Tips voor de pasta
Pasta is een veel gegeten ingrediënt en is snel klaar. Ondanks dat het vaak wordt gebruikt in de keuken, kan er toch het een en ander misgaan. Hoe maak je een goede pasta?
Pasta koken
Pasta voeg je pas toe aan de pan wanneer het water kookt. Breng dus eerst een pan met water (met een snufje zout), gevuld tot ongeveer de helft zodat je pasta niet droog kookt, aan de kook. Vervolgens voeg je de pasta toe. Je hoeft geen deksel op de pan te doen. Roer er ook regelmatig in om te voorkomen dat de pasta aan de bodem vastplakt.
"Al dente"
Om een "al dente" pasta te krijgen, wat beetgaar betekent (zacht, maar nog wel stevig), moet je je pasta niet te lang koken. Je wilt echter wel dat deze gaar is. Het beste kun je de pasta testen op textuur ongeveer één minuut vóór de tijd die op de verpakking staat aangegeven. Dus als er staat dat je negen minuten moet koken, check je je pasta bij de achtste minuut. Hoe? Door erin te bijten en daarmee na te gaan of de textuur je bevalt. Een andere manier is om de pasta tegen de muur te gooien om te zien of deze blijft plakken (bijv. bij spaghetti). Zorg ervoor dat het water goed kookt voordat je de pasta toevoegt. Dit voorkomt het plakken van de pasta. Zorg ook dat het water blijft koken wanneer de pasta erin zit, maar voorkom dat het water overkookt door het pitje wat lager te zetten. Je hoeft geen olie toe te voegen aan het kokende water. Dit voegt niets toe voor de pasta en is enkel een verspilling van de olie.
Gekookte pasta
Gekookte pasta hoef je niet af te spoelen met stromend water. Dit zorgt er namelijk voor dat het zetmeel weer verdwijnt. Dit zetmeelhoudend water is bovendien lekker om te gebruiken bij de saus (in plaats van opnieuw water te pakken), omdat het de stevigheid van de pasta bevat.
Verse pasta
Bij gebruik van verse pasta weet je dat deze gaar is wanneer de pasta naar boven komt drijven. Gevulde pasta mag wat langer worden gekookt (vaak 30 seconden tot 1 minuut), zodat ook de vulling heet wordt. Voorbeelden van vullingen zijn: spinazie, zalm, krab, kaas en paddenstoel.
Pasta kiezen
Welke pasta je gebruikt, is afhankelijk van de saus die je gebruikt. Kies je voor een dunne, vloeibare saus, dan zijn lange pastasoorten het beste (bijvoorbeeld spaghetti, fettuccine, tagliatelle). Bij meer stevige sauzen kun je denken aan korte pijpjes en schelpjes (bijv. fusilli, penne, conchiglie). Dit is omdat de stevige sauzen in de holtes blijven hangen van deze pasta.
Pasta eten
Pasta is een goede bron van energie (erg populair bij sporters) door de aanwezige koolhydraten en daarnaast erg goedkoop. Met wat groente erbij, een zelfgemaakt sausje (of uit blik) en eventueel wat vlees heb je zo een gezonde en lekkere maaltijd op tafel staan.
In de zomerdag is het erg lekker een koude pasta te maken met bijvoorbeeld zure room of saladedressing, waaraan je dan erwten, stukjes augurk, zilveruitjes en zout en peper toevoegt. Voor een extra bite kun je altijd pijnboompitten toevoegen en pesto doet het meestal ook goed.
Pasta weetjes
- Pasta zou komen uit China, meegebracht naar Italië door Marco Polo.
- Er zouden zo'n 600 soorten pasta bestaan, zoals engelenhaar, spaghetti, spaghettini, linguine, macaroni, maar ook lasagnebladen.
- Pasta kan gekleurd worden met (natuurlijke) kleurstoffen, zodat het een feestelijke uitstraling heeft.
- De beste pasta heeft een nootachtige smaak.
- Pasta komt van het woord "paste" en dit betekent water en meel.