Correct wijn serveren
Of het nu om een alledaagse wijn of een kostbaar oud wijnjaar gaat, zorgvuldig uitschenken, de juiste temperatuur, de keuze van het geschikte glas zijn zeer belangrijk om de fles tot zijn recht te doen komen. In dit artikel gaan we terug naar de eerste stappen van het serveren van wijn; stappen die velen weleens nonchalant durven vergeten.
Gelegenheid
Wijn serveren omvat alles wat er gebeurt tussen de keuze van de wijn en het genot ervan in het glas. Doe dit zo ontspannen mogelijk. Een kurkentrekker en een glas is alles wat u nodig hebt als de wijn eenvoudig is, de gelegenheid ongedwongen en de beslissing om de fles te openen wellicht spontaan werd genomen.
Maar zelfs een eenvoudige fles smaakt beter op de juiste temperatuur en in het goede glas. Heel veel genoegen kan worden beleefd als de correcte manier van serveren wordt gevolgd, vooral wanneer de wijn een tikje beter is en de gelegenheid een beetje plechtiger.
Tijd
Gun wijn tijd is een heel belangrijk gegeven bij het serveren van wijn. Een fles die recht uit de boodschappentas op tafel wordt gezet, zal nooit het beste van zichzelf geven. Dat kan nog min of meer met alledaagse wijnen, maar betere en oudere wijnen lijden eronder als ze verplaatst worden en herwinnen hun evenwicht en karakter alleen maar na een rustperiode, bij voorkeur op een koele, donkere plek. Voor sommige fijne wijnen (deze die geneigd zijn bezinksel in de fles te ontwikkelen) is stabiliteit van vitaal belang. Wees vooruitziend en zet zulke wijnen twee dagen voordat u ze gaat drinken rechtop zodat het bezinksel zich op de bodem van de fles kan vastzetten in plaats van op de zijkant. Geef de flessen tijd om te koelen of op te warmen vóór de maaltijd.
Het juiste glas
Wijn smaakt anders en beter als u hem drinkt uit het juiste glas. Bij de keuze van het glas zijn vorm, formaat en materiaal de belangrijkste factoren. Dan pas volgt de traditie van de meeste wijnstreken, die hun eigen geliefkoosde vormen en zelfs kleuren van glazen hebben, passend bij hun lokale wijn. Zorg er alvast voor dat u ze op tijd uit de kast of de doos haalt zodat alle kwalijke geurtjes verdwenen zijn. Afwassen doet u bij voorkeur met de hand en warm, zuiver water, al dan niet met een beetje afwasmiddel. Gebruik een stofvrije linnen doek om ze af te drogen.
Een wijnglas moet convex zijn en de vorm van een gesloten tulp hebben, zodat het wijnaroma er als het ware in opgesloten wordt. Een ondiep glas heeft een te grote oppervlakte en kan het aroma niet bewaren. Ook noodzakelijk is een voldoende lang voetstuk, zodat het glas kan worden vastgehouden zonder dat de hand in contact komt met de kelk. Een glas gekoelde wijn zal bijvoorbeeld vlug opgewarmd worden door de hand.
Een glas moet groot genoeg zijn zodat het niet meer dan voor één vierde of één derde hoeft te worden gevuld. Als het glas te klein of te vol is, kan de wijn niet worden rond gewalst om zijn aroma vrij te geven en het glas kan niet schuin gehouden worden om de inhoud te bekijken. In een normaal glas wordt ongeveer 90 ml wijn geschonken, dus een glas moet ongeveer 270 ml kunnen bevatten. Vele glazen ontworpen voor rode wijn kunnen meer bevatten. Vermijd extreem grote glazen. Voor rode wijn is er eentje met een inhoud van 350-400 ml ideaal. Een uitzondering op de regel is de champagnefluit; een hoog en slank glas ontworpen om de kleur en de belletjes van mousserende wijn te tonen. Het wordt voor driekwart gevuld.
De beste wijnglazen zijn helder en gemaakt van onversierd ongeslepen glas. Geslepen kristal en glazen gedecoreerd met goud kunnen op zich aantrekkelijk zijn, maar zijn niet geschikt om wijn te waarderen en ervan te genieten. Gekleurd glas maakt het onmogelijk de kleur van de wijn te beoordelen. Het beste materiaal voor een wijnglas is het fijnste kristal dat u zich kunt veroorloven. Kristallen glazen zijn optimaal helder, zodat u de kleur van de wijn ongestoord naar waarde kunt schatten.
Vergelijkende proeven hebben aangetoond dat de fijnheid van het glas bijdraagt tot het genot van de wijn. Maar materiaal komt op de derde plaats na vorm en formaat. Vele wijnliefhebbers vermijden de kostbare en fijne kristallen omdat de bezorgdheid om ze te breken (bij het klinken bijvoorbeeld) het plezier in de weg staat.
Volgorde van serveren
Gewoonte dicteert de volgorde van het serveren van wijn en zijn plaats op het menu. Het gebruik is: witte wijn vóór rode, jonge vóór oude, lichte vóór zware, droge vóór zoete, kleine vóór fijne of zeldzame. Witte wijnen bij de eerste gangen van de maaltijd, rode bij het hoofdgerecht.
Serveer geen dominerende, aromatische wijn zoals Gewürztraminer om dan te verwachten dat een delicate Bourgogne er nadien nog goed uitkomt. Krachtige jonge wijn kan oudere wijn overvleugelen. Denk aan het karakter van de wijn en overweeg dat buren goede partners vormen: een Sancerre, gevolgd door een Chinon, een witte Graves en vervolgende een Médoc. Al deze "principes" zijn gedicteerd door gezond verstand, maar er wordt nauwelijks aan gedacht hoe voorbijgaand ze wel zijn. Met de tijd en van land tot land veranderen ze. Wanneer u verschillende wijnen tezelfdertijd serveert, zorg er dan voor dat er wat pauze is tussen de verschillende wijnen en zorg altijd voor voldoende water aan tafel.
Lees verder