Leuke kersthapjes voor kinderen!
In het onderstaande artikel heb ik enkele leuke kinderrecepten beschreven. Ze zijn zo beschreven dat zo voor kinderen makkelijk te begrijpen zijn. En ze zijn ook nog eens lekker en gezond! Veel plezier samen!
Lekkere tussensdoortjes!
Warme kaasballetjes
Dit moet je er voor hebben:
- 300 gram geraspte kaas
- 10 gram parmezaanse kaas (poeder)
- 45 gram boter
- Een halve theelepel peper
- 75 gram bloem
Verder gebruik je:
- Over
- Mixer
- Bakplaat
- Kom
- Ovenwanten
Zo wordt het lekker:
Doe de boter in de kom. Zorg ervoor dat de boter niet te hard is. Je moet er met je duim gemakkelijk een kuiltje in kunnen drukken. Mix nu de boter, de kaas en de parmezaanse kaas goed door elkaar. Ongeveer 5 minuten mixen. Strooi er nu de peper bij en schepje voor schepje roer je er ook de bloem door. Weer mixen tot je een mooi glad deeg hebt. Verwarm de over op 180 graden. Draai van het deel balletjes zo groot als een gulden en leg ze op de bakplaat. Ze mogen niet tegen elkaar aan liggen! Schuif de bakplaat in het midden van de oven en bak de bolletjes in 10 tot 15 minuten gaar en mooi bruin. Haal ze daarna uit de oven (voorzichtig!) en leg ze op een schaal. Eet ze als ze nog warm zijn.
Kaasstengels
Dit moet je er voor hebben:
- 6 plakjes bladerdeeg
- Ongeveer 200 gram belegen kaas
- 1 ei
- 1 theelepel zout
- Bloem
Verder gebruik je:
- Oven
- Bakplaat
- Deegrol
- Liniaal
- Mesje
- Rasp
- Vork
- Kwastje
- Ovenwanten
Zo wordt het lekker:
Laat het bladerdeeg ontdooien zoals dat op de verpakking staat. Verwarm de over voor op 180 graden. Nu de kaas raspen. Strooi iets bloem op de tafel en leg hier de plakjes bladerdeeg op. Bestrooi een plakje met geraspte kaas (ongeveer 1 eetlepel). Leg er nu een tweede plakje bovenop en bestrooi ook deze. Leg het derde plakje erboven op (niet bestrooien). Zo ga nu ook bij de andere 3 plakjes te werk.
Rol nu met de deegroller de tweestapeltjes uit tot ze weer de dikte hebben van een plakje. Snij met behulp van mes en liniaal range repen van ongeveer anderhalve centimeter breed. Leg de repen op de bakplaat die je wel van te voren hebt afgespoeld met koud water. Je moet wel ruimte tussen de reepjes laten (ongeveer een halve centimeter). Breek het ei in een kopje en klop het met de vork los. Bestrijk alle reepjes met een beetje ei. Vermeng het zout met de overgebleven kaas en strooi het mengsel over de reepjes. Bak ze nu in 10 a 15 minuten goudbruin. Lekker bij een koud glaasje fris.
Gevulde tomaten
Dit heb je nodig:
- 5 kleine tomaten, niet te rijp
- 2 plakjes monchou
- Een bosje bieslook
- Een dikke plak ham
- Zout
- Peper
Verder gebruik je:
- Mesje en schaar
- Theelepel
- Kom
- Garde
- Snijplank
- Lepel
Zo wordt het lekker:
Snij de tomaten in de lengte half door en haal het vruchtvlees eruit met een lepeltjes. Dit hoef je niet te bewaren. Doe de twee pakjes monchou in een kom, maar zorg ervoor dat de monchou niet te koud is, anders is ze te stuk om te verwerken. Was de bieslook en knip ze fijn boven de monchou. Snij de ham in lange repen en daarna in kleine blokjes. Ook de ham in de kom. Nog een half theelepeltje zout en een mespuntje peper en dan alles goed door elkaar roeren. Vul een half tomaatje met het mengsel en versier ze met een takje peterselie.
