Koken voor beginners

Koken lijkt simpel, maar is het vaak niet. Helemaal niet voor beginnende koks, zoals studenten. Daarom hier een paar handige tips voor het bereiden van een gezonde maaltijd. De benodigde ingrediënten en hoeveelheden worden in de tekst aangegeven en zijn steeds gebaseerd op één persoon.

Aardappelen

Probeer, voordat je begint, voor jezelf in te schatten hoeveel aardappelen je in je eentje eet. Dit zullen er meestal twee tot drie per maaltijd zijn. Als je voor jezelf hebt bepaald hoeveel aardappelen je wilt eten, kun je beginnen met koken. Schil de aardappelen en zorg er voor dat je pitten en rare plekken ook weghaalt. Hierna moet je de aardappelen even doormidden snijden en ze goed wassen voordat je ze gaat koken.

Nu de aardappelen geschild en gewassen zijn, zet je ze in een laag water in een geschikte pan. Zorg ervoor dat de aardappelen niet helemaal onder water verdwijnen, laat de topjes boven het water uitsteken. Zet vervolgens de pan op het vuur en wacht tot de aardappelen koken. Gooi er nu wat zout bij om de aardappelen op smaak te brengen. Laat de aardappelen nu ongeveer 20 minuten zachtjes door koken, zorg er dus voor dat het vuur niet te hard staat en dat de aardappelen nog wel door koken.

Om te controleren of de aardappelen gaar zijn, kun je eentje doorprikken en kijken of deze zacht is van binnen.
Giet de aardappelen na 20 minuten koken goed af en zet ze nog even met deksel op tafel om af te koelen.

Gehakt

De eerste stap naar een lekker gehaktbal, is het verhitten van margarine of boter in een braadpan (geen koekenpan!). Ondertussen kneed je het gehakt, voor één persoon ongeveer 150 gram, in één of meerdere ballen. Als het gehakt ongekruid is, kun je er gehaktkruiden (of peper en zout) door gooien, ongeveer 10 gram per 100 gram gehakt. Om wat variatie aan te brengen, kun je stukjes paprika en uit door het gehakt mengen en dit dus in de gehaktbal opnemen.

Stop je gehaktbal in de pan als de boter warm is en zorg er voor dat het vuur de eerste paar minuten hoog staat. Draai de gehaktbal vaak genoeg om, zodat de hele bal mooi bruin wordt. Zet hierna het vuur zachter en voeg water toe, zodat de onderkant van de bal onder water staat. Laat, nadat het geheel is gaan koken, de gehaktbal nog zo’n 25 minuten door sudderen op laag vuur. Zorg er voor dat je de bal onder het sudderen af en toe omdraait. Controleer na de 25 minuten of de bal gaar is!

Kipfilet

Bij het bereiden van een maaltijd met kip(filet) moet je extra voorzichtig zijn. In kippenvlees kan namelijk de Salmonella bacterie voorkomen, waar ook mensen erg ziek van kunnen worden. Door de kip op een juiste manier te bereiden, voorkom je besmetting met de Salmonella bacterie.

Begin, net als bij het gehakt, met het verhitten van margarine of boter in een koekenpan. Ondertussen kun je de kipfilet in stukjes of blokjes snijden, maar dit hoeft niet. Om de kip op smaak te brengen, kun je eventueel ook kipkruiden gebruiken om de filet te marineren. Als de boter goudbruin kleurt, kan de kipfilet in de pan. Zet het vuur hoog en draai de stukjes/het stuk geregeld om. Na twee minuten kun je het vuur lager zetten en laat je de filet rustig doorbakken. Zorg er voor dat de kipfilet een lekker bruin kleurtje krijgt en vooral dat de filet gaar is van binnen!

Onder het bakken zou je zelf een sausje kunnen maken voor bij de kip. Denk hierbij aan een lekkere zoetzure saus of aan een kerrie sausje. Voordat je aan tafel gaat is het verstandig om de kip door midden te snijden om te controleren of deze gaar is.

Wortelen

Bij aardappelen en vlees hoort natuurlijk ook groente. Wortelen zijn vaak populair en daarom hier hoe je het recept.

Koop ongeveer 200 gram verse wortelen in de supermarkt. Scheidt het loof van de wortel en maak de wortelen schoon. Als de wortelen niet goed schoon willen, kun je de bovenste laag van de wortelen afschillen. Snij de wortelen nu in stukken en leg ze in een pan met water. Zet de wortelen op het vuur en laat ze koken. Voeg dan naar behoeve suiker toe (niet te veel bij zomerwortelen) en laat de wortelen nog minimaal 15 minuten koken. Prik met een vork door de wortelen om te voelen of ze zacht genoeg zijn om te serveren. Als laatste stap giet je de wortelen netjes af.

Sperziebonen

Een verse en goede sperzieboon geeft een klein knakje als je hem door midden breekt. Dit soort bonen heb je nodig voor een gezonde maaltijd met sperziebonen.

Om te beginnen snijd je kop en kont van de sperziebonen af en kun je de bonen eventueel door midden breken. Hierna was je de bonen goed, of laat je ze een tijdje in een bak water weken. Als de sperziebonen schoon zijn, leg je ze in een pan met water. Zorg er voor dat de bonen net onder water liggen. Zet het geheel op het vuur en laat het koken. Als de bonen koken, kun je eventueel wat zout toevoegen, dit is echter geen vereiste. Laat de sperziebonen nu ongeveer 15 minuten koken en roer ze af en toe even om. Giet de bonen af als je zeker weet dat ze gaar zijn.

