Turkse gerechten: eenvoudige baklava

Baklava is één van de meest gekende Turkse "tatli" (zoetigheid). De traditionele bereidingen van baklava zijn zeer arbeidsintentsief. In dit artikel een eenvoudige manier om zelf baklava te maken thuis.

Tatli

Baklava is een tatli. Tatli zijn zoete deeggerechten die bij de koffie of thee worden geserveerd. Op gelovige feestdagen zoals het Suikerfeest krijgen alle gasten een stukje tatli. Er zijn ontzettend veel varianten. Sommige tatli zijn eenvoudige koekjes (kurabiye) geweekt in dik siroop, andere fijn bladerdeeg met notenvulling of ragfijne draadjes (kadayif) in siroop gedrenkt.

Baklava kan op verschillende manieren klaargemaakt worden. Zo heb je "snel-klaar-baklava" dat "slechts" een uurtje werk kost, maar ook baklava waarbij het dunne deeg dagen moet drogen. Ook de vulling kan verschillen: soms zijn het enkel walnoten, soms een mengeling van noten en in sommige gevallen roostert men de noten kort.

Gelukkig zijn er snellere en makkelijke bereidingen. De smaak van de baklava wordt voornamelijk bepaald door het siroop. Het deeg is niet bijzonder van smaak. Voor het recept hieronder heb je bladerdeeg voor börek of baklava (verkrijgbaar in Turkse winkels) nodig. Dit kan je vervangen door gewoon bladerdeeg. Het deeg moet zeer fijn gerold zijn en krokant bakken.

Recept

ingedriënten:

• bladerdeeg
• walnoten (of andere noten)
• plantaardige olie zoals zonnebloem- of maïsolie
• ei
• suiker
• eventueel citroen

bereiding:

1. Vet een bakvorm in met olie.
2. Leg er een vel bladerdeeg op.
3. Doe een beetje olie op het bladerdeeg en smeer het uit.
4. Leg er nog een vel bladerdeeg op.
5. Leg er een dun laagje noten op (niet te dik!).
6. Leg er een vel bladerdeeg op.
7. Doe er een beetje olie op en smeer het uit.
8. Leg er terug een vel bladerdeeg op en notenvulling enz... tot de bakvorm bijna vol is (ongeveer een cm vrijlaten van de rand).
9. Maak diagonale sneetjes met een scherp mes zodat je het typisch ruitjespatroon krijgt.
10. Klop het ei los (met eventueel een scheutje olie) en smeer het op de baklava.
11. Bak de baklava op 200° C in een voorverwarmde oven.
12. Maak het siroop klaar: 1kg suiker voor 1 liter water (of minder suiker per liter als je graag minder zoete baklava wilt of meer als je zoetere baklava wilt) met eventueel een scheutje citroensap laten koken tot het stroperig wordt.
13. Haal de baklava uit de oven als de bovenkant lichtbruin is (en krokant).
14. Giet de hete siroop over de warme baklava (kan spatten!) tot de bakvorm volledig gevuld is.
15. Laat de baklava rusten tot de siroop helemaal ingetrokken is (tip: een nachtje rusten geeft extra smaak).
16. Volg de sneetjes die je eerder hebt gemaakt met een scherp mes en serveer de baklava op kamertemperatuur (je kan baklava in de koelkast bewaren en koud eten, maar de smaak komt beter tot zijn recht op kamertemperatuur).