Wijnproeven voor beginners
Als je wijn wilt leren proeven kun je een cursus doen. Je leert dan waar je op moet letten, welke druivensoorten er bestaan, wat hun typische eigenschappen zijn en in wat voor soort wijn het resulteert. Je kunt natuurlijk ook (alvast) zelf aan de slag en zo je reuk- en smaakvermogen ontwikkelen. Eerst zelf thuis proeven en daarna eventueel een cursus doen.
Waar moet ik op letten bij het proeven van wijn?
Bij het proeven van wijn kun je letten op de kleur van de wijn, de geur en natuurlijk de smaak.
De kleur van de wijn
Houd het glas tegen een heldere, witte achtergrond. Vasthouden bij het pootje, zodat je hand het glas niet verwarmt. Jonge rode wijn is purper paars. Hoe ouder de wijn hoe meer bruinrood deze verkleurt.
Jonge witte wijn kan een beetje groen zijn. Ook deze verkleurt met de jaren (naar donkergeel, oranje en bruin). Een bruine wijn betekent soms dat hij niet goed meer is (hij is dan te lang bewaard). Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn.
Ongefilterde wijn (ook wel 'sur lie' of 'tiré sur lie' genoemd) is een beetje troebel. 'Sur lie' wil zeggen dat de wijn volgens een specifieke traditionele methode (uit 1977) is gemaakt. Deze wijn blijft nog enkele maanden op de bodem rijpen, nadat hij is uitgegist door alcoholische gisting.
Maak zelf een beschrijving van wat je ziet. Hier wat termen ter inspiratie:
Kleur
Bleek, licht, duidelijk, vol, intens, diep, donker.
Beschrijving van de tint bij witte wijn
groenig, kleurloos, witgoud, vurenhout, donkergeel, oker, oranje, bruinachtig.
Beschrijving van de tint bij rode wijn
purper, violet, mauve, karmijn, robijn, granaat, scharlaken, oranje, bruinrood.
Beschrijving van de helderheid
Fonkelend, helder, transparant, wazig, mat, mistig, melkachtig, korrelig, troebel.
De geur van de wijn
De geur van de wijn wordt ook wel de neus van de wijn genoemd. Het is gebruikelijk om bij het proeven de wijn te walsen. Dit is het maken van een ronddraaiende beweging met het glas. Het is van belang dat het glas voldoende groot is om goed te kunnen walsen. Zo komen geurstoffen vrij. Vervolgens steek je je neus in het glas en ruik je het bouquet. Het bouquet is een term, die gebruikt wordt voor de specifieke geur en smaak van de wijn.
Geur kan worden omschreven als fris, zoet of complex. Verder kun je beschrijven wat je denkt te ruiken. Je kunt het zo gek niet bedenken of de omschrijving van de geur bestaat in officiële wijnkenners kringen. Van ‘natte hond ’tot ‘grasachtig’. Op het internet zijn vele aromawielen beschikbaar. Op zo’n wiel staat een grote hoeveelheid geuren beschreven.
De smaak van de wijn
Om goed te kunnen proeven moet je slurpen. Dus lucht happen, terwijl je de wijn door de gehele mondholte laat gaan. Houd de wijn een paar seconde in de mond, voordat je uitspuugt. Dan proef je vele malen meer. Een bak om in te spugen, wordt een kwispedoor genoemd. Doorslikken van de wijn kan natuurlijk ook. Indien je meerdere wijnen achter elkaar proeft, is het wel aan te raden om de wijn uit te spugen. Drink tussendoor water of eet een stukje brood om de smaak weer te neutraliseren. Ook voor de omschrijving van de smaak kun je een aromawiel gebruiken.
Categorieën
Verder kun je geur en smaak onderverdelen in categorieën:
Primaire aroma’s
Afkomstig van het type druif of de omgeving van herkomst: fruitsmaken, kruidensmaken, aardesmaken, bloemensmaken en specerijensmaken.
Secundaire aroma’s
Afkomstig uit het fermentatieproces, zoals een gistachtige geur of smaak. Dit zal je meer tegen komen bij jonge wijnen, dan bij de oudere gerijpte wijnen.
Tertiaire aroma’s
Het bouquet, ontstaan door het rijpen van de wijn, door het oxidatieproces en / of door het bewaren in houten vaten. Eikenhout geeft een typisch vanille aroma. Andere meer subtiele tertiaire aroma’s zijn een nootachtige geur en smaak en gedroogd fruit aroma’s.
Speciale aandacht
Speciale aandacht bij het beoordelen van de smaak van de wijn kan nog besteed worden aan:
- De afdronk (oftewel of de smaak lang in je mond blijft hangen)
- Het zuurgehalte
- Het alcoholpercentage (hoog in de alcohol geeft een prikkelend en filmend gevoel in de mond)
- Het mondgevoel (van strak tot filmend). Bitterstoffen geven een strak mondgevoel. Filmend betekent dat het speeksel dikker en plakkeriger wordt. Zoete wijnen zijn filmend. Ook alcohol heeft een filmend effect.
- In hoeverre er tannine te proeven is. Tannine geeft een wrange smaak aan de wijn.
Een ander woord voor tannine is looizuur (‘Tannare’ is Latijn voor looien). Het komt voor in schillen, pitjes en steeltjes van de druiven. Vooral in rode wijn zal tannine te proeven zijn. Dit komt, omdat bij rode wijn de schil tijdens het proces wordt mee gegist en bij witte wijn niet. De rode kleur komt ook van deze schillen. Tannine bevordert de houdbaarheid van de wijn, omdat dit het oxidatieproces tegengaat. Tannine kan ook in de wijn terecht komen, wanneer deze gerijpt wordt in een eiken vat.
Een 'barrique' is een internationaal gebruikte term voor een eiken vat van 225 liter. Wijn wordt tegenwoordig lang niet altijd meer in houten vaten opgeslagen. Om de smaak van de wijn dan toch met een houtsmaak te beïnvloeden, worden soms houtsnippers aan de wijn toegevoegd tijdens het rijpen.
Wijnproefformulier
Er zijn vele wijnproefformulieren in omloop (online te downloaden). Hierop wordt meestal eerst de druivensoort en het gebied van herkomst ingevuld. Vervolgens worden de kleur, de geur en de smaak beschreven.