Zoet met stroop
Stroop maken is een oude conserveringsmethode voor appels en peren. Stroop is ook een bijproduct van de suikerindustrie. Het maken van stroop gaat terug tot op de Germanen die weinig anders konden met het overschot aan appels en peren dan deze inkoken. Stroop is naast suiker en honing een goed zoetmiddel.
Inhoud
Stroop heeft geschiedenis
De Germanen maakten al stroop om de overgebleven appelen en peren goed te kunnen bewaren. Gewoon een grote pot op het vuur, het fruit erin en het vocht uit de vruchten koken. Omdat de massa die zo ontstond een hoge suikerconcentratie had, was deze goed houdbaar. De Romeinen introduceerden de fruitteelt in het door hun veroverde Limburg en omgeving. Limburg werd daardoor één van de belangrijkste leveranciers van stroop. Sjroap, zeggen ze in Limburg.
In veel plaatsen in Limburg ontstonden stroopstokerijen of 'stropers'. Het was huisvlijt, een middel om voldoende vruchten de lange winter door te krijgen en voldoende vitaminen binnen te krijgen. Het was prima restverwerking en wat er over was aan ander fruit dan appels en peren werd gewoon meegekookt.
Een bijproduct van het maken van suiker uit suikerbieten en suikerriet is ook stroop. Bietenstroop werd al vrij snel opgenomen in de strooptraditie. Veel stropen zijn een combinatie van vruchten- en bietenstroop, behalve de vaak ambachtelijk gemaakte vruchtenstropen. Een combinatie van appel- en suikerbietenstroop wordt ook wel rinse stroop genoemd. Wat zoveel wil zeggen als een zoet-zure combinatie.
Stroop van ver en dichtbij
- Appelstroop en perenstroop: De 'oude' stropen. Het zijn stropen gemaakt van het ingekookte sap van de vruchten, soms met extra kruiden. Vooral de appelstroop bevat een flinke hoeveelheid ijzer.
Bron: Oven Fresh, Wikimedia Commons (Publiek domein)
- Maple syrup: Stroop gemaakt van het sap dat uit een ahorn wordt getapt. Tegen de zomer stroomt suikerrijk sap omhoog, van de wortels naar de takken. In de stam wordt een inkeping gemaakt om de stroom te onderbreken, met een emmer wordt het zoete boomvocht opgevangen. Het winnen van deze stroop werd al ver voor de komst van de Europeanen gedaan, 'sinzibuckwud' werd het genoemd, 'uit hout getrokken'. Het sap dat gewonnen wordt is kleurloos en zelfs niet zoet, door het te verwarmen krijgt het zijn kleur en smaak. De stroop komt voornamelijk uit Canada maar ook uit Amerika.
- Corn syrup: Maisstroop, in Nederland niet erg makkelijk te krijgen maar in Amerika wel. De stroop is vaak of heel licht of vrij donker. De lichte variant heeft ook weinig smaak, terwijl de donkere redelijk zoet is door de toevoeging van karamel. De stroop kristalliseert niet waardoor hij geschikt is voor het maken van onder andere noga.
- Golden syrup: het ingedikte sap van suikerriet. Een heel lichte stroop/siroop die in Nederland redelijk goed verkrijgbaar is, tenminste de betere reformwinkels hebben het wel in hun assortiment. Een andere naam is kandijstroop.
- Yacón siroop : Zoet zonder suiker! De siroop wordt gemaakt van de uitgeperste wortels van de yacónplant. De plant wordt gevonden in de Andes en door de Inca's al geroemd om zijn smaak die een beetje richting karamel gaat. Voor diabetici is deze siroop bijzonder, er zit geen suiker in en verhoogt de bloedsuikerspiegel amper.
Van huisvlijt naar fabriek
De traditionele stroopkoken verdween van de boerderijen. Er waren andere manieren om het fruit te conserveren en de consumptie van stroop zakte een beetje in. Maar stroop bleef in Limburg een rijk bestaan houden. Er zijn nog verschillende traditionele stroopmakers in de provincie en twee, min of meer, traditionele stroopfabrieken. De Canisius-stroopfabriek maakt al meer dan honderd jaar stroop in de gemeente Schinnen en is de grootste. Frumarco in Reuver is een goede tweede.
Oude recepten met stroop
Vroeger gruwden we er werkelijk van en toch hebben we de recepten allemaal van thuis meegenomen. Ik weet zeker dat een aantal van ons soms door winkels struinen op zoek naar bloedworst, gedroogde appeltjes, boekweit en karnemelk.
- Bloedworst met stroop en roggebrood: Een dikke plak bloedworst in een braadpan opbakken. Eventueel enkele partjes appel meebakken. De bloedworst op een snee roggebrood leggen, appels erover en tenslotte een ruime hoeveel stroop erover uitgieten.
- Potstroop: Een liter melk aan de kook brengen en dan langzaam boekweitmeel in de melk strooien. De melk wel aan de kook houden. Het moet een stijve 'pap' worden, waar je lepel (letterlijk) rechtop in kan staan. De pap in een grote schaal doen en in het midden een kuiltje maken waarin je stroop giet.
- Karnemelkse pap: Van 70 gram tarwebloem en een beetje karnemelk een gladde massa roeren. Breng een liter karnemelk aan de kook en giet de aangemaakte bloem erin. Zeker een minuut of 10 door laten koken. Stroop hoort erbij maar donkere basterdsuiker kan ook.