijnbouwgebied Champagne zijn voornamelijk bepaald op grond van bodemsamenstelling, bodemstructuur en mesoklimaat.
Bodemgesteldhied
De ondergrond wordt gekenmerkt door een, op sommige plaatsen 200 meter dikke, laag kalk en krijt, genaamd craie à belemnites (vertaald: kalk van inktvis). Miljoenen jaren geleden was deze streek (een uitgestrekt, laaggelegen gebied, het zogenaamde Bekken van Parijs) namelijk een grote binnenzee. Met het terugtrekken van het water blijkt aan de oostelijke rand, het huidige wijnbouwgebied, een soms zeer dikke laag van fossielen van inktvisjes, zee-egels, babyoesters en dergelijke te zijn afgezet. Hierover is met de tijd een slechts enkele tientallen centimeter dunne laag aarde gekomen. Het specifieke van deze bodemstructuur, draagt in grote mate bij tot de kwaliteit en het karakter van de champagne. Door deze bodemgesteldheid is een goede afvoer van regenwater gegarandeerd. De kalkbodem blijkt namellijk als een spons te functioneren; ze neemt net voldoende vocht op en laat het overtollige weglopen. Door de zachtheid van de kalksteen, is de wijnstok ook in staat om met zijn wortels diep in de grond te dringen waar hij een rijke verscheidenheid aan mineralen kan opzuigen. Deze bodemgesteldheid is ook belangrijk voor het opnemen van zonnewarmte; door de poreusheid van de steen kan de warmte zeer snel worden opgenomen en wordt deze ’s nachts weer gemakkelijk af ge geven. Dit is geen onbelangrijk gegeven in een streek waar het klimaat op het randje balanceert voor de wijnstok.
Klimaat
Het absolute minimum voor het gedijen van een wijnstok, is een gemiddelde jaartemperatuur van 9,5 graden. In de champagnestreek is de gemiddelde jaartemperatuur maar 10,4° C wat dus wil zeggen dat de wijnstok het vrij moeilijk heeft in dit klimaat om te overleven. Maar dit vrij barre klimaat voor de wijnstok, is van cruciaal belang voor het karakter en de kwaliteit van de druiven en dus de wijn. Doordat de wijngaarden meestal op een helling liggen en dit tussen de 130 meter en 180 meter boven de zeespiegel, worden de wijnstokken beschermd tegen de voorjaarsvorst. Het gebied tussen Reims en Epernay, en ook zuidelijk van deze stad, is bosrijk en dat draagt eveneens in positieve zin bij aan het mesoklimaat. Omdat de bomen als een soort scherm werken tegen de wind, stabileren ze de luchtvochtigheid en temperatuur in dit gebied. De wijnstok is heel gevoelig aan deze kleine klimatologische factoren.
Druivensoorten
Voor Champagne worden slechts 3 druivenrassen toegestaan;
- De Pinot noir zorgt voor de krachtige smaak, ook wel de body genaamd, van de champagne.
- De Pinot Meunier geeft de champagne een frisse toets en een levendig karakter.
- De Chardonnay is verantwoordelijk voor een elegante verfijnde zurige smaak.
Binnen de champagnes heeft men nog verschillende types. Zo is er vb de Blanc de blancs die zijn naam dankt uit het feit dat hij enkel uit witte druiven gemaakt is, maw enkel de chardonnay druif. De extra-brut en brut champagne, zijn champagnes die een laag suikergehalte bevatten ( max 1 tot 1,5% suiker). Demi-sec en tot doux zijn dan weer de zoetere tot heel zoete varianten. Deze benamingen zijn belangrijke informatie op het etiket want ze zeggen op die manier veel over de smaak van de champagne.
Zuurgehalte en aroma’s
De combinatie van deze factoren, het strenge klimaat, vertraagt de groei en de rijping van de druiven met als gevolg een verfijning van de aroma’s en een hoog zuurgehalte van de druiven. De aroma’s geven de champagne zijn goede smaak en zijn belangrijk voor de kwaliteit. Het zuurgehalte van de druiven is verantwoordelijk voor de typische finesse van de champagne. In een warmer klimaat zou de verhouding tussen de zuren en suikers niet dezelfde zijn waardoor ook de champagne een heel andere kwaliteit zou hebben.
Lees verder