Kruidenmengsels maken, algemene principes
Waarom zou men kruiden mengen, kan men niet beter één kruid tegelijk in nemen? Het antwoord op de vraag of men in de fytotherapie de voorkeur moet geven aan de enkelvoudige kruiden of aan de kruidenmengsels hangt natuurlijk af van het beoogde resultaat.
De benaming „kruidenmengsels" wordt gewoonlijk gegeven aan de samengestelde kruiden die in de apotekersboeken zogenaamde farmacopees over geheel de wereld voorkomen onder de benaming van „Species". Waarom zou men kruiden mengen, kan men niet beter één kruid tegelijk in nemen? Het antwoord op de vraag of men in de fytotherapie de voorkeur moet geven aan de enkelvoudige kruiden of aan de kruidenmengsels hangt af van het beoogde resultaat. Kruidenliefhebbers maar ook groothandelaars zijn dikwijls geneigd de voorkeur te geven aan mengsels waarin een reeks kruiden voorkomen die aanbevolen worden voor de meest verscheidene kwalen. Maar als men de juiste werking van een plant kent, die past bij het probleem van de patiënt dan kan er beter voor één kruid gekozen worden
Ook in de fytotherapie komt het er op aan een rationele behandeling toe te passen en aan een bepaald geneeskruid geen eigenschappen toe te kennen die het niet bezit. Wel kan men er andere kruiden aan toevoegen die daadwerkelijk reageren op de aandoeningen en op de symptomen (b.v. pijn) die men wil bestrijden. Kamillebloemen bijvoorbeeld, alleen toegediend, kunnen een gewone maagprikkeling verzachten; als er ook maag- en darmwinderigheid bij komt, zal men er een carminativum (anijs, venkel, karwij, enz.) aan toevoegen; bij onvoldoende galsecretie voegt men er een cholagogum (taraxacum, boldo, curcuma, enz.) aan toe ; wanneer de maagaandoening ook nog met verstopping gepaard gaat, dan is het toevoegen van een zacht purgativum (vuilboom, rabarber) aangewezen.
Zo krijg je redelijk rationele kruidenmengsel. Door het ordentelijk en rationeel bereiden van kruidenmengsels bekomt men een versterking of een verzachting van de werking en meervoudige resultaten, aangepast aan de persoon in kwestie.
Onder „synergisme" verstaat men een versterking van de werking van een geneeskruid door aanwezigheid of toevoeging van een tweede. Men spreekt van „antagonisme" wanneer twee of meerdere geneeskruiden in het organisme een tegenovergestelde farmacodynamische werking uitoefenen.
Smaak, kleur en geur verbeteren van kruidenmengsels
Bepaalde plantendelen die in de fytotherapie veel gebruikt worden bezitten naast hun weldoende eigenschappen dikwijls een onaangename, bittere smaak ; dit komt het meest voor bij kruiden uit de groep van de amara en de adstringentia. De lang bijblijvende onaangename afstotende smaak treedt meestal op wanneer de bitterstof in nauw contact komt men de tong.
Men kan de smaak verbeteren door toevoeging aan het bittere kruid van planten met aromatische eigenschappen (anijs, venkel, melisse, enz.), ofwel met kruiden die aromatische bitterstoffen bevatten, zoals zoethout, cichorei, hop, enz.
Andere kruiden geven aan het aftreksel een donker of groen uitzicht. Men verbetert de kleur door het toevoegen van kruiden die aan de thee een aangenamer en aantrekkelijker uitzicht geven (klaproos, korenbloem, kaasjeskruid-bloem, goudsbloem).
Bereiding van kruidenmengsels
Het apotekersboek B.F. V vermeldt in het kort de bereidingswijze van kruidenmengsels.De plantendelen moeten van goede hoedanigheid, zorgvuldig gemengd en stofvrij zijn.Gehakte of gesneden plantendelen worden, grof of half fijn, zo gelijkmatig mogelijk door zeef nr 5, 3 of 2 afgezift om een homogeen mengsel te bekomen. Zeer kleine plantendelen, zoals bepaalde zaden en vruchten, worden best, vóór het mengen, gekneusd doch niet fijn gewreven, om bij de theebereiding toe te laten dat het water tot de diepere weefsels doordringt. De homogeniteit van kruidenmengsels wordt bevorderd door aan gelijkaardige grondstoffen dezelfde fijnheidsgraad te geven, d.w.z. wortels met wortels, houtsoorten met basten, bloemen met bloemen en bladeren met bladeren te mengen.
Het mengen van de afzonderlijke grondstoffen gebeurt in een bepaalde volgorde: de kleinste hoeveelheid wordt met de volgende grotere hoeveelheid vermengd ; deze met de daaropvolgende grotere hoeveelheid, enz. Kruidenmengsels werden met behulp van zeef nr 0,3 stofvrij worden gemaakt.
De fijnheidsgraad dient ongeveer met volgende maten overeen te stemmen :
- Bladeren, bloemen en kruiden: 5 mm (zeef nr 5) grof gehakt.
- Houtstukjes, wortelstokken, wortels en basten: 5 of 3 mm (zeef nr 5 of 3) grof of halffijn gehakt.
- Vruchten zaden : 2 mm (zeef nr 2) fijn gehakt.
- De fijnheidsgraad van de afzonderlijke grondstoffen mag niet te uiteenlopend zijn, om ontmenging te vermijden.
Bewaren van kruidenmengsels
Voor de wijze van bewaren van kruidenmengsels beperkt de B.F. V zich tot de vermelding : „bewaren buiten invloed van licht en vocht". Kruidenmengsels worden met dezelfde zorg bewaard als de enkelvoudige kruiden. Het gebrek aan zorg bij het bewaren is voor een deel oorzaak van de mindere waardering voor deze middelen, wat zeer spijtig is. Heel wat kruidenmengsels en ook enkelvoudige kruiden, zijn geneesmiddelen die niet moeten onderdoen voor moderne scheikundige medicijnen.
Een voorbeeld Species laxantes
- Sennablad 60
- Anijsvruchten 10
- Venkelvruchten 10
- Zoethoutwortel 20
Aftreksel van 5 tot 10 gr (vingergreep) overgieten met 1 kop kokend water en 10 tot 15 min. laten trekken. Niet koken. Bij het slapen gaan of 's morgens nuchter een kop drinken.
Info: Het sennablad is het laxeerkruid, de toevoeging van de 3 anderen verbetert niet alleen de smaak, maar verzacht ook de werking, ze kunnen de krampen die Senna zou kunnen veroorzaken tegen gaan en gasvorming in de darmen verlichten.
Kruidenmengsels of 'species' kunnen dus zeer nuttig zijn mits ze op een verantwoorde manier en met kennis van zaken samengsteld zijn.