Vier veelgebruikte en onmisbare inheemse tuinkruiden
Kruiden zijn onmisbaar in de keuken. Het is de meest eenvoudige manier om gerechten te verbeteren, door de smaak, de geur of het uitzicht te verrijken en als kok kan men een persoonlijke toets geven aan een gerecht. Kruiden kan men gemakkelijk zelf kweken en desgewenst drogen in de magnetron/microgolfoven of rauw invriezen. De meest voorkomende kruidensoorten kan men vrij goedkoop aankopen in zowel gedroogde als in verse vorm. Bij een kruid gebruikt men voornamelijk het bladgroen en de stengels in tegenstelling tot bij een specerij. Daar gebruikt men ook de andere plantdelen zoals de bast, de bloemknop, de wortel, de meeldraad, de vrucht en/of het zaad.
Basilicum
De naam is afkomstig van het Oudgriekse woord 'basileus' wat 'koning' betekent. Dit verklaart ook de Nederlandse naam: het koningskruid, hoewel het woord langzaam in onbruik raakt. De soort die in de keuken gangbaar is, heeft de taxonomische naam Ocimum basilicum. Er worden vele geneeskrachtige effecten al dan niet terecht toegeschreven aan de plant, maar tot nu toe is alleen het antistollingseffect wetenschappelijk aangetoond. Het is een vaste plant, maar niet winterhard. Hij wordt 30 tot 45 cm hoog.
Toepassing
Het kruid wordt vaak gebruikt in combinatie met veelgebruikte fruitsoorten zoals tomaat en aardbei maar laat zich door zijn veelzijdigheid ook verwerken bij gehaktschotels allerhande en moeilijkere fruitsoorten die een meer uitgesproken minerale smaak hebben zoals bijvoorbeeld ananas.
Bieslook
De naam is afkomstig van het Oudgriekse woord 'aglis' wat 'bol' betekent, verwijzend naar de bolvormige roze tot lila bloemknoppen die in mei (juni-juli) verschijnen. De gangbare soort in de keuken heeft de taxonomische naam 'Allium schoenophrasum'. Het is een vaste plant die uit Europa afkomstig is. In België en Nederland komt hij nog steeds voor in het wild. De plant overleeft in de winter door tijdens het jaar een grote voedselreserve aan te leggen en te stockeren in de bol. Hierdoor kan de plant eens het voorjaar aanbreekt geweldig snel groeien. In de keuken gebruikt men steeds de frisse, jonge stengels en net zoals de meeste planten houdt hij er van om regelmatig gesnoeid te worden: het houdt de plant jong, fris en levendig. Bieslook noemt men in de volksmond ook wel pijpgras, alhoewel het niet verwant is aan de grassen maar deel uitmaakt van de lookfamilie.
Toepassing
Bieslook wordt in de keuken vooral gebruik in de afwerking, en om extra smaak en kleur te geven: het laat zich graag combineren met aardappels en vissoorten.
Tijm
De naam is afkomstig van het Oudgriekse 'thymos' wat 'kracht' betekent, verwijzend naar de geneeskrachtige eigenschappen
die aan dit plantje worden toegeschreven. Vooral voor de luchtwegen zou dit plantje goed zijn, alhoewel de wetenschappelijke onderbouwing hiervoor slechts beperkt is. We vinden tijm terug in hoestsiropen en in thee. Deze vaste plant kent een veelzijdige geschiedenis: men gebruikte tijmolie om de doden te balsemen bij de Romeinen of verbrandde de blaadjes bij wijze van wierook. Alhoewel de meeste mensen menen dat het een kruid is dat afkomstig is uit het Middellandse Zeegebied, zijn er ook een drietal verwante soorten die in België en Nederland groeien. Bijgevolg spreken we over een inheemse plant en mag hij in deze rubriek vernoemd worden. De soort die we in de keuken het meest zien opduiken is Thymus serpyllum of kleine tijm. Echter is Thymus praecox een eveneens goede keuze, alhoewel men voorzichtiger moet zijn bij het gebruik gezien zijn zeepachtige achtergrondsmaak. Tijm heeft een wat houtachtige structuur en wordt daarom voor het nuttigen verwijderd uit het gerecht.
Toepassing
Het leent zich uitstekend in elk kruidentuiltje en wordt bijgevolg toegevoegd aan soepen, vegetarische gerechten, alle gerechten met wild en vrijwel elke stoofpot.
Dille
De naam is afkomstig van het Oudsaksische woord 'Dilarm' wat 'in slaap wiegen' betekent, verwijzend naar de (vermeende) slaapverwekkende eigenschappen van dit vaste plantje. Net zoals de andere kruiden uit de reeks is het een oud plantje dat reeds gekend was bij de Kelten, de Romeinen, de oude Grieken en de oude Egyptenaren. De komst van de Romeinen heeft de populariteit van het kruid in deze streken nieuw leven ingeblazen. In die delen van de wereld is het vandaag de dag nog steeds ontzettend populair in vrijwel alle gerechten omwille van zijn verfijnde smaak en de aanwezigheid van relatief gezien grote hoeveelheden vitamine C. In Europa en voornamelijk de Scandinavische landen en de Baltische staten is de meestvoorkomende toepassing de verwerking in visgerechten, alhoewel het kruid zich niet laat meekoken met het water. De vitaminen en de typerende smaak gaan dan reddeloos verloren.
Toepassing
Vers versnipperd laat het zich uitstekend combineren met kazen, kip, kalfsvlees en salades allerhande. Dille is een zelfstaand kruid dat nooit gebruikt wordt in combinatie met andere kruiden omdat het zijn fijne smaak dan verliest.