Brew in a Bag-methode (BIAB): thuis bierbrouwen in een zak
Wil je beginnen met zelf thuis bierbrouwen, maar niet meteen een uitgebreide en dure brouwinstallatie aanschaffen? Volgens de zogenaamde BIAB-methode (brew in a bag) kun je brouwen met weinig middelen. Het is tegelijkertijd een volwaardige manier van brouwen (in tegenstelling tot een kant-en-klaar brouwpakket of het zogenaamde blikbrouwen). Je kunt je eigen recepten maken en elke type bier brouwen dat je maar wilt. Hoe gaat BIAB-brouwen in zijn werk? En wat het absolute minimum aan spullen is dat je nodig hebt?
BIAB, ideaal voor kleine hoeveelheden
De BIAB-methode is een ideale manier om met eenvoudige spullen toch helemaal 'echt' te brouwen. Je kunt alles in één pan doen en je hebt geen filterkuip of hevelfilter nodig. Het is bovendien ideaal voor kleine hoeveelheden. Handig dus voor mensen die het hobbybrouwen willen uitproberen. Dit wil niet zeggen dat deze methode alleen wordt gebruikt door beginners. Sommige hobbybrouwers brouwen al jaren volgens de BIAB-methode. Het is vanwege de kleine hoeveelheden ook handig als je veel wilt experimenteren met verschillende recepten.
De benodigdheden, het absolute minimum
- Een grote pan (10 tot 20 liter)
- Een nylon brouwzak*
- Een metalen vergiet met platte bodem (of iets vergelijkbaars)
- Een roerspaan
- Een schrootmolen (gebruik eventueel een ouderwetse koffiemolen)
- Een grote bak met zo koud mogelijk water (badkuip kan ook)
- Een gistemmer met waterslot en kraan
- Een thermometer voor vloeistoffen
- Een hydrometer of refractometer
- Beugelflesjes om je bier in te bottelen
- Een schoonmaak- en ontsmettingsmiddel
* Te koop bij winkels voor brouwspullen, maar ook eenvoudig zelf te maken van nylon vitragestof
Basisingrediënten voor je bier
- Gerstemout
- Hop
- Zakje gedroogde gist
- Water
- Suiker (voor het bottelen)
Hoe ga je te werk?
Let op: dit is een globale handleiding, die je een idee geeft van wat erbij komt kijken, de hoeveelheid werk en hoe makkelijk het eigenlijk is. Brouwen is een nauwkeurige bezigheid, waar (als je wilt) heel veel bij komt kijken. Op internet zijn veel foto's en filmpjes te vinden van BIAB-brouwen. De volgende stappen kun je volgen om thuis zelf een biertje te brouwen met de BIAB-methode.
Water verwarmen en de mout schroten
1. Allereerst heb je natuurlijk een recept nodig. Kies als je nog geen ervaring hebt een bestaand recept van een biertype dat je lekker vindt. Deze recepten zijn volop op internet te vinden.
2. Vul je grote pan met water tot ongeveer 2/3 onder de rand om overkoken te voorkomen. Verwarm dit water tot 68 graden. Meet wel het aantal liters dat je in de pan hebt zitten. De verhouding van het aantal liters water dat je gebruikt tot de hoeveelheid bier die je overhoudt is ongeveer 1 : 0,66. Dus voor 8 liter bier heb je ongeveer 12 liter water nodig. Leg voordat je het water verwarmt het vergiet omgekeerd op de bodem. Hier rust straks je brouwzak op, om te voorkomen dat die de bodem raakt (ander heb je kans dat de mout onderin de zak verbrandt). Terwijl het water verwarmt, kun jij je met het schroten van de mout gaan bezighouden.
3. Voordat je gaat schroten, bepaal je hoeveel gerstemout je nodig hebt. Als je bovenstaande verhoudingen loslaat op je uitgekozen recept, weet je dit bij benadering. Gebruik je iets te weinig, dan krijg je een bier met een wat lager alcoholpercentage en gebruik je iets te veel, dan wordt je alcoholpercentage hoger. De mout schroot je met de koffiemolen of schrootmolen. De korrels moeten hierbij worden gebroken, maar schroot niet te fijn.
