De geschiedenis van gember
Aan de geschiedenis van een geneeskruid of voedingsstof kun je een groot deel van de wereldgeschiedenis aflezen. Het is leuk om de geschiedenis door de ogen van een gemberplant te zien. Gember groeit nergens in het wild, Het mysterie waar gember vandaan komt is tot op heden onopgelost. Van de gemberplant eten we alleen de wortel. Je kunt er heerlijke genezende thee van zetten. Gember is overal ter wereld omarmt als geneeskruid. Oorspronkelijk groeide het vooral in India.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
De onbekende oorsprong van gember
Gember wordt nergens ter wereld in het wild gevonden. Wetenschappers gaan ervan uit dat het een plant is die voor het eerst in India werd gecultiveerd. Vanuit India werd de plant steeds vaker in potten gezet en op boten naar gebieden elders ter wereld vervoerd. Zo spreidde de gemberplant zich over heel de wereld. Al voordat de Middeleeuwen goed en wel begonnen waren was gember bekend in Europa. In het Indiase hindoe-epos de Mahabharata, is 400 jaar voor Christus gember voor het eerst beschreven als kruid dat gerechten kon verrijken. Gember is familie van de
kurkuma of geelwortel. In sommige landen werd geelwortel ´gele gember´ genoemd.
Gember in Zuidoost-Azië
In India is gember sinds mensenheugenis een wortel die aan het eten wordt toegevoegd. Het is een belangrijke smaakstof en maakt het eten iets pittig, maar minder dan rode peper. Daarnaast was gember in India een kruid dat de spijsvertering bevordert, het lichaam tegen ziekten beschermt, het lichaam zuivert en werd het gebruikt om voedsel te conserveren. Ook in China en Vietnam wordt het al millennialang gebruikt. De eerste vermelding in Vietnam stamt uit 250 voor Christus.
Gember als mondiaal geneeskruid
Gember was één van de eerste specerijen die via de Arabieren in Europa terecht kwam. De Arabieren gebruikten gember samen met
kruidnagel,
gedroogde vruchten en suiker om de menstruatie te reguleren. Daarnaast maakten de Arabieren dranken zoals boterthee en fruitsappen vermengd met gember. In Noord-Afrika wordt een aftreksel van tamarisk en gember gebruikt om een vergrote milt tegen te gaan. In Belize wordt een kop thee met een halve theelepel
kaneel en twee theelepels geraspte gember en melk gebruikt als middel tegen snurken.
Gember in China
In China werd gember vanaf de zevende eeuw gezien als verwarmend kruid; koude werd ermee uit het lichaam verdreven. Chinese zeelui kauwden op gember tegen zeeziekte. Vandaag de dag is het nog steeds een efficiënt middel bij reisziekte. In de Chinese geneeskunde maakt men een onderscheid tussen droge en verse gember. Gedroogde gember is volgens de Chinezen ´warmer´ en wordt gebruikt om blokkades in de bloedbanen op te heffen en het spijsverteringsproces te optimaliseren. Verse gember werd gebruikt om de zweetklieren te stimuleren en de lokale bloedcirculatie te bevorderen. Beide soorten werden verder gebruikt bij hoofdpijn, verkoudheid, hoest, braken, diarree, eetlustproblemen, reuma en spierziekten.
Gember in de antieke oudheid
Griekse, Romeinse en Arabische artsen gebruikten gemberpoeder als snuifmiddel bij ontstoken neusholteslijmvliezen. Bij maagproblemen en spijsverteringsklachten was gember een van de kruiden in een mix.
Dioscorides en Galenus beschouwden gember als een verwarmend kruid.
De antieke Romeinen gebruikten gember als spijsverteringsbevorend middel en aten het na zwaar getafeld te hebben. Het Romeinse leger nam altijd gember mee tijdens de veroveringstochten door Europa. Het werd als geneesmiddel tegen onder andere de pest en vergiftigingen gezien. Het kruid was zo populair dat het Romeinse rijk er belastingen op legde.
Arabieren gebruikten gemberwortel als afrodisiac; je wordt er blijkbaar niet alleen warm maar ook heet van.
Gember in de Indiase geneeskunde of ayurveda
In de Indiase ayurveda wordt gember als een soort universeel panacee gezien. Het zit in ongeveer de helft van alle medicinale recepten van de Indiase traditionele geneeskunde. Het werd onder andere gebruikt bij verkoudheid, grippale aandoeningen, maagpijn, darmkrampen, constipatie, diarree, slapeloosheid, pijnlijke menstruatie, nierproblemen, zwakke hartwerking, verminderde geslachtsdrift, zwakke ogen, slechte bloedcirculatie, reuma en spierpijn. Gember wordt in de ayurveda eveneens gebruikt als bijkruid dat de ongewenste werkingen van meer toxische kruiden kan neutraliseren.
Gember vanaf de Middeleeuwen tot nu
Vanaf de 11e eeuw wordt gember besproken in medische boeken uit Europa. In de Middeleeuwen werd gember een steeds gangbaarder geneesmiddel tegen misselijkheid, bewegingsziekte, kater en winderigheid. In de 14e eeuw werd gember na peper de belangrijkste specerij. Aan het eind van de Middeleeuwen was een halve kilo gember evenveel waard als een schaap. Het werd steeds vaker gebruikt als medicijn. In de 16e eeuw schreef Lonicerus dat gember goed was bij maagproblemen en ´wind in de darmen´. Hendrik de 8e wilde gember als pestmedicijn inzetten. John Gerrard, een Engelse botanicus, vond het maar jammer dat hij gember niet in zijn tuin kon kweken. Gember moest worden ingevoerd. In Engeland begonnen ze er gemberbrood van te maken. Koningin Elizabeth is in Engeland gebombardeerd tot de uitvindster van de ´gingerbread man´ of het gemberkoekenmannetje. Gember werd in heel Europa steeds vaker ingezet als vulmiddel voor koekjes. Later werd gember zelfs in de beroemde maar vrij ondrinkbare ´ginger ale´ gebruikt.
Lees verder