Kokkels, een delicatesse uit Nederland
Aan het strand zie je ze bij duizenden liggen. Lege kokkel schelpen. Alleen denken we er niet vaak aan wat er ooit in heeft gezeten. Het is een delicatesse in Zuid-Europese landen en ongemerkt hebben sommige mensen op vakantie deze schelpdiertjes daar al eens gegeten. In de paëlla. Maar in Nederland zie je ze bijna alleen bij de vis speciaalzaken. Toch komen veel kokkels in Spanje en Italië uit Nederlandse wateren als de Waddenzee en de Oosterschelde.
Wat is een kokkel, waar en hoe leven ze en hoe zien ze er uit?
- een kokkel is een schelpdier in een wit, geelbruin of bruin schelpje
- het schelpje is dik en geribbeld
- ze leven tot een diepte van ongeveer vijftien meter en een aantal centimeter diep in de zandbodem van de zee
- de schelpen kunnen maximaal 6 centimeter groot worden
- kokkels leven zoals veel andere schelpdieren van plankton wat ze uit het water filteren. Dit doet een kokkel met behulp van een soort buisjes die ze uit het zand steken.
- kokkels komen voornamelijk voor in de Waddenzee en deltagebieden als de Oosterschelde
Een vernuftig systeem
Kokkels leven net onder de zee bodem in het zand. De schelpdieren hebben twee buisjes die net boven het zand uitsteken en waar op een slimme manier gebruik van wordt gemaakt. Het voedsel wat in het water zit, wordt door de ene buis naar binnen gezogen. Voor de afvalverwijdering wordt de andere buis gebruikt.
Visserij op kokkels
Ook al worden er weinig kokkels in Nederland zelf gegeten, de visserij op de schelpdieren vindt wel plaats in ons land. Op de Waddenzee, in de Oosterschelde en de Voordelta, voor de Zeeuwse kust. Er zijn 2 vormen van kokkels vissen: handkokkelvisserij en mechanische visserij met schepen.
Handkokkelvissen
Bij deze vorm van visserij wordt een kokkelbeugel met handkracht door de bovenste centimeters van de bodem getrokken. Dit kun je zien als een hark waaraan een net is bevestigd. De visser loopt met de beugel langzaam achteruit en trekt als het ware de bodem een klein beetje los. De kokkels komen op deze manier los uit het zand en in het net terecht.
Gebruik maken van de natuur
Om op deze manier kokkels te vissen moet je gebruik maken van het getij. Dit kan maar een klein poosje. Namelijk alleen in die periode waarin er boven de zandplaat niet teveel, maar ook weer niet te weinig water staat. Minimaal tien centimeter en maximaal een halve meter of iets meer. Zou je dit doen als er geen water stond, dan zit er allemaal zand in de kokkels. Door gebruik te maken van het beetje water boven op de zandplaat, wort het zand al grotendeels weggespoeld.
Als het net vol is wordt het in een klein bootje geleegd of men heeft grote netten in kooi achtige constructies in het water weggezet, die men steeds vult. Later, als er gestopt is met het vissen, worden deze aan boord van het schip gehesen.
Omdat er maar enkele uren gevist wordt, moet dit dus gebeuren op een stuk waar veel kokkels in het zand zitten anders is het niet rendabel.
Zelf handkokkelen
In Normandië en Bretagne zie je vaak dat mensen bij laagwater dit voor eigen gebruik doen. Met harkjes en ander materiaal harken ze een maaltijd bij elkaar. Even kort koken, stukje stokbrood en kruidenboter erbij en smullen maar! Ook in Zeeland zie je soms dat dit gebeurd, maar niet op grote schaal.
Mechanische kokkelvisserij
Om kokkels minder arbeidsintensief te vissen, en in grotere hoeveelheden, ging men dit mechanisch doen. Met grote en brede schepen met weinig diepgang. Deze schepen kunnen met een lage waterstand al boven de platen varen en vissen. Op deze manier kan er efficiënt gebruik gemaakt worden van het getij.
Speciale vismethode
Om vanaf schepen te vissen is een speciale techniek ontwikkeld. Vissen gebeurt met een kokkelkor. Dit is een stalen kooi met een spuitmond, die het zand tussen de kokkels wegspuit. Met behulp van een zuigmond worden de kokkels aan boord gezogen. De kokkels worden op een hoop, los op het platte dek opgeslagen. Omdat dit dek door de grootte van de schepen een groot oppervlak heeft, kunnen er grote hoeveelheden worden opgeslagen.
Verbod op mechanische kokkelvisserij
Deze manier van vissen nam enorm toe vanaf 1970, tot het moment dat de mechanische visserij in de Waddenzee en Oosterschelde aan banden werd gelegd. Dit gebeurde in 2005. Nu is deze vorm van kokkelvisserij alleen nog maar mondjesmaat toegestaan in de Oosterschelde en de Voordelta.
Verwerking en afzetmarkt
Bijna alle mechanisch gevangen kokkels wordt verwerkt tot kokkelconserven. De rest tot diepgevroren kokkels. De belangrijkste afzetmarkt is Spanje, waar tachtig procent van de productie naar toe gaat. Spanjaarden gebruiken de kokkels in de paëlla en tapas. Ook Portugezen en Italianen (spaghetti met kokkels) zijn echte liefhebbers.