Maischen en koken: het maken van het wort
4. Als je de mout geschroot hebt en het water in de pan is verwarmd tot 68 graden, hang je de brouwzak in de pan en vul je die met de geschrote mout. Hierdoor zakt de temperatuur van het water naar 67 graden. Wat je nu doet, heet maischen. Hou de temperatuur van het water nu een uur lang zo constant mogelijk op 67 graden. De aanwezige enzymen zetten nu de zetmeel in de gerstekorrels om in suikers. Doe een deksel op de pan om de warmte vast te houden. Als je moet bijverwarmen roer je de mout in de zak ondertussen voorzichtig met een roerspaan. Zo zorg je dat de temperatuur van het mout zo gelijk mogelijk blijft en dat de enzymen goed kun werk kunnen doen.
5. Als het uur om is, til je de zak boven de pan en laat je hem uitlekken. Wat er in je pan achterblijft, heet wort. Daarvan maak je het bier. Breng het wort aan de kook en voeg de in het recept aangegeven hoeveelheid hop toe voor de bitterheid van je bier. In veel recepten wordt later tijdens het kookproces extra hop toegevoegd om meer aroma aan je bier te geven. Kook het wort (afhankelijk van het recept) 1 tot 1,5 uur.
Koelen en de gist aan het werk zetten
6. Na het koken koel je het wort zo snel mogelijk in een bak met ijskoud water. Afhankelijk van het recept, moet je de vloeistof laten afkoelen tot ongeveer 20 graden. Dit is het moment dat je het grootste risico op infecties loopt, dus hou in ieder geval de pan gesloten!
7. Als het wort is afgekoeld, hou je een klein beetje vloeistof apart om het SG (specific gravity) mee te meten. Dit doe je met een hydrometer of een refractometer. Wat je nu meet is je zogenaamde begin-SG. Aan het eind van de vergisting is dit SG gezakt. Met het verschil kun je het alcoholpercentage van je bier (bij benadering) berekenen. Het geeft je bovendien straks een indicatie of je bier goed is uitgegist.
8. Het afgekoelde wort giet je in de gistingsemmer, strooi de gist over de vloeistof en sluit het vat goed af. Gebruik een waterslot zodat er wel lucht uit het vak kan ontsnappen, maar geen lucht van buiten in het vat terecht kan komen. Nu zit jouw werk erop en gaat de gist aan de slag. Zet de gistingsemmer weg op een donkere plaats waar de temperatuur zo constant mogelijk is (afhankelijk van je gist meestal tussen de 18 en 22 graden).
Vergisting en bottelen
9. Na een week tot tien dagen kun je het SG voor de eerste keer opnieuw meten om te zien hoe ver je jongbier is uitgegist. Pas als het SG drie dagen constant is gebleven, weet je zeker dat de vergisting klaar is. Dit is erg belangrijk, want het voorkomt dat je flesjes straks 'bierbommen' worden.
10. Als het bier helemaal is uitgegist, kun je gaan bottelen via het kraantje op je gistvat. Als je hiervoor beugelflesjes gebruikt, heb je geen kroonkurken en kroonkurkapparaat nodig. Vooraf maak je de flesjes eerst heel goed schoon en daarna ontsmet je ze. Dit minimaliseert de kans op infecties in je bier. In elk flesje doe je een klein beetje suiker. Met die suiker kan de gist zorgen voor de vorming van koolzuur in je fles. Afhankelijk van je recept, gebruik je 4 tot 8 gram suiker per liter. Ook met teveel suiker loop je het risico op bommen! Daarna vul je je flesjes een voor een totdat het vat bijna leeg is. Onderaan zit een flinke gistkoek, die je niet in je flesjes wil hebben.
11. Laat je flesjes op druk komen en na ongeveer twee weken geniet je van je zelfgebrouwen bier!
Proost!