De bijdrage van bier aan de ontwikkeling van de mensheid
Hoewel bier niet altijd op een even positieve manier de aandacht opeist, heeft bier in de geschiedenis van de mensheid wel degelijk een belangrijke rol gespeeld. Zonder de bijdrage van bier zou de mensheid het huidige ontwikkelingsniveau niet bereikt hebben.
Eerste bier ooit
Waar de mensheid het grootste deel van haar bestaan leefde als jager/verzamelaars, zorgde de ontwikkeling van de agricultuur uiteindelijk voor onze moderne sedimentaire manier van leven en de sterke bevolkingsgroei die sindsdien heeft plaatsgevonden. Hoewel men altijd gedacht heeft dat de ontwikkeling van de agricultuur begon uit de noodzaak voor voeding, zijn er ook enkele bewijzen gevonden voor een sterke rol van bier in deze ontwikkeling. Zo stelt men tegenwoordig dat bier zo'n 10.000 bc ontwikkeld is in Mesopotamië door een toevalligheid waarbij water (regen) en wilde gist bij een karaf gerst zijn gekomen welke waarschijnlijk een paar dagen later weer gevonden werd. Hierdoor zou er suiker ontstaan kunnen zijn, welke omgezet werd in alcohol. De inschatting van de rol die bier bij de ontwikkeling van landbouw heeft gespeeld loopt van marginaal tot essentieel; een veilige inschatting is dat bier de ontwikkelingen in de landbouw in ieder geval versneld heeft. Eén onderzoeker stelt een residu gevonden te hebben uit een oude karaf dat afkomstig is van bier, zo'n 3000 jaar voor het eerste brood werd gemaakt. Dat zou zelfs kunnen wijzen op een ontwikkeling van agricultuur juist vanwege bier.
Latere ontwikkelingen die als gevolg van de landbouw plaatsvonden, zijn bijvoorbeeld de ontwikkeling van wiskunde (akkereigendom vaststellen), schrift, boekhouding, enz. Bier speelde hierin een essentiële rol, zeker gezien de hoeveelheid woorden voor bier die in de oude talen aanwezig waren en het aantal malen dat bier terugkomt in de oude boekhoudkundige tabletten.
Bier in Egypte
In de oude civilisaties moet men bier ook een andere rol toekennen dan tegenwoordig; het oude bier was armer aan alcohol, met zo'n 3%, en werd door iedereen gedronken. In het oude Egypte bijvoorbeeld werd het ook door kinderen gedronken en had het als beschermheer de god Re, die behalve de maker van het leven ook de maker van bier was. Het was naast een gewone drank ook een betaalmiddel; aan de hand van oude bronnen heeft men kunnen herleiden dat bij het werk aan de piramide van Gizeh werkers in bier betaald kregen; iedere arbeider kreeg rond de drie à vier liter bier per dag betaald in een vorm van tegoedbonnen. Bier werd dan ook gezien als een van de hoofdvoedingsbronnen; het was rijk aan vitaminen en voedingsstoffen en werd zelfs gebruikt om ziekten te genezen.
Bier in gezondheid en gezondheidszorg
Egyptisch bier was indertijd rijk aan het zogenaamde tetracycline (deze stof werd in botten gevonden zo'n 3000 jaar geleden en kon worden herleid tot het recept van Egyptisch bier). Dit tetracycline staat tegenwoordig bekend als een antibiotica en werd in 1955 pas voor het eerst gepatenteerd na een onderzoek van Lloyd Conover, in dienst van Pfizer.
In de middeleeuwen speelde bier ook een grote rol in de gezondheid van de mensheid. Het water dat men kon vinden in de middeleeuwen was sterk vervuild door de riolen en het afvalwater dat direct op de rivieren uitkwam. Men moet zich dan ook voorstellen dat er indertijd al chemicaliën gebruik werden bij beroepen zoals leerlooien. Bacteriën zoals de E. Coli bacterie waren alom vertegenwoordigd in het water, wat ervoor zorgde dat het drinken van dit water tot ernstige ziektes kon leiden. Om dit tegen te gaan werd er bier gebrouwen; men wist immers wel dat bier gezonder was dan het water, alleen de achterliggende redenen waren niet bekend. Tegenwoordig weet men dat het koken, wat men deed om het bier meer smaak te geven, zorgde voor het doden van de bacteriën.
Bier in de middeleeuwen
Het bier in de middeleeuwen werd met name gebrouwen door kerkelijke instellingen, zoals kloosters. Hier werd het bier met lage alcoholpercentages gebrouwen voor het volk en de lagere kerkelijken en een bier met hogere alcoholpercentages voor de hogere standen. Rond het jaar 1600 dronk men zo'n 300 liter bier per persoon, waarbij men tegenwoordig aan 60 tot 80 liter per persoon moet denken voor de meeste Europese landen. Langzaam ontwikkelden zich echter vele brouwerijen los van de kerk; deze zorgden voor een impuls aan de handel en het bankwezen, als de ondernemers die ze waren.
Bier bij ontdekkingsreizen en zeevaart
Ook de oude ontdekkingsreizen en zeereizen uit de middeleeuwen en vooral vlak daarna werden mogelijk gemaakt door bier; hop zorgde ervoor dat bier lang goed bleef, waardoor bijvoorbeeld de Nederlanders rond 1600 bier meenamen op hun tochten naar Azië, voor het geval er geen vers water te vinden was.
Bier en Pasteur
Toch was er later iemand die zich afvroeg hoe het kwam dat bier kon bederven; Pasteur. Hij kwam erachter dat er leven zat in bier, wat ervoor zorgde dat het bier ziek werd. Zijn ontdekking, het pasteuriseren, werd dan ook het eerste toegepast op bier; niet zoals algemeen gedacht wordt op melk. Latere gevolgen van deze ontwikkeling zijn te danken aan het besef dat de bacteriën die het bier ziek maakten ook konden zorgen dat mensen ziek werden. Het handen wassen na operaties werd toen voor artsen pas standaard.
Bier en de uitvinding van koelsystemen
De eerste commerciële koelkasten werden ook ontwikkeld voor bier. Ondergistend bier werd in de 19e eeuw populair, maar moest koud gebrouwen worden. Het gevolg hiervan was dat er natuurlijk ijs getransporteerd moest worden naar brouwerijen en dat men alleen in de winter kon brouwen. Door investeringen in onderzoek naar koudetechnologie kon uiteindelijk de eerste commerciële koelkast op de markt gebracht worden door Carl von Linden in 1881; ontwikkeld voor en verkocht aan brouwerijen. Deze Carl von Linden zou overigens een van de oprichters van het bekende AG concern worden.