Bezinksel in wijn, volkomen natuurlijk

Als bezinksel wordt in wijnterminologie de drab genoemd die bij langdurige opslag in een fles wijn neerslaat. Dit bezinksel moet van de wijn worden gescheiden door die te decanteren alvorens te drinken. Bezinksel in rode wijn bestaat voornamelijk uit kleurstoffen en tannines die de wijn na langdurige opslag in een vaste vorm afzet. Dat een wijn bezinksel afzet, betekent niet dat die slecht is, integendeel. Omdat bezinksel wezenlijk bijdraagt ​​aan het aroma van de wijn, wordt dit tegenwoordig volledig aanvaard als smaakdrager. Het wordt als positief beschouwd, een soort van kwaliteitslabel dus. Zodra een wijn bezinksel bezit, heeft die daarmee meestal ook een rijpheid bereikt die de wijn tot drinken geschikt maakt.

Waaruit bestaat bezinksel in wijn?

Tijdens hun ontwikkeling zetten rode wijnen vaak bezinksel af. Dit is een volkomen natuurlijk verschijnsel: de wijn ontdoet zich van de vaste stoffen die erin zijn opgelost. Dat de wijn bezinksel afzet, betekent dus niet dat hij slecht is. Integendeel, het bewijst dat de wijn niet met bepaalde kunstgrepen is behandeld, maar zijn natuurlijke ontwikkeling heeft kunnen volgen. Alleen wijnen van zeer hoge kwaliteit vormen een sediment. Tijdens het ouder worden van de fles polymeriseren de tannines in de wijn. Daardoor worden ze aangenaam van smaak en ronden ze de aroma's van de wijn harmonieus af. Bezinksel treft men dus alleen aan in wijnen die al een langere bewaarperiode achter zich hebben. Bovendien zijn het wijnen die geperst zijn van tannine-rijke druivensoorten. In de regel zet bezinksel (ook wel depot genoemd) zich af in het zevende jaar van rijping van de fles.

Als wijn onvoldoende heeft kunnen rijpen

Als u na een te korte opslagtijd een wijn zou openen en drinken, brengt dat in de mond een droog, leerachtig gevoel teweeg. Dit onaangename, samentrekkende gevoel wordt teweeggebracht door de tannines. Dit onaangename verschijnsel heeft men niet wanneer de wijn volgens zijn vereisten is opgeslagen. Het sediment geeft dan aan, dat de wijn klaar is om te drinken. Het bezinksel moet daarom worden begrepen als een eigenschap van kwaliteit.

Waaruit bestaat bezinksel?

Bezinksel of droesem bestaat meestal uit samengekleefde rode kleurstoffen en tannines (looistoffen) en komt het vaakst voor in rode wijn. Door voorzichtig te schenken, hoeft u de wijn niet over te schenken. Het laatste beetje is dan wel niet drinkbaar. Maar om een "schone wijn" te schenken als u dit bezinksel absoluut niet in uw glas wilt hebben, moet u deze "decanteren", overschenken dus.

Decanteren van wijn met bezinksel

Ook al zou u zich eigenlijk over de afzetting van bezinksel moeten verheugen, u wilt de vaste bestanddelen natuurlijk niet in het glas hebben. Om die reden wordt wijn gedecanteerd. Daarmee wordt het overschenken van de wijn bedoeld. U moet er echter rekening mee houden dat u te maken hebt met een zeer oude wijn. Die loopt gevaar te oxideren. Contact met zuurstof moet dus zoveel mogelijk worden vermeden. Een behoedzame aanpak is aan te bevelen. Misschien is zelfs gebruik van een decanteermachine aan te raden.

Stappenplan

Maar voor degenen die het zonder die machine moeten doen, onderstaand een stappenplan:

• zet de fles allereerst minstens vierentwintig uur van tevoren rechtop, zodat het bezinksel voldoende tijd heeft gehad om naar de bodem te zakken;
• voor decanteren is een vaste hand nodig: stel u op vóór het licht van een kaars of een andere lichtbron;
• neem in uw ene hand een karaf, met lauw water omgespoeld, in de andere de fles;
• ga nu voorzichtig overschenken, waarbij het kaarslicht door de flessenhals schijnt;
• zodra u in het tegenlicht ziet dat het bezinksel meekomt, houdt u op met overschenken.

Zo krijgt u een heldere wijn in de karaf. In de praktijk worden alleen rode wijnen gedecanteerd. Dat wil echter niet zeggen dat witte wijnen geen bezinksel kunnen bevatten.

Wijnsteenzuur in witte wijn en sherry

In witte wijn en sherry (wat in principe ook een witte wijn is) vindt u soms glinsterende witte kristalletjes waarvan de consument vaak denkt dat het suiker is. Maar dat is niet zo. Dit is uitgekristalliseerd wijnsteenzuur. Wijnsteenzuur komt in alle wijn van druiven voor en helpt de smaak vormen. Ook dit is geen teken dat de wijn niet goed meer is. Het wijnsteenzuur vormt zich vaak als de wijn aan een te lage temperatuur is blootgesteld (bijvoorbeeld witte wijn of sherry die in de koelkast bewaard is). U kunt het verwijderen door de wijn in een karaf te gieten door een (schoon) koffiefilterzakje.

De overeenkomst tussen wijnsteenzuur en bezinksel

Ten onrechte worden wijnkristallen door sommige mensen ook wel gezien als deel van bezinksel. Maar in feite maken ze daar geen deel van uit. Het enige wat de kleine kristallen gemeen hebben met bezinksel, is dat beide worden gezien als een kwaliteitskenmerk voor een goed verzorgde en vakkundig gemaakte wijn. De wijnkristallen zijn echter geen afzettingen van kleurstoffen.

Bezinksel in port

Een fles port moet altijd horizontaal worden opgeslagen. Daardoor wordt de kurk constant door wijn omgeven en droogt die dus niet uit. Ook tijdens het rijpingsproces van port vormt zich een sediment in de fles. Voordat port gedronken wordt, moet ook die worden gedecanteerd om de droesem van de wijn te scheiden. Dat decanteren brengt de port ook in contact met lucht. Daardoor komen bouquet en aroma's, na de lange tijd die de wijn in de fles heeft doorgebracht, vol tot hun recht.