Makkelijke Wijn recepten
Ik wil in dit artikel graag wat wijnrecepten beschrijven voor de mensen die warm zijn gelopen voor het wijn maken. Dit zijn redelijk standaard wijn recepten die niet heel erg moeilijk zijn om te maken, maar wel erg lekker zijn. Ik hoop dat u net zo van deze recepten kunt genieten als dat ik deed.
Tafelwijn
Bosbessen
In de loof- en naaldbossen op de tamelijk arme zandgronden en op berghellingen groeien de lage struikjes van de bosbes. Wanneer de kleine roodachtige bloemetjes zijn uitgebloeid, verschijnen de bessen die eerst groen, dan rood en ten slotte donkerblauw van kleuren. Ze smaken heerlijk zoet (9%) en matig zuur (0,9%). Verder bevatten ze tannine, pectine en veel kleurstof. Het sap heeft een zeer heilzame uitwerking op de mens, dat is al eeuwen bekend. Het verbetert het gezichtsvermogen bij nacht, gedroogde bessen helpen bij diarree en doden bepaalde schadelijke bacteriën. In het zwarte woud in Duitsland is bosbessenwijn te koop, die koel gedronken na een lange wandeling voortreffelijk smaakt.
Tafelwijn I
- 3 kg verse bosbessen
- 1,8 kg suiker
- 2kg rode druiven of 0,25 liter concentraat
- pecto-enzym
- gistvoeding
- gist
- zuur tot 7 g/l wijnsteenzuur
Maak pulp van de druiven en de bosbessen en laat de pulpgisting 4-5 dagen doorgaan. Voeg meteen pecto-enzym en 4 liter water toe. Pers de pulp uit en doe de most in de gistingsfles. Giet nog eens 3 liter lauw water op de pulp, laat dit een paar uur staan en pers de pulp weer uit. Los in deze most de suiker op en gistvoeding. Voeg de most bij de most in de fles. Meet de zuurgraad en corrigeer die indien nodig. Te weinig zuur geeft een medicijn smaak en maakt de wijn kwetsbaar. Als de waterklok gestopt is met de bubbels dan is de wijn klaar.
Tafelwijn II
- 3 kg rijpe bramen
- 1,8 kg suiker
- 0,36 liter druiven concentraat
- pecto-enzym
- gistvoeding
- gist
Gebruik voor deze wijn alleen of voor een deel kattebramen. Was het fruit, stam het fijn en giet er 5 liter kokend water over waarin de suiker is opgelost. Voeg na het afkoelen de andere ingrediënten toe en dek de emmer af. Roer driemaal per dag. Na 3 à 4 dagen giet u de inhoud door een zeef in een gistingsfles. Doe de pulp terug in de emmer, giet er 2 liter koud water op en roer de pulp flink door. Na een paar uur weer zeven en nu ook uitpersen. Voeg ook deze most bij de rest in de fles.De wijn zal snel zijn uitgegist en klaart zonder problemen.
Rozen wijn
Er zijn zeer veel soorten rozen en elke roos heeft een eigen geur en een eigen sterkte van geur. Gele theerozen bijvoorbeeld ruikt u al van een afstand. De bloemblaadjes van de roos zijn heel goed te gebruiken als toevoeging aan een wijn.
Om de invloed van de roos te leren kennen, zou u de volgende wijn kunnen maken.
3 liter appelsap
3 liter druivensap
2 kg suiker
gistvoeding
zuur tot 6 g/l wijnsteenzuur
2 liter rode rozen
Voeg de sappen bij elkaar en breng ze aan het gisten, samen met de suiker, opgelost in 2 liter water. Meet het zuur en corrigeer dat.
Na de hevige gisting voegt u de rode rozen toe.
Behalve de geur zullen zij ook iets van kleur geven: een heel teer rosé. Verwijder de bloemen als u vindt dat de geur voldoende is geëxtraheerd.
Het gistingsproces
Gebruik een goede gist. Als u hygiënisch werkt kunt u de gist kolonie zuiver houden en met de ene wijn de andere aan het gisten brengen. Bij het begin van de gisting moet onze cultuur gist meteen in de meerderheid zijn, waardoor ongewenste micro-organismen geen kans krijgen. Kweek de gist kolonie dus een paar dagen tevoren op in een zogenaamde giststarter.
De eerste dagen is er nog weinig te zien maar daarna volgt er een zeer onstuimige gisting die vaak gepaard gaat met een flinke schuimontwikkeling.De fles of het vat mag niet verder dan drie vierde gevuld zijn. Zodra de gisting rustiger gaat vult u de fles helemaal. Na enige weken vormt zich een laag bezinksel. Hevel de wijn er zo snel mogelijk uit. Dat bezinksel bestaat uit fijne pulpdeeltjes en dode gistcellen; een lang contact met de wijn zou nadelig zijn voor de smaak. Bij tafelwijn kunt u alle suiker in 1 keer toevoegen, maar bij een wijn met 14 tot 18% alcohol doet u dat in etappes. Als u bij bijvoorbeeld 3 kg suiker aan 10 liter wijn zou toevoegen, dan zou de gisting niet of heel moeizaam op gang komen omdat de gist een te hoge suikerconcentratie in de most niet verdraagt. Aan de gisting zelf kunt u weinig doen. Wel kunt u zorgen voor zo gunstig mogelijke omstandigheden:
temperatuur: | 20graden eerste gisting |
| 18 graden tweede gisting |
| 12-15 graden klaren en rijpen |
zuurstof: | wel bij de eerste gisting, later niet meer |
gistvoeding: | voor de gisting begint toedienen |
suiker: | begin SG 1090-1100, niet hoger |
licht: | zo weinig mogelijk, vooral rode wijn |
tocht: | geen tocht of schomelingen in temperatuur |
zuur: | tussen 4 en 9 gram per liter (wijnsteenzuur) |
Als de gisting voorbij is hebt u het eenvoudigste deel van het wijnmaken achter de rug. Nu begint het eigenlijke werk: het opvoeden van de jonge wijn.
Klaren
Een goed gemaakte wijn klaart meestal vanzelf. Als de gisting voorbij is zakken de deeltjes. Het hele proces wordt bevorderd door de wijn wat koeler te zetten. Als de wijn niet helder wil worden moet dat een oorzaak hebben. Spoor die op en zoek dan naar een passend klaringsmiddel. Er zijn er tegenwoordig zoveel in de handel dat het te ver zou voeren die allemaal te bespreken; vraag uw handelaar om advies. De belangrijkste klaringsmiddelen zijn: gelatine, vislijm, eiwit, matrium-alginaat, bentoniet, tannine, kiezelsol, banaan en actieve kool. Dit laatste neemt ook een deel van de kleur en geur weg en zou dus kunnen dienen om bijsmaakjes weg te werken. Gebruik heel weinig: 2 à 3 gram per 10 liter.
Rijpen
Het verdient aanbeveling de jonge wijn in grote flessen of beter nog in houten vaten te laten rijpen. In het groot rijpt de wijn beter dan in kleine flessen. Door de wand van het eikenhouten vat kan de wijn voortdurend ademen. Dat kan in een fles niet. Daarom hevelt men de wijn om de 2 of 3 maanden over en zo krijgt de wijn toch wat zuurstof die nodig is voor de verdere ontwikkeling, zij het in 1 keer.