Geschiedenis van de wijnbouw in de Languedoc-Roussillon
De regio Languedoc-Roussillon is de koninklijke weg naar het zonnige Spanje. Het is een gebied van grote diversiteit in het landschap, vanwege de geologie en de verschillende klimatologische invloeden. Er is de Middellandse Zee, de kustlijn met zijn prachtige resorts en op de achtergrond, de bergachtige Cévennes en de Pyreneeën, evenals een groot aantal steden met een zeer sterk karakter zoals Uzès, Sauve en Pont du Gard. Maar naast een smeltkroes van Romaanse kathedralen en versterkte abdijen is deze streek ook gekend voor zijn rijke geschiedenis van het creëren van mooie en lekkere wijnen.
Oorsprong wijnbouw
De eerste hoofdstukken van de geschiedenis van de wijn vinden plaats in het Midden-Oosten, de bakermat van de landbouw en de schrijfkunst. De vroege teksten uit het Oude Testament over het bouwen van de Ark van Noah vermelden volgende passage:
"Eindelijk is het zover, Noach kan oogsten en maakt van de druiven (een heerlijke) wijn. Het is blijkbaar moeilijk om te stoppen met drinken. Hij wordt dronken met als gevolg dat hij zich in zijn tent uitkleedt en daar naakt ligt."
Het maken van wijn is waarschijnlijk te wijten aan toeval door de bevinding dat het sap van de vitis vinifera natuurlijk begint te gisten. De geschiedenis begon in het Neolithicum wanneer de wilde wijnstok wordt gedomesticeerd door de mens en oplossingen gevonden worden om de gisting van druiven te beperken. De aanwezigheid van hars in keramiek, ontdekt in Iran, heeft geholpen om de eerste wijnen te authenticeren. Dit middel werd niet alleen gebruikt om parfum te maken, maar ook om wijn te bewaren zodat die niet te snel in azijn zou veranderen. Reeds 8000 jaar produceert, consumeert en verhandelt men wijn in de bergachtige regio's van het Midden-Oosten.
Door een menselijke selectie en de natuurlijke evolutie van de druif ontstaan er in de loop der tijden verschillende druivenrassen.
Onder het Oude Rijk, in gebieden zoals Mesopotamië, Egypte, Syrië en Palestina, wordt wijn beperkt tot de farao en zijn entourage. In gebieden zoals Fayum en Delta worden zelf wijngaarden geïnstalleerd omwille van hun gunstig klimaat voor de groei van de wijnstok of men voert in uit het buitenland zoals bijvoorbeeld Palestina. De farao had zijn eigen wijnstokken waarvan de productie werd gebruikt voor begrafenisrituelen. Wijn was een onmisbaar onderdeel voor de verering van de goden en enkel een klein deel wordt gereserveerd voor aan tafel.
Rond 2000 voor Christus bereikte de opgebouwde wijnbouwcultuur Kreta, Griekenland en delen van Zuidoost-Europa. De Grieken leerden hun vaardigheden uit de buurlanden waar ze mee in contact kwamen, zoals Egypte en Syrië, die de technieken van het wijn maken en bewaren reeds eeuwen onder de knie hadden. Rond 500 voor Christus wordt de export van wijnen uit de Griekse eilanden sterk ontwikkeld. Op dat moment werden ook de eerste grondslagen van de industrialisatie van de druivenoogst gevestigd. Lange tijd gold wijn als belangrijk statusgoed, zodat het gebruik ervan beperkt bleef tot de hogere sociale en religieuze kringen.
Bron: T L Miles, Wikimedia Commons (Publiek domein) Languedoc-Roussillon: de wieg van de wijnbouw in Frankrijk
De oorsprong van de Franse wijnbouw gaat terug tot de zesde eeuw vóór Christus, toen Griekse kolonisten uit Klein-Azië de handelsnederzetting Massilia (het huidige Marseille) stichtten en enkele wijngaarden aanlegden.
