Tapijtschelpen: een lekkernij uit zee
Tapijtschelpen zijn minder bekende schelpdieren in Nederland. Net als kokkels, mesheften en andere schelpdieren zijn ze erg geliefd in Zuid-Europa. Kokkels en mesheften komen veel in de Nederlandse wateren voor. Ze worden hier gevist, om vervolgens naar Zuid-Europa te worden geëxporteerd. Bij tapijtschelpen is het net andersom. Deze schelpdieren komen te weinig voor in Nederland om er rendabel op te kunnen vissen. Bij restaurants die tapijtschelpen op de menukaart hebben staan, gaat het dan ook bijna altijd om geïmporteerde schelpen. In Zeeland is men er in geslaagd tapijtschelpen te kweken op het land.
Tapijtschelpen zijn schelpdieren met verschillende namen
Tapijtschelpen behoren tot de familie van de venusschelpen. Deze familie bestaat uit meer dan 500 soorten. Er zijn verschillende soorten tapijtschelpen, die niet altijd makkelijk uit elkaar zijn te houden. Ook worden verschillende namen door elkaar gebruikt. In Nederland, maar ook in Duitsland en Engeland noemt men ze tapijtschelpen. In Italië vongole en palourdes aan de Middellandse Zeekust. Oorspronkelijk komt de schelp uit de Indische- en Stille Oceaan. Men heeft de schelp deze naam gegeven omdat die een speciale structuur heeft, die wel wat wegheeft van een tapijt.
Filipijnse tapijtschelp
In de Nederlandse kustwateren komen diverse soorten tapijtschelpen voor. Oorspronkelijke schelpen zijn de tapijtschelp en de geruite tapijtschelp. Via import in andere Europese landen is ook de Filipijnse tapijtschelp uiteindelijk in de Oosterschelde terecht gekomen. De schelp voelt zich daar thuis en het aantal is dan ook al uitgebreid. Inmiddels wordt de schelp hier ook al gekweekt.
Hoe ziet de tapijtschelp er uit?
- Tapijtschelpen zijn vaak een bonte verzameling van kleuren. Geelwit, beige, bruin, grijs en wit/zwart gestreept.
- ze hebben een ovale vorm en kunnen tot 5 cm groot worden
- kenmerkend voor deze schelp zijn de ribbels die over de schelp lopen. Deze ribbels worden ook groeiringen genoemd.
Hoe leven tapijtschelpen?
De tapijtschelp leeft tot enkele centimeters diep in de zeebodem. Ook als er stenen of grind op de bodem liggen is dit een goede plaats. De schelpen gebruiken de stenen dan om zich, met behulp van zogenaamde bysusdraden, aan vast te hechten. Op deze manier hebben ze meer houvast om stroming en golfslag te weerstaan.
Sifon busjes
Tapijtschelpen voeden zich met organisch materiaal en plankton. Ze doen dit met behulp van sifonnetjes. Dit zijn twee buisjes die net boven het zand uitsteken. Het diertje maakt op een slimme manier gebruik van deze buisjes. Het plankton wat in het water zit wordt door het ene buisje naar binnen gezogen. De andere buis wordt gebruikt om afval te verwijderen.
Waar leven tapijtschelpen?
De Tapijtschelpen leven gewoon in het wild, maar worden ook gekweekt. Landen waar ze al geruime tijd gekweekt worden zijn Italië, de Atlantische kust van Frankrijk, Spanje, Portugal en Ierland. Ook langs de Middellandse Zee kust zijn er kwekerijen. In Nederland worden de schelpen hoofdzakelijk geïmporteerd uit Italië en Frankrijk.
Kweek van tapijtschelpen
Er zijn verschillende kweektechnieken
- Bodemcultuur. De voorkeur voor deze manier van kweken gaat uit naar een gebied dat beschut is tegen extreme windomstandigheden en golfslag. Een nadeel is dat men te maken kan krijgen met natuurlijke vijanden als zeesterren en krabben.
- Vijvercultuur. Dit gebeurt ook in combinatie met kweek van andere soorten schelpdieren en soms ook zilte groenten. Gaat dan om gesloten systemen. Regelmatig schoonmaken van de vijvers is hier een belangrijk aandachtspunt.
Tapijtschelpen in Nederland
Tapijtschelpen komen van nature voor in de Nederlandse wateren. Alleen is er sprake van zeer kleine hoeveelheden, waardoor het vissen op deze soort schelpen niet rendabel gemaakt kan worden. Omdat het wel een product betreft met commerciële waarde, heeft men bekeken wat er wel mogelijk was om deze schelpdieren te gaan kweken in eigen land.
Kweken van tapijtschelpen in Zeeland
Tijdens een proefproject van 2009 tot 2013 is men er in geslaagd om tapijtschelpen in een broedhuis te laten voortplanten en vervolgens op het land in kweekvijvers op te kweken. Na het kweken in Colijnsplaat en Yerseke was er een beperkte hoeveelheid tapijtschelpen beschikbaar. Deze schelpen zijn onder de naam "Zeeuwse tapijtschelpen" aangeboden aan gerenommeerde restaurants in de provincie. De reacties van de klanten na het eten van de schelpdieren waren zeer positief. Dit initiatief krijgt zeker een vervolg, mits kostendekkend gekweekt kan worden,