Italiaans stokbrood
Dit heb je er voor nodig
- 1 Stokbrood
- Boter om te smeren
- 12 plakjes kaas
- 12 plakes salami
- 1 ui
- 1 rode paprika
- 2 vleestomaten
Verder gebruik je:
- Snijplank
- Mes
- Aluminiumfolie
- Overwanten
- Broodmes
Zo wordt het lekker:
Verwarm de oven op 180 graden. Snij de paprika midden door en haal alle zaadjes eruit. Leg de parika met de platte kant op de snijplank en snij hem in dunnen reepjes. Maak de ui schoon en snij hem klein. Was de tomaten en snij ze in mooie dunnen plakken. Snij het stokbrood in de lengte door en besmeer de helft met boter. Neem de onderste helft en leg er 6 plakjes kaas op, de parika, dan plakjes salami en nu weer 6 plakjes kaas. Hierboven op de ui en als laatste de plakjes tomaar. Rol een stukje aluminiumfolie uit, minstens 2 keer zo lang als het stokbroos en leg dit met de glimmende kant naar boven op de tafel. Leg de stokbrood helften op elkaar en wikkel het stokbrood helemaal in het aluminiumfolie. Het moet nu ongeveer 40 minuten in de oven. Daarna er voorzichtig uit halen en op de tafel leggen. Tenslotte het folie eraf snijden en op de snijplank met een scherp mes plakken snijden. Eet het warm.
Een lekker nagerecht!
Zelf gemaakte aardbeien ijsstaaf
Dit moet je er voor hebben:
- 3 bakjes aardbeien
- 250 gram basterd suiker
- Een halve liter slagroom
Verder gebruik je:
- Mesje
- Cakevorm
- Mixer
- Eem kom
- Eem garde
- Vork
- Eem soepbord
Zo wordt het lekker:
Haal het het mesje de groene kroontjes van de aarbeien en was de aardbeien goed. Leg ze in het soepbord en prak ze fijn. Giet de slagroom in de kom en klop stijf met de mixer. Roer er daarna de basterdsuiker en de aardbeien puree door. Beleg nu de bodem van de cakevorm met ongeveer anderhalve centimeter dikke plakken cake. Giet hierover het aardbeien/slangroommengsel. De cakevorm afdekken met aluminiumfolie en in de diepvries zetten. De vorm moet minstens 12 uur in de diepvries blijven! Haal dan het folie eraf en dompel de vorm drie tellen in een bak met heet water. Voorzichtig, want er mag geen water in de vorm lopen! Dan de vorm op een schaal omkeren en de staaf tot slot versieren met verse aardbeien. Natuurlijk kun je er ook met de slagroomspuit ook nog wat slagroom op doen.
Echte kerst lekkernijen!
Kerstkransjes
Dit moet je er voor hebben:
- 250 gram bloem
- 100 gram suiker
- 175 gram boter
- Een halve theeleper bakpoeder
- Een halve citroen
- Een mespuntje zout
- 50 gram grove, witte suiker of geplette suikerklontjes
- 1 ei
- Een kopje geraspte amandelen
Verder gebruik je:
- Kom
- Rasp
- Oven/ovenwanten
- Bakplaat
- Pannekoekenmes
- Uitsteekvorm voor koekjes of een glas
- Deegroller
Zo wordt het lekker:
Doe de bloem, de suiker en het bakpoeder in een kom en roer alles door elkaar. Was de schil van de citroen goed en rasp hem daarna op een fijne rasp. Je hebt alleen de geraspte schil nodig. Verwarm de over voor op 160 graden. Meng de boter en de citroen door de bloem en kneed er een mooi glad deeg van. Strooi een beetje bloem op de tafel en leg de deegbal erop. Strooi ook wat bloem op het deeg. De bloem voorkomt dat het deeg aan de tafel of de deegrol plakt. Rol het deeg uit tot een grote lap, die ongeveer zo dik is als twee guldens op elkaar. Steek nu met de uitsteekborm of met het glas de koekjes uit en leg ze op de met boter ingesmeerde bakplaat. Als je nu bijvoorbeeld met een vingerhoed het midden van de koekjes uitsteekt heb je echte kransjes. Breek het ei in een kommetje en klop het met een vork iets los. Strijk nu over alle koekjes een beetje ei en strooi er dan suiker en amandelen op. Schuif de bakplaat in de oven en zet de eierwekker op 25 minuten. Je moet ze goudbruin bakken. Voorzichtig uit de oven halen en met een pannekoekenmes lossteken. Leg ze op een rooster om af te koelen. Intussen kun je volgende portie bakken!