In 118 vóór Christus staken Romeinse legioenen onder leiding van gouverneur Domitius de rivier de Rhône over. Om deze veroverde gebieden voor een langere termijn onder het bestuur van Rome te kunnen houden, moest het gebied het hele jaar door bereikbaar zijn voor de strijdkrachten van het Romeinse leger. Daarom begon Domitius zo snel mogelijk een weg aan te leggen waarlangs de soldaten snel van de ene vestiging naar de andere konden marcheren en bevoorraad worden. Deze
Via Domitia wordt beschouwd als één van de eerste Romeinse wegen en verbindt Rome in Italië met Cadiz in Spanje.
De soldaten op rust kregen stukken grond in de regio en zij bouwden er villa's en andere infrastructuurwerken zoals amfitheaters en watervoorzieningen. Handelaars van heinde en ver kwamen naar de streek en de economische activiteiten namen snel toe. De wijnbouw werd sterk uitgebreid om in de behoefte van de stijgende bevolking te voorzien en ook verwante nevenactiviteiten werden opgezet zoals pottenbakkerijen waar allerlei vaten werden gebakken. Dit vaatwerk werd ook gebruikt bij de productie van wijn. De Romeinen bewaarden hun wijn namelijk niet in flessen maar in
amfora's; vazen, gemaakt van terracotta, glas of metaal met ronde romp en brede mond, voorzien van twee oren die verticaal geplaatst hals en romp verbinden.
De Middeleeuwen
Na de val van het West-Romeinse rijk (476 na Christus) bleven boeren de wijngaarden in de Languedoc-Roussillon bewerken en dit ondanks de verdeling van de streek na invasies door de Franken en de Visigoten (Germaans volk dat in opstand kwam tegen Rome). Het is de kerk die uiteindelijk stabiliteit brengt in de streek. De oprichting van abdijen door Benedictijnen en Cisterciënzers speelt een belangrijke rol in de toestroom van christenen die op bedevaart gingen naar Compostella in Spanje. Santiago de Compostela werd één van de belangrijkste bedevaartsoorden van het Latijnse christendom, nadat in de loop van de 9de eeuw het bericht werd verspreid men daar het lichaam van de apostel Jakobus de Oudere had gevonden. De abdijen moesten de pelgrims opvangen en hen eten en onderdak verschaffen. De monniken moesten dus in het levensonderhoud voorzien van veel reizigers en daarom ontgonnen ze landbouwgrond en legden ze nieuwe wijngaarden aan. Deze periode betekende opnieuw een impuls voor de wijnbouw in de streek van Languedoc-Roussillon. Wijn was namelijk nodig voor de misviering en als drank bij het eten.
In de 13de eeuw neemt de koning van Frankrijk de Languedoc-Roussillon in bezit. Deze overname zal zijn sporen nalaten in de hele regio. Om de hooggeplaatste heren uit het noorden van Frankrijk de kans te geven zich permanent te vestigen, wordt er een bloedige godsdienstoorlog ontketent waardoor het centraal gezag zijn macht in de streek kan versterken. Echter, in het midden van de 14de eeuw kwam de pest vanuit Italië en hele Zuid-Franse dorpen werden ontvolkt waardoor ook vele wijngaarden werden achtergelaten.
16de tot 18de eeuw
De opkomst van het protestantisme in de 17de eeuw zorgt voor een eeuwenlange teistering van godsdienstoorlogen. Toch betekenen deze woelige tijden ook een heropleving van de economie doordat de regio belangrijk wordt voor de wol -en zijdeproductie in Frankrijk. De wijnbouw wordt verbeterd met Spaanse wijnstokken en ook het bevolkingsaantal groeit weer gestaag dankzij onder andere de aanleg van het
"Canal du Midi", waardoor er verkeer mogelijk is tussen de streken aan de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. Vanaf de 18de eeuw ontgint bijna elke boer wel één of meerdere wijngaarden en worden grote stukken bergflanken omgezet in wijngaarden.
