De Oostenrijkse keuken: Nagerechten
Diverse nagerechten uit Oostenrijk. Bakdeeg, slotenmakerjongens, aardappeldeeg, knödels en Weense wasmeisjes.
Oostenrijkse nagerechten
De recepten zijn voor 4 personen.
Backteig – Bakdeeg
Ingrediënten
- 1/4l wijn, bier of melk
- 250 gr meel
- 3 eetlepels olie
- 3 eieren
- 30 gr suiker
- zout
Roer de wijn, bier of melk met meel glad. Voeg zout, olie en eierdooiers toe. Laat het rusten. Klop het eiwit met suiker op en schep erdoor heen. Laat het voor gebruik rusten.
Schlosserbuben – Slotenmakerjongens
Ingrediënten
- melk/ wijndeeg (zie bakdeeg)
- ½ l water
- 100 gr kristalsuiker
- 24 gedroogde pruimen
- 200 gr marsepein
- 100 gr geraspte chocolade
- 50 gr poedersuiker
- kaneelstokje
- kruidnagel
- citroensap
- bakboter
Verhit het water met kristalsuiker, kaneelstokje, kruidnagel en citroensap. Gaar de pruimen erin en laat het een nacht trekken op kamertemperatuur. Druk elke keer 2 pruimen met 20 gram marsepein in elkaar, haal het door het deeg en frituur het in een laag olie bij 170˚C. Dep het overtollig vet af en rol het door het chocolade-poedersuiker mengsel.
Wiener Wäschmädeln – Weense wasmeisjes
Ingrediënten
- wijndeeg (zie bakdeeg)
- 8 abrikozen
- 1/16 l abrikozen likeur
- 200 gr marsepein
- poedersuiker
- vanillesaus
- bakboter
Was de abrikozen, halveer en ontpit ze. Besprenkel de abrikozen met abrikozenlikeur en strooi er poedersuiker over. Laat de likeur intrekken en druk elke keer twee helften me een stukje marsepein bij elkaar. Haal de abrikozen door het wijndeeg en frituur ze in heet vet, 170˚C. Dep het overtollige vet af, strooi er poedersuiker overheen en serveer met vanillesaus. Voor de volgende twee recepten heeft u Kartoffelteig – Aardappeldeeg nodig.
Kartoffelteig – Aardappeldeeg
Ingrediënten
- 300 gr kruimige aardappelen
- 120 gr meel
- 30 gr griesmeel
- 30 rg zachte boter
- 2 eierdooiers
- zout
Laat de gekookte, geschilde aardappelen uitdampen, stamp ze en verwerk ze samen met warme boter en de andere ingrediënten tot deeg. Kneed niet te lang, dit is slecht voor het deeg.
Marillenknödel – Abrikozenknoedel
Ingrediënten
- aardappeldeeg (zie hierboven)
- 8 abrikozen
- 8 suikerklontjes
- 90 gr zachte boter
- 150 gr paneermeel
- poedersuiker
- aardappeldeeg
Was de abrikozen en droog ze. Druk met het uiteinde van de lepel de pit eruit. Druk er een klontje suiker in. Vorm het aardappeldeeg in een ongeveer 5 centimeter dikke rol, snijd het in plakken en druk deze plat. Leg het deeg om de abrikozen en vorm een knoedel en leg het in zacht kokend, zout, water. Afhankelijk van de grootte, 12 tot 15 minuten afgedekt laten koken. Giet de knoedel goed af. Bak het paneermeel in boter goudgeel en rol de knoedel erdoor heen. Bestrooi het met poedersuiker.
Zwetschenknödel – Pruimenknoedel
Ingrediënten
- aardappeldeeg (zie hierboven)
- 8 pruimen
- 8 suikerklontjes
- 90 gr zachte boter
- 150 gr paneermeel
- poedersuiker
Was de pruimen en droog ze af, snijd ze open en haal de pit eruit. Leg een klontje suiker in de pruim. Vorm het aardappeldeeg in een ongeveer 5 centimeter dikke rol, snijd het in plakken en druk deze plat. Leg het deeg om de pruimen, vorm een knoedel en leg het in zacht kokend, zout, water. Kook het, afhankelijk van de grootte, 12 tot 15 minuten. Giet het goed af. Bak het paneermeel in boter goudgeel en rol de knoedel erdoor heen. Serveer het met poedersuiker.