Rijstevlaai uit Wallonië: net even anders en altijd lekker
Vlaai is een van de bekendste streekspecialiteiten uit Limburg. Vroeger moest je er ook voor naar Limburg afreizen, tegenwoordig kun je vruchtenvlaai en rijstevlaai in elke Nederlandse plaats van enige betekenis dagelijks vers kopen. Een soort die het nog steeds de moeite maakt om zelf de auto of trein richting zuiden te nemen, is de Waalse variant op rijstevlaai. Met een hartige bodem, smeuïge vulling en een goddelijk gebrand bovenlaagje.
Vlaai is populair in Nederlands en Belgisch Limburg, maar ook in Wallonië, bijvoorbeeld in de Franstalige provincie
Luik. De toch al feestelijk ogende etalages van banketbakkerijen in steden als Luik, Visé, Verviers en Aywalle ogen voor de vlaaienliefhebber extra aantrekkelijk als ze geel gekleurd zijn door enkele plaatselijke specialiteiten. Elke plaats claimt een eigen variant op de
rijstevlaai, maar als je de recepten vergelijkt, zie je over het algemeen weinig verschil.
Germaanse vlade
Naar verluidt is vlaaien bakken van oorsprong een Germaanse gewoonte. De
Germanen zouden hun brood gebakken hebben door deeg uit te rollen op een in het vuur verhitte steen. Het baksel werd met honing of vruchtensap overgoten om het smakelijker de maken. De oervlaai, in het Germaans ‘vlade’ genoemd, was daarmee geboren. Het gebak werd gegeten tijdens offerfeesten. Na de kerstening van de Lage Landen bakte men de
vlaaien aanvankelijk alleen met Pasen, later tijdens elke hoogtijdag en tegenwoordig is bijna elke dag geschikt om vlaai te eten.
Fruit of rijst
De Limburgers eten vooral
vruchtenvlaai, met een vlechtwerk van deeg over de fruitvulling. Liefhebbers van rijstevlaai roemen de variant uit de provincie Luik. Deze is vaak kleiner dan de
rijstevlaai uit Limburg, heeft een hartiger bodem, smaakt smeuïger omdat er eidooier in wordt verwerkt en wordt ‘goddelijk’ afgemaakt met een gebrand bovenlaagje.
En de winnaar is...
Geheimtip: koop een stuk rijstevlaai van de wafelbakker op het treinstation van
Luik-Guillemins. Vroeger huisde de bakker in een wat kaal ogend verkooppunt en hadden alleen de kenners genoeg moed om er iets te kopen. Want lekkerder vlaai eet je zelden. Nu de nieuwbouw van het station voorziet in een ondergrondse koopgoot, kun je de vlaai krijgen bij een van de broodjeszaken.
Recept Rijstevlaai uit de provincie Luik
Gebak voor 4 personen
Ingrediënten
- 200 gram bloem
- 1 eidooier
- 1 mespunt zout
- 1 eetlepel suiker
- 15 gram bakkersgist
- 30 gram boter
- 150 gram dessertrijst
- 1 dl water
- 1 mespunt zout
- 1 dl melk
- 1 zakje vanillesuiker
- 200 gram suiker
- 1 klontje boter
- 1 pijpje kaneel
- 3 eieren
- 2 druppels amandelextract
Bereiding
Maak deeg van bloem, eidooier, 1 mespunt zout, 1 eetlepel suiker, bakkersgist en 30 gram boter. Laat het deeg gedurende 20-30 minuten
rijzen. Spoel de rijst in water en laat het 4 minuten koken in water met 1 mespunt zout. Laat de rijst uitdruipen en breng de melk aan de kook.
Kook de rijst 15-20 minuten verder in de melk tot de melk is opgenomen en de rijst gaar is. Voeg eventueel een zakje vanillesuiker toe. Vet een bakvorm in en rol het deeg uit over de bodem en de randen. Laat het tien minuten zo staan. Voeg 200 gram suiker, 1 klontje boter en kaneel toe aan de rijst, roer goed door en laat afkoelen. Splits de eieren. Roer het eigeel door de rijst, klop het eiwit op tot een luchtige substantie en roer ook dit door het rijstmengsel. Giet het rijstmengsel uit op het deeg. Verwarm de oven voor en
bak de vlaai 15-20 minuten op 220 graden Celsius. Zet eventueel de laatste vijf minuten de oven op grillstand voor een knapperig bruin laagje op de vlaai.