Het dekken van een mooie tafel en bedienen aan tafel
Als men gasten ontvangt, is het leuk om de tafel mooi te dekken. Liefst zoals het hoort! Wat informeler kunnen tafellopers worden neergelegd en kan men bestek op de servetten aan de rechterkant leggen. Formeel de tafel dekken is een kunst. Een mooi tafelkleed met bijpassende borden, bestek op de goede plaats en ook nog de glazen voor rode en witte wijn juist plaatsen, is een lust voor het oog van de gasten.
Het dekken van de tafel
Bij het dekken van de tafel dient men te zorgen voor schoon servies, glaswerk, bestek en eventueel tafelzilver.
- Even vooraf poleren van bestek geeft een mooi effect. Vlekken van de afwasmachine worden verwijderd en het bestek glimt weer als nieuw. Zilveren bestek moet met zilverpoets worden behandeld en daarna worden afgewassen en goed gedroogd.
- Strijk de vouwen uit het te gebruiken tafelkleed en leg het op de tafel. Het is mooi een tafelkleed te gebruiken in een pasteltint of in wit. Dan kunnen op de borden mooie kleuren worden opgediend.
- Plaats de borden gelijk met de rand van de tafel en op gelijke afstand van elkaar.
- Leg de servetten en/of de vingerdoekjes rechts naast de borden, of erop, als de servetten mooi gevouwen zijn.
- Als met meer couverts wordt gedekt, leg de grote vork links, het grote mes rechts. Links naast de grote vork komt die voor het voorgerecht (die is meestal kleiner). Rechts naast het mes komt het kleinere mes.
- Dessertlepels mogen boven het bord, of kunnen tegelijk met het dessert worden opgediend.
- Voor meer gangen: het bestek wordt steeds van buiten naar binnen gebruikt, dus ook zo neergelegd.
- Zet de glazen voor de rode wijn rechts boven het bord, die van de eventuele witte wijn er schuin naast.
- De vingerkommetjes (indien nodig) staan links boven het bord.
- Peper en zout en een olie-en-azijn stelletje kunnen op een willekeurige plaats op tafel worden gezet.
- Voor een feestelijke maaltijd kan een boeket midden op de tafel worden gezet, ook kaarsen staan midden op tafel. Hierbij moet rekening gehouden worden met de hoogte ervan. Versieringen mogen nooit hinderlijk zijn voor de gasten. Kaarsen mogen niet in de ogen schijnen.
Het bedienen aan de tafel
- Presenteer altijd alles aan de linkerkant van de gast. Zet schone borden neer, terwijl u links naast/achter de gast staat. Loop bij het presenteren van links naar rechts.
- Het schenken van de wijn wordt meestal overgelaten aan de gastheer of gastvrouw, die mee aan tafel zit. Wordt er aan tafel bediend, dan wordt de wijn rechts van de gast in de passende glazen geschonken.
- Om de hals van de fles kan een servet geplooid worden, zodanig, dat het etiket van de fles nog zichtbaar is. Na het schenken draait men even aan de fles, zodat druppels niet op het tafelkleed of op de kleding van de gast terecht komen.
- Het afnemen, uitdienen van de tafel dient altijd rechts te gebeuren. Neem de borden met alles wat erop ligt rechts weg, haal er niets af, dan kan er niet gemorst worden op de gast. Loop hierbij van rechts naar links.
- Wanneer er schalen op de tafel staan, dienen die eerst te worden uitgenomen, dan pas de borden.
- Voor het dessert wordt opgediend, wordt alles van tafel opgeruimd, dat niet bij het dessert nodig is.
- Peper, zout en olie-en-azijnstel worden weggezet en als men het mooi wil doen, wordt de tafel ook afgeschuierd met een tafelschuiertje.
- Daarna worden voor het dessert opnieuw borden en eventueel extra bestek gedekt en wordt het dessert opgediend.
Koffie of thee
- Als men koffie of thee serveert vanaf een dienblaadje, dan staan de kopjes zodanig, dat de oortjes rechts van de gast zijn. Het lepeltje ligt achter het oortje. Suiker en melk liggen achter het kopje. Zo presenteert men de koffie aan de gast. Suiker en melk kunnen ook gepresenteerd worden op een apart dienblaadje.
- Sommige gasten houden van een digestief bij de koffie. Dat bevordert de spijsvertering. De glazen daarvoor worden meestal niet aan tafel ingeschonken. Ze worden gepresenteerd bij de koffie.
Lees verder