Ei

Het koken van een ei is niet moeilijk! Let er echter wel op, dat je de eieren goed en op de juiste manier kookt. Dit natuurlijk in verband met de kwaliteit van je eitje, maar ook om besmetting met de Salmonella bacterie te voorkomen. Zorg er dus voor dat je ei goed gaar is als je hem gaat eten.

Voor het koken van een eitje breng je een ruime hoeveelheid water aan de kook. Je kunt de eieren vanaf het begin mee koken, of ze er pas inleggen als het water borrelt. Wil je een zacht gekookt ei? Zorg dan dat je het eitje niet langer dan 5 minuten laat door koken. Voor een halfhard ei houdt je 6 tot 7 minuten aan en voor een hard gekookt ei ongeveer 10 minuten. Giet de eieren af als de tijd verstreken is en laat ze daarna even goed ‘schrikken’ met koud kraanwater.

Nu de eieren gekookt zijn, kun je ze vaak direct al gemakkelijk pellen. Je kunt ook wachten met pellen en de eieren bewaren in de koelkast. Zorg ervoor dat je eieren niet te lang in de koelkast laat staan om bederf te voorkomen.

Lekker voor op brood is natuurlijk een gebakken eitje. Ook dit is simpel te maken. Smelt als eerste een beetje boter in een koekenpan. Als de boter warm is, breek je de eieren open en laat je de inhoud in de pan glijden. Probeer niet te hard op het ei te slaan, het risico is dan groot dat hij uit je handen glipt. Sla ook niet te zacht, dan heb je kans op stukjes eierschaal in je gebakken ei. Als het ei in de pan zit, laat je deze lekker bakken op een laag vuur. Laat het ei goed stevig worden en draai het niet om! Bekijk zelf wanneer het ei voor jou goed is. Probeer uiteindelijk het gebakken ei netjes te serveren en breng het op smaak met wat peper en zout.

Tostie

Zoals de meeste mensen wel weten, kun je een tosti maken met een tosti apparaat. Als je deze echter niet tot je beschikking hebt, kun je ook tosti’s maken met een koekenpan.

Voor een lekkere tosti maak je gebruik van twee boterhammen, twee plakken kaas en één plak ham. Dit zijn de plakken die je kant-en-klaar in de winkel in vacuümverpakking aantreft. Laat, als de tosti gemaakt is, een klontje boter in de koekenpan smelten. Wanneer de boter warm is, laat je de tosti in de pan glijden. Zet het vuur bijna helemaal open en laat de tosti lekker bruin worden. Zorg er voor dat je in ieder geval om de minuut omdraait. Als de kaas smelt en de tosti knapperig en bruin is, kun je deze serveren.

Tonijnsalade

En zelfgemaakte, frisse tonijnsalade is altijd lekker voor op brood of bij een barbecue. De onderstaande hoeveelheden zijn voor een salade voor twee tot drie personen.

Om te beginnen koop je twee blikjes tonijn (gesnipperd), welke op waterbasis of op oliebasis verkrijgbaar zijn. De inhoud van de blikjes tonijn giet je beide af en doe je in een schaaltje. Hierbij voeg je ongeveer twee augurken, welke je in kleine stukjes snijdt. Roer door dit geheel dan twee eetlepels mayonaise en eventueel ook nog drie eetlepels ketchup. Zorg dat je een lekkere, smeuïge massa krijgt.

Breng de tonijnsalade vervolgens op smaak met wat peper en zout. Als extra optie kun je een halve appel in kleine stukjes snipperen en deze door de tonijnsalade mengen. Serveer de salade op een schaal of op een boterham gegarneerd met een paar blaadjes sla.

Pannenkoeken

Hieronder volgt het recept voor het maken van een normale, basis pannenkoek.

Om te beginnen maken we de pannenkoekenmix. Doe ongeveer 400 gram pannenkoekenmeel in een grote kom. Voeg hierbij één ei en 0.8 liter melk. Mix dit geheel met een mixer zo glad mogelijk, dus zorg dat er zo min mogelijk klonten in de mix blijven.

Als het beslag klaar is, smelt je een klontje boter in een koekenpan op hoog vuur. Als de pan heet is, giet je een flinke schep beslag in de pan. Zorg dat de bodem van de pan geheel bedekt is met beslag. Zet het vuur lager en zorg dat de pannenkoek niet aan brandt. Als de bovenkant van de pannenkoek bijna droog is, kun je hem omdraaien met een spatel. Dit is vaak lastig en daarom is het belangrijk om goed te kijken of de pannenkoek stevig genoeg is om te keren. Als het omdraaien gelukt is, laat je de pannenkoek nog even doorbakken en serveert hem als hij ook aan de onderkant een beetje bruin is.

Serveren kan met poeder- of bruine suiker, maar ook met stroop, honing of jam. Je kunt je pannenkoek natuurlijk ook opsieren en lekkerder maken met extra ingrediënten, zoals stukjes appel, spek of kaas. Deze ingrediënten bak je mee met de pannenkoek. Pas echter op bij het omdraaien, dit kan lastig zijn bij ingewikkelde pannenkoeken.