Speciale broden
Bij een belangrijke dag hoort een feestelijk brood. Voor de meeste dagen zijn er ook speciale broden, de flink gevulde kerstbroden en de paashaantjes kennen we allemaal wel. De Driekoningenbroden zijn niet zo bekend meer en wat zijn de luilakbollen? Een rondje feestelijk brood of brood voor een feestje.
Inhoud
Driekoningen
Op 6 januari wordt Driekoningen gevierd door de Christenen. Het is de dag waarop de drie wijzen het kindje Jezus geschenken konden geven en voor het eerst zien. Eigenlijk zou het feest dus de ‘Driewijzen’ genoemd moeten worden maar de volksfolklore besliste anders. In de negende eeuw kregen de wijzen een naam: Melchior, Gaspar en Balthazar. Het was een belangrijk feest en vaak wordt aangehaald dat zelfs Willem Barentsz op Nova Zembla het feest heeft gevierd. Voor de kinderen was er een optocht op Driekoningenavond, een beetje te vergelijken met Sint Maarten. De kinderen zijn verkleed als koningen.
Soms wordt er een vergelijking gemaakt met het einde van de Germaanse Joeltijd, deze valt ook altijd rond 6 januari. Veel van de gebruiken van het Driekoningen zijn terug te voeren tot Germaanse rituelen die het einde van de nieuwjaarsfeesten en de vasten aangaven. De boon in het koningenbrood zou aangeven dat de vasten voorbij was en het vuur in de lampionnen zou de gemene geesten verdrijven.
Driekoningen is een feest dat vooral thuis gevierd wordt met eten en drankjes. Het brood dat bij het feest hoort: Driekoningenbrood of Koningsbrood. In het brood wordt een muntje of boon verstopt, wie deze op zijn bord krijgt is de ‘koning’ van de dag.
Driekoningenbrood
- 500 g bloem
- 1 theelepel zout
- 50 g suiker
- 1 1/2 dl melk
- 40 g gist
- 125 g boter
Eerst de gist aanmaken met een beetje van de lauwe melk. Dan een gistbeslag maken van de bovenstaande ingrediënten.
Het deeg daarna minstens een half uur laten rijzen.
Kneed dan:
door het brood en verstop
in het deeg.
Leg het brood op een beboterd bakblik en laat het nog een ½ uur rijzen
In een voorverwarmde oven van ongeveer 225 graden drie kwartier bakken.
Kwast wat boter over het brood
Knip een ster uit een groot vel papier en leg dat over het brood, bestrooi het brood met poedersuiker.
Luilak
Luilak begint rond eerste Pinksterdag. Maar met het kerkelijk feest heeft het waarschijnlijk weinig te maken. Het feest is wat het zegt, voor alle luilakken. Wakker worden, er moet gewerkt worden op het land en wie dat nu niet doet heeft de komende winter honger. Alle langslapers en luilakken werden openlijk voor paal gezet op deze dag. Het was ook een ruw feest waarbij veel gevochten werd door groepjes jongeren. Het Amsterdamse gemeentebestuur had grote moeite in de 17e en 18e eeuw om de jongelui in toom te houden.
Wie te laat kwam op zijn werk moest trakteren, op drank of op speciale broodjes, luilakbollen. Luilakbollen zijn witte bolletjes die gegeten werden met stroop. ‘Officieel’ wordt Luilak gevierd op de zaterdag voor Pinksteren. Luilakbollen eet je bij het ontbijt.
Luilakbollen
- 500 gram bloem
- 40 gram gist
- 2 1/2 dl lauwe melk
- 1/2 eetlepel zout
- geraspte citroenschil
- 60 gram gesmolten boter
- 20 gram basterdsuiker (donker)
Gist aanmaken met wat lauwe melk. Maak een gistbeslag van de bovenstaande ingrediënten. Zeker een half uur laten rijzen.
Dan:
- 100 gram rozijnen
- 100 gram krenten
Door het deeg mengen en bolletjes maken. Ongeveer 14. Op een ingevet bakblik leggen en weer een ½ uur laten rijzen.
Het ei loskloppen en de bolletjes ermee bestrijken.
In een superhete oven een kwartier bakken. (hete luchtoven 225 graden)
Duivekater
Duivekater hoort bij de Midwintertijd en je eet het van 5 december tot 6 januari (Driekoningen). De Duivekater gaat terug tot de Germaanse offertijd. Germanen offerden maagden, toen dat in onbruik raakte dieren, en weer daarna, broden in de vorm van een been (of knook). Duivekater wordt ook wel scheenbeenbrood genoemd. Tegenwoordig schijnt het brood vooral gegeten te worden in de Zaanstreek. Speciaal aan dit brood is dus de vorm en het vergt een beetje knipwerk. Het originele Germaanse recept is al heel lang verdwenen maar met een beetje creativiteit is het volgende recept goed voor een echte ‘duivelse kater’.
Duivelse Kater
- 500 gram bloem
- 20 gram gedroogde gist
- 100 gram suiker
- 200 ml. lauwwarm water
- 75 gram zachte roomboter
- 1 theelepels zout
- rasp van een citroenschil
- 1 ei
Bloem zeven en er een kuiltje in maken, gist in het kuiltje doen en er wat suiker bijvoegen en een scheut van het water. Maak hier een gistpapje van (in het midden), daarna goed door elkaar mengen en een kwartier laten rusten. Daarna de suiker, citroenschil, boter en het zout toevoegen. Het brood ongeveer een minuut of 10 flink kneden er ontstaan grote ‘bellen’.
Het deeg in een plastic zak doen en een uur laten rijzen.
Het brood daarna plat slaan en er met een deegroller een lang plat brood van maken. Laat dat nogmaals rijzen voor een kwartiertje onder een doek op een ingevet bakblik. Knip daarna de uiteinden in, twee keer inknippen zo’n 10 centimeter en dan de buitenste rond naar buiten draaien. Het moet de vorm van een bot krijgen. (Dus beide kanten)
Met ei bestrijken en in een voorverwarmde oven van 200 graden, een half uur.