Wat is het verschil tussen kruiden en specerijen?
Er bestaan veel overeenkomsten tussen kruiden en specerijen. Deze twee termen zijn echter verschillend van elkaar. Kruiden zijn meestal groen van kleur en bevatten meestal nog vocht in hun bladeren. Specerijen worden echter geheel droog bewaard en kunnen hierdoor langer houdbaar blijven. Tevens zijn specerijen over het algemeen pittiger van smaak dan kruiden. Ze werden vroeger door middel van schepen over lange afstanden vervoerd.
Het verschil tussen kruiden en specerijen
De overeenkomsten tussen kruiden en specerijen
Kruiden en specerijen hebben allebei een plantaardige oorsprong. Ze worden allebei tijdens de bereiding van gerechten gebruikt. Dit geeft het gerecht een bepaalde geur en smaak. Bij de juiste verhoudingen kan dit de smaakbeleving positief beïnvloeden. Ze kunnen tijdens het bereiden gemengd worden met het voedsel zodat de smaak in het voedsel trekt. Hiernaast kunnen kruiden en specerijen aan het einde toegevoegd worden. De beste bereidingswijze kan overigens per ingrediënt verschillen. In restaurants komt het regelmatig voor dat je de mogelijkheid hebt om naar eigen wens deze verschillende smaakelementen toe te voegen. Hierbij moet echter opgelet worden dat het niet de smaak van het oorspronkelijke gerecht overheerst. Dit kan namelijk een negatief gevolg hebben op de smaakbelevenis. Er is echter een groot verschil tussen kruiden en specerijen. Specerijen komen namelijk oorspronkelijk uit het verre Oosten, terwijl kruiden vooral lokaal verbouwd worden.
Geschiedenis van specerijen
De eerste specerijen in Nederland werden door middel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) vervoerd. Dit was het eerste handelsbedrijf met een veel internationale betrekkingen. De specerijen die in het buitenland bekend waren, stonden bovenaan de lijst van goederen die vervoerd werden. Deze specerijen werden helemaal vanuit Azië naar Nederland geëxporteerd. Hierdoor duurde het soms maanden voordat een vracht aankwam. Voor de lokale kruiden en specerijen uit het verre Oosten werden er allerlei benamingen verzonnen om de verschillende producten te kunnen onderscheiden.
Enkele benamingen van kruiden en specerijen
Er bestaan talloze voorbeelden van kruiden en specerijen. Vaak zijn ze zelfs onmisbaar voor het maken van een bepaald gerecht. Enkele voorbeelden van kruiden zijn onder andere:
- Basilicum
- Kervel
- Oregano
- Rozemarijn
- Salie
- Tijm
Enkele specerijen die vaak in gerechten terug te vinden zijn staan bekend als:
- Foelie
- Kaneel
- Kruidnagel
- Peper
- Gemberwortel
- Maanzaad
Wat zijn de verschillen?
De meeste kruiden komen uit landen vandaan waar er een gematigd klimaat heerst. Deze planten kunnen namelijk niet tegen extreme temperaturen. Kruiden bestaan uit stengels of bladeren van planten met een groene kleur. Specerijen komen echter uit landen met een warm klimaat. Hiernaast kunnen specerijen ook uit wortels, peulen of zaden bestaan. Meeldraden en bloemknoppen kunnen eveneens een specerij zijn. Hierdoor zien specerijen er soms geheel verschillend uit. Over het algemeen wordt de smaak als pittiger ervaren. Specerijen zijn altijd een onderdeel geweest van een tropische plant en zijn meestal niet groen van kleur. Dit heeft te maken met de hoeveelheid vocht die zich nog in de plant bevindt.
Gedroogd kruid
Wanneer een kruid gedroogd is spreekt men vaak over een specerijen. Echte kruiden kunnen echter niet gedroogd worden omdat hierdoor de smaak verloren gaat. Gedroogde specerijen zijn langer houdbaar en kunnen hierdoor eenvoudig over lange afstanden vervoerd worden. Dit heeft te maken met de plantensoort. Er bestaan namelijk hout- en kruidachtige planten.
Hout- en kruidachtige planten
Een specerij kan afkomstig zijn van een houtachtige plant. Bij deze planten verhouten de stam en stengels. Hierdoor zijn ze een stuk sterker dan kruidachtige planten. Omdat ze een stuk sterker zijn hebben ze minder moeite om de winter te kunnen overleven. De meeste kruidachtige planten overleven de winter slechts ondergronds. Pas tijdens het voorjaar beginnen deze soorten weer bovengronds te groeien. Beide plantensoorten hebben zogenaamde "vaten" die zorgen voor het transport van water en koolhydraten.
Kruidachtige planten behouden hun vocht
Bij kruidachtige planten verhouten deze vaten niet. In plaats hiervan krijgen zij de stevigheid vanwege de grote hoeveelheid water die zich in de plant bevindt. Ze hebben namelijk het vermogen om het water in hun cellen te behouden. Wanneer er een watertekort dreigt, kunnen de stengels slap gaan hangen en is de kruidachtige plant extra vatbaar voor ziektes.