19de en 20ste eeuw
In de 19de eeuw wordt de graanproductie minder rendabel en veel boeren schakelen meer en meer over op wijnbouw. In deze tijd ontstaan de grote wijndomeinen en worden meer en meer taken geautomatiseerd door invloed van de industriële revolutie. Men zoekt naar methoden die het rendement verhogen, dikwijls ten koste van de kwaliteit. In deze periode kwamen ook de grote ziekten van de wijnstok naar Frankrijk. In 1847 werd de eerste keer de schimmelziekte Oïdium waargenomen die alle groene delen van de plant vernietigt. Ook de meeldauw, een andere schimmelziekte, verscheen voor de eerste keer in 1878. Beide schimmels kwamen uit de Verenigde Staten en werden en worden in veel gevallen nog steeds met zwavel bestreden.
Samen met de Amerikaanse wijnstokken werden niet alleen de schimmelziektes maar ook de druifluis ingevoerd. In 1864 werd de luis voor het eerst in Europa aangetroffen in het departement Gard van de Languedoc-streek. In 1879 had zij reeds meer dan de helft van de Franse wijngaarden vernietigd, waarna ze grote verwoestingen aanrichtte in de Italiaanse en Duitse wijngaarden. In de Languedoc-Roussillon veroorzaakt de druifluis het faillissement van een aantal grote wijnboeren.
Een nieuwe zware slag onderging de wijnbouw in 1907, toen de slechte verkoop en het kelderen van de prijzen bij vele wijnboeren kwaad bloed zette. De problemen zaten er nochtans al een tijdje aan te komen doordat Spanje was begonnen met het heffen van taksen op ingevoerde wijn om zijn eigen wijnindustrie te beschermen. Spaanse wijn kon echter nog steeds vrij naar Frankrijk worden uitgevoerd. Verder waren de wijnhandelaars goed georganiseerd en almachtig en de wijnboeren waren voor hun inkomen volledig afhankelijk van de prijs die ze voor hun wijn kregen. Zij deden immers aan monocultuur en hadden geen andere inkomsten. Zij maakten ook geen deel uit van een organisatie die in hun naam kon onderhandelen.
Over heel Frankrijk voerden de boeren acties en in de Languedoc-Roussillon kwam het tot een opstand die bloedig neergeslagen werd door het leger.
Deze crisis gaf uiteindelijk de aanleiding tot het oprichten van verenigingen van wijnboeren, de zogenaamde coöperatieven, die ervoor zorgden dat door het gemeenschappelijk gebruik van materiaal de kosten gedrukt werden en men meer mogelijkheden kreeg voor het commercialiseren van de producten. In de Languedoc-Roussillon werden de eerste stappen gezet in de richting van kwaliteitswijnen zoals de appellation Saint-Chinan, Minervois, Corbières of Latour-de-France.
De toekomst voor de streek
Eind 2014, begin 2015, zijn er enkele vergaderingen geweest tussen de verschillende wijnbouw-verantwoordelijken uit de streek van de zuidelijke Pyreneeën en Languedoc Roussillon. De samenvoeging van deze twee zou een gigantische reus teweegbrengen op gebied van wijnbouw. Wanneer men de 12 miljoen hectoliter, geproduceerd in Languedoc Roussillon, samenvoegt met de 3,5 miljoen hectoliter van de Zuidwest-wijnen, dan komt men aan een totaal dat meer dan één derde zou uitmaken van de 44 miljoen hectoliter die momenteel in heel Frankrijk wordt geproduceerd.
De deal is echter nog niet rond, want de wijnmakers drukken erop dat de zwaarbevochten identiteit van beide streken dient te worden beschermd; ook al zouden de zakelijke opportuniteiten voor beide zeer lucratief kunnen zijn.
Lees verder