Mosselen: alles over de visserij op mosselzaad
Om verzekerd te zijn van een voorraad consumptiemosselen zijn mosselkwekers afhankelijk van hun grondstof: het mosselzaad. Dit zijn “mini’-mosseltjes die enkele jaren nodig hebben om te groeien tot consumptie geschikte mosselen. Dit mosselzaad komt gewoon uit de zee. Eerst gaan de kwekers dit zaad zoeken. Vervolgens dient men een vergunning in om te mogen vissen. Na verkregen toestemming mag een gedeelte, volgens een verdeelsleutel, worden opgevist.
Inhoud
Mosselzaad: grondstof voor de mosselkwekers
In het voorjaar laten mosselen hun zaadcellen los in het water. De mannelijke en vrouwelijke cellen vinden elkaar en na verloop van tijd vormt zich een schelpje rond de larve. Door zijn eigen gewicht zakt het schelpje naar de bodem. Dit mosselzaad mag worden opgevist in het voor- en najaar. Gedurende een lange periode hadden de vissers hun grondstof alleen van de zaadvisserij, maar tegenwoordig wordt dit ook verkregen via zogenaamde mosselzaad invang installaties.
Onderzoek naar de hoeveelheid beschikbaar mosselzaad
Mosselzaadvisserij vindt hoofdzakelijk plaats in de Waddenzee. Soms in de Oosterschelde of op de Noordzee. Waar en hoeveel er mag worden gevist, is afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid. Deze voorraad wordt vooraf uitgebreid geïnventariseerd door vissers, biologen en het ministerie van LEI. Dit gebeurt door met schepen het gebied af te zoeken. Door middel van slepen met een net (kor) ziet men waar er zich mosselzaad bevindt. Dit wordt in kaart gebracht. Na het inventariseren wordt er een plan opgesteld omdat de vissers ook rekening moeten houden met het natuurbelang.
Vergunning aanvragen en verdeling mosselzaadvisserij
Vervolgens wordt er een vergunning aangevraagd om te mogen vissen.
Deze aanvraag wordt door het ministerie van LEI beoordeeld. Als er voldoende zaad is dan kan er een zaadvisserij plaats vinden. Is er sprake van onvoldoende zaad dan is er geen zaadvisserij! Vervolgens vindt er een verdeling plaats. Een gedeelte is bestemd voor de vogels in de natuur en een ander gedeelte is voor de vissers. Elke week wordt de voortgang van de zaadvisserij besproken en indien nodig, wordt het oorspronkelijke plan aangepast.
Mosselpercelen
Mosselpercelen worden door de kwekers gehuurd van de overheid. Een perceel is een gebied in zee wat wordt afgebakend door bakens. Dit zijn dunne, rechte bomen, die handmatig in zee worden geplaatst. Elk perceel is genoemd naar het gebied waar het zich bevindt en heeft een nummer. Om de eigen percelen makkelijk te kunnen herkennen heeft iedere mosselkweker z’n eigen attributen in de top van een baken gehangen. Ook hebben alle percelen geografische coördinaten. De coördinaten staan in de elektronische zeekaarten aan boord van de kotters.
Tussen deze bakens mag men mosselzaad lossen (zaaien) en later weer opvissen. Het gevangen mosselzaad wordt op speciale percelen gelost. Er wordt rekening gehouden met factoren als zo weinig mogelijk stroming en golfslag, voldoende voedselaanbod en voldoende ruimte voor het zaad om te groeien.
Opgroeistadia mosselen
Het traject van zaadje, via halfwas naar consumptiemossel duurt ongeveer twee jaar. Als het mosselzaad is gegroeid tot 40-45 mm krijgt het de naam 'halfwas'. Deze halfwasmosselen worden vervolgens verplaatst naar meer beschutte percelen. Hier hebben ze de ruimte om verder te kunnen groeien. Zijn ze gegroeid tot ongeveer 60 mm, dan noemt men dit: "consumptiemosselen". Nu kunnen ze worden opgevist in deze periode en verkocht aan de mosselhandel.
Waddenzee en Oosterschelde
Tot ongeveer 1950 kwam de hele Nederlandse mosselproductie uit de Zeeuwse wateren. Na en besmetting van Zeeuwse mosselen met een parasiet, heeft men een groot deel van de mosselteelt verplaatst naar de westelijke Waddenzee. De Oosterschelde voldoet aan de criteria van minder golfslag en stroming. Door de sterke invloed van eb en vloed is er op de Waddenzee een hoger aanbod van voedsel. Hierdoor is dit gebied voor de mosselen ook het meest geschikt voor het kweken. De Waddenzee beschikt dan ook over de meeste mosselpercelen.
Van de Waddenzee naar de Oosterschelde en weer terug
Soms wordt mosselzaad wat op de Waddenzee gevist is toch naar de Oosterschelde gebracht. In dat geval kiest men dan voor de betere beschutting voor winterstormen daar. Na de winter kan men dan ook de keuze maken het mosselzaad weer terug van de Oosterschelde naar de Waddenzee te brengen om daar op te kunnen groeien tot consumptiemossel.