Beerenburg, een Fries kruidenmengsel uit Amsterdam
Over het algemeen wordt het drankje Beerenburg of Berenburg (met één “e”) gezien als een Friese vinding. Hoewel de Friezen het populair hebben gemaakt, komt het drankje oorspronkelijk uit Amsterdam. De twee bekendste producenten zijn te vinden in Friesland: Sonnema en Weduwe S. Joustra.
De oorsprong van Beerenburg
Beerenburg ontstond in 1724 aan de
Amsterdamse Stromarkt 9 (toen met dubbel oo: Stroomarkt), in de buurt van de Haarlemmersluis in de Jordaan. De Amsterdamse kruidenmenger Hendrik Beerenburg staat aan de wieg van het bittertje. Via Friese beurtschippers is het drankje in de negentiende eeuw in Friesland verzeilt geraakt. In hun skûtsjes voeren de Friezen destijds heen en weer tussen de Bollenstreek en de Friese meren. Onderweg kwamen ze dan langs Amsterdam. Daar werd meestal gestopt bij de Haarlemmersluis om bij Beerenburg een kruidenpakketje te kopen.
Kruidenhandelaar Hendrik Beerenburg verkocht namelijk kant-en-klare kruidenmengsels in zijn winkeltje aan de Stroomarkt 9. Deze moesten de schippers dan vervolgens laten trekken op brandewijn of jenever, waarvoor ze speciaal waren gemaakt. Omdat het een geschikt drankje was tegen de kou van de Zuiderzee, werd het al snel populair onder de schippers. Ook was het adagium: “Drie maal daags een eetlepel, goed tegen maagpijn en scheurbuik.” Medicinale krachten werd het kruidenbittertje toegedicht.
De navolgers
Diverse Friese wijnhandelaren en herbergiers kwam het succes van dit drankje ter ore. Velen gingen het drankje produceren, waarvan Weduwe S. Joustra en Sonnema waarschijnlijk de bekendste zijn. Andere merken zijn: Boomsma Distilleerderij ( “oud Friesche Beerenburger”), Meekma (“Meekma Beerenburg”) en het Groningse Hooghoudt ( “Kalmoes Berenburg”).
Er is er echter maar eentje die de naam Beerenburg mag voeren en dat is Weduwe S. Joustra. Deze in 1864 ontstane “Distillateurs – Wijnhandelaren – Likeurstokers” is de enige die het originele recepteur gebruikt. Vandaar dat de Beerenburg-varianten een andere schrijfwijze hebben. Sonnema Berenburg wordt bijvoorbeeld met één “e” geschreven. De draai die hieraan wordt gegeven door Sonnema is dat de maker van het drankje, de Dokkumse herbergier Fedde Sonnema, in 1860 vanwege zijn eigenwijsheid een persoonlijke draai wilde geven aan het standaard Beerenburg mengsel. Daar paste dan ook een andere naam bij. Er is wel een verschil. Terwijl Sonnema (nu gevestigd in Bolsward) jaarlijks 3 miljoen liter van het drankje verkoopt, stelt Weduwe Joustra daar 160.000 liter tegenover.
De Weduwe Joustra en Beerenburg
Wijnhandelaar Steven Joustra verkocht oorspronkelijk op fust gerijpte Franse wijn in zijn winkeltje in Sneek. Na zijn overlijden zocht zijn vrouw, Anjenette, een manier om de zaak voort te zetten. Vanwege de vier jonge kinderen had ze niet de gelegenheid om naar Frankrijk af te reizen. Omdat de Friese skûtsjes na terugkomst uit Amsterdam/Bollenstreek bij haar voor de deur aanlegden, vroeg zij aan hen of ze voortaan voor haar de kruidenmengsels kon meebrengen. Omdat het trekken van het mengsel een tijdrovende zaak was, stelde zij aan de schippers voor om dat voor hun te doen. Zij deed dat achter de slijterij aan de gracht Kleinzand in Sneek. Al gauw werd Beerenburg voor niet-schippers verkrijgbaar en groeide de populariteit verder.
Wat zit er in Beerenburg?
Dat is een groot geheim en wordt net zoals de formule van Coca-Cola bewaard in een grote, zware kluis. Het kruidenmengsel bevat 25 kruiden, o.a. anijs, Benedictus, Galiatoer, Gentiaan, Herba Card, citroenmelisseblad, duizendguldenkruid, gezegende distel, kalmoeswortel en laurier. Sinds 2002 staat Heleen Sonnenberg aan het roer van het kruidenbittertje. Toen nam zij de zaak van haar vader over. Tot 1981 kochten de nazaten van Weduwe Joustra trouw het kruidenmengsel bij het winkeltje aan de Amsterdamse Stromarkt. Echter in 1981 had de nazaat van Hendrik Beerenburg, Maria van Deventer, geen opvolger voor de zaak en wilde er mee stoppen zonder de receptuur vrij te geven.
De vader van Heleen Sonnenberg overtuigde Maria van Deventer om het recept aan hem mee te geven. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Sowieso moest hij iedere keer een halve liter Beerenburg meenemen als hij het kruidenmengsel kocht, zodat Maria van Deventer kon proeven of de smaak goed was. Heleen’s vader moest eerst zelf experimenteren en puzzelen. De grammen en de juiste verhouding afstemmen was niet eenvoudig. Keer op keer werd het afgekeurd. Maar uiteindelijk werd zijn inspanning beloond en kreeg hij het recept overhandigd. Zo is Weduwe Joustra de enige opvolger van de originele Beerenburg. Later heeft Heleen een zoetere variant op de markt gebracht: Beerinnenburg, gezoet met stroop en een heel houde, net cognac. Er werken zeven mensen in het bedrijf.
Echte Beerenburger kruiden
In mei 2009 schonk de elfde generatie Beerenburg, Ellen van Deventer, het originele uithangbord van Stromarkt 9 aan Heleen Sonnenberg. Ellen kreeg het bord uit de nalatenschap van haar tante, Maria van Deventer. Het staat nu trots in Sneek. Het vertoont wat roestplekken aan de randen door het witte emaille, maar er zit een schitterende geschiedenis aan vast.