Specerijen: Nootmuskaat
Oorspronkelijk wordt nootmuskaat alleen gevonden op een aantal eilanden in de Molukken, tegenwoordig is Indonesië nog steeds de belangrijkste producent, samen met Grenada.
De vrucht
Nootmuskaat is geen noot maar de pit van een vrucht die op een abrikoos lijkt. De pit wordt bedekt met een soort leerachtig laagje, foelie. Deze twee specerijen zijn afkomstig van dezelfde boom. Wanneer de vruchten geoogst worden zijn ze felrood van kleur, na het drogen verkleuren ze tot amber. De biologische naam voor nootmuskaat is 'myristica fragrans'. Bomen dragen vrucht na ongeveer acht jaren en blijven dat vervolgens doen voor zestig jaar of langer. Nootmuskaat verliest snel zijn aroma, daarom is het het beste om de pitten in hun geheel te kopen en ze zelf te raspen.
De handel in nootmuskaat
De bomen waar de nootmuskaat aan groeit waren aanvankelijk aan te vinden op de Banda eilanden in de Molukken. Het waren de Arabieren die nootmuskaat in het Westen introduceerden en aanvankelijk werd het gebruikt als een smaakmaker in bier. De echte handel begon pas in de zestiende eeuw, toen de Portugezen voorbij India voeren en op de Molukken terecht kwamen. In de zeventiende eeuw monopoliseerden de Nederlanders de handel in nootmuskaat. De inheemse bewoners van de Banda Eilanden wilden niet met de Nederlanders onder leiding van Jan Pieterszoon Coen samenwerken en werden grotendeels uitgemoord. Slechts enkele honderden konden de slachtpartij ontvluchtten. Voor hen in de plaats kwamen Arabische handelaars en Chinese arbeiders. De opbrengsten van nootmuskaat waren gigantisch, arbeid was vrijwel gratisch, de vraag was groot in Europa en het VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) had het monopolie, waardoor ze vrij waren om de prijs te bepalen. In de achtiende eeuw slaagden de Fransen erin om een aantal bomen van de eilanden te smokkelen en braken zo het VOC-monopolie.
Nootmuskaat als ingrediënt
Vandaag de dag is nootmuskaat niet meer zo veel gebruikt. In de Arabische wereld, Noord-India en Iran is het nog wel populair, hier wordt het veel in vleesgerechten gebruikt. In Europa wordt het vooral in gebak gebruikt, de grootste uitzondering hierop is Nederland, waar het nog steeds in veel gerechten wordt gebruikt, een erfenis uit het koloniale verleden. Ook aan de beroemde en op velerlei wijze gebruikte 'béchamel-saus' wordt nootmuskaat toegevoegd. In het Carabisch gebied wordt ook nogal wat nootmuskaat gebruikt, dit als gevolg van de verbouw van nootmuskaat op Grenada.
Medisch gebruik
Nootmuskaat wordt niet of nauwelijks als geneesmiddel gebruikt, de reden hiervoor is dat een te veel aan nootmuskaat dodelijk kan zijn. Sommige mensen gebruiken nootmuskaat als verdovend middel, maar daarvoor moet men minimaal een halve 'noot' consumeren, wat tevens tot misselijkheid leidt.