Wijnklassificatie in Duitsland
Duitsland heeft, samen met Oostenrijk, de strengste regels wat betreft de productie van kwaliteitswijnen. Deze regels die dateren uit 1971 zijn opgesteld om de kwaliteit en de slechte reputatie van Duitse wijn te verbeteren, en meer inzicht te creëren in de grote verscheidenheid aan wijnen die Duitsland rijk is. Omdat de etikettering nog steeds vrij ingewikkeld was, is na 2000 een aantal nieuwe benamingen ingevoerd.
Net als de meeste andere wijnlanden kent Duitsland vier verschillende klassificaties die betrekking hebben op de kwaliteit van wijn. Voor elk van deze kwaliteitsklassen gelden verschillende regels.
Graden Öchsle
Een uniek kenmerk van de Duitse wijnwetgeving is de eisen die gesteld worden wat betreft de zoetheid van de druiven en het alcoholgehalte. Deze zoetheid wordt uitgedrukt in ° Öchsle. Deze maat is vernoemd naar Ferdinand Öchsle, een Duitse wetenschapper die de schaal ontwikkelde. De waarde wordt gemeten met een refractometer. In werkelijkheid wordt het mostgehalte gemeten, wat een indicator is voor het suikergehalte. De hoeveelheid suiker geeft weer aan hoe hoog het alcoholgehalte kan worden in een wijn, aangezien de alcohol ontstaat door fermentatie van suiker.
Aan Qualitätsweine met of zonder predikaat worden minumumeisen gesteld wat betreft ° Öchsle
Qualitätswein mit Prädikat – Q.m.P.
Dit is de hoogste klassificatie die een Duitse wijn kan hebben. Deze wijnen worden vaak kortweg ‘Prädikatsweine’ genoemd. Prädikatsweine zijn altijd afkomstig uit één van de volgende dertien gebieden:
- Ahr
- Mosel-Saar-Ruwer
- Mittelrhein
- Rheingau
- Nahe
- Rheinhessen
- Rheinpfalz
- Hessische Bergstrasse
- Franken
- Würtetemberg
- Baden
- Saale-Unstrut
- Sachsen
Prädikatsweine worden weer onderverdeeld in de volgende zes categorieën, die ieder hun eigen eisen hebben:
- Kabinett: Wijn van bepaalde kwaliteit uit de eerste oogst, licht en droog. Minumum mostgewicht: 73° Öchsle
- Spätlese: Late oogst, zeven dager later dan kabinett, iets meer geconcentreerd. Minumum mostgewicht: 85° Öchsle
- Auslese: Letterlijk geselecteerde oogst. De druiven zijn laat geoogst en goed rijp. Minumum mostgewicht: 90° Öchsle.
- Beerenauslese Speciaal geselecteerde overrijpe druiven die druif voor druif handgeplukt worden. Minumum mostgewicht: 120° Öchsle
- Trockenbeerenauslese: Alleen verschrompelde druiven, aangetast door pourriture noble (edelrot) worden hiervoor gebruikt. Minumum mostgewicht:150° Öchsle.
- Eiswein: Wijn uit druiven die minstens 1 uur bij -7° C bevroren zijn aan de stokken. De druiven moeten in bevroren toestand worden geplukt en geperst zodat het ijs en de vloeistof te scheiden zullen zijn en een kleine opbrengst ontstaat. Het minimum mostgewicht is gelijk aan dat van Beerenauslese.
Naast deze eisen worden er nog andere gesteld aan de Q.m.P. wijnen:
- De druiven moeten afkomstig zijn uit een bepaald gebied
- De wijnbereiding moet plaatsvinden in het gebied waar de druiven geoogst zijn.
- Er mag geen suiker of alcohol toegevoegd worden
- De wijn moet een smaakkeuring doorstaan
- De wijn moet in een laboratorium getest zijn
- De wijnflessen moeten voorzien worden van een Amtliches Prüfungsnummer (A.P.Nr.)
Verder is het mogelijk om een wijn nog strenger te laten keuren, en zo een zegel, het ‘Deutsches Weinsiegel’ te verkrijgen
- Een geel zegel voor droge wijn
- Een groen zegel voor halfdroge wijn
- Een rood zegel voor zoete wijn
Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete Q.b.A.
- De wijn moet voldoen aan een bepaald minimum alcoholpercentage.
- De druiven moeten minstens 60° Öchsle hebben
- De wijnflessen moeten voorzien worden van een Amtliches Prüfungsnummer (A.P.Nr.)
- Het verrijken van de wijn (chaptaliseren) door het toevoegen van suiker is toegestaan, mits er na aanvraag toestemming voor gegeven is.
- De wijn moet voldoen aan bepaalde streekeigen karakteristieken
- De wijn moet afkomstig zijn uit één van de dertien gebieden beschreven bij Q.m.P. wijn.
Deutscher Landwein
Deze klassering is te vergelijken met de Franse vin de pays (zie:
Wijnklassificatie in Frankrijk), en de Italiaanse vino a Indicazione Geografica Tipica (zie:
Wijnklassificatie in Italië)
- De wijn moet afkomstig zijn uit één van twintig afgebakende wijngebieden.
- De wijn moet minstens 8,5 % alc bevatten.
- De wijn mag maximaal 18 gram suiker per liter bevatten.
Deutscher Tafelwein
Dit is de laagste categorie en wordt gemaakt in 6 gebieden:
- Rhein-Mosel,
- Bayern
- Neckar
- Oberrhein
- Albrechtsburg
- Stargarder Land
Er zijn weinig eisen voor tafelwein. Deze wijnen zijn over het algemeen onbeduidend van kwaliteit. Toch zijn er, net als in Italië enkele hoogwaardige wijnen die de klassering tafelwein hebben omdat ze niet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de hogere wijnklassen. Deze wijnen doen niet onder voor de meeste Q.m.P. wijnen.
Nieuwe benamingen, bedoeld om het etiket te simplificeren
Sinds 2000 zijn er enkele termen in het leven geroepen om het ingewikkelde Duitse kwaliteitssysteem eenvoudiger te maken.
Classic
Sinds 2000 gebruiken de Duitse wijnbouwers een nieuwe term voor wijnen van een hoog niveau en met een evenwichtige droge smaak. Classic-wijnen moeten gemaakt zijn van een van de klassieke druivensoorten, zoals riesling, silvaner of spätburgunder (pinot noir).
Selection
De nieuwe benaming selection duidt op droge wijnen van topkwaliteit die typisch zijn voor hun jaargang en de wijngaard waaruit ze afkomstig zijn. Selection-wijnen moeten voldoen aan een aantal strenge vereisten: beperkte rendementen in de wijngaarden, selectieve en handmatige pluk van de druiven en bijkomende geur- en smaaktests