Positieve en negatieve gevolgen van palmolieproductie
Palmolie wordt heel vaak gebruikt in de keuken omdat het een olie is die een neutrale smaak heeft en nogal gebruiksvriendelijk is. Ook bedrijven hebben het nut reeds ingezien van palmolie wat een grote vraag met zich meebrengt. Deze vraag naar een verhoogde palmproductie zorgt echter voor heel wat problemen. Wat maakt palmolie zo aantrekkelijk? Is palmolie nu gezond of ongezond? En welke positieve of negatieve gevolgen brengt de palmolieproductie met zich mee?
Hoe wordt palmolie gemaakt?
De oliepalm
Palmolie wordt gewonnen uit de vrucht van de oliepalmen of Elaeis guineensis. Een oliepalm geeft 12 tot 15 keer per jaar nieuwe vruchten. De oliepalm heeft een tropisch klimaat nodig waardoor ze vooral in Zuidoost-Azië gedijen. Landen zoals Maleisië en Indonesië zijn dan ook goed voor 87 procent van de wereldproductie. Oliepalmen worden eveneens geteeld rond de Golf van Guinee en Latijns-Amerika.
Bron: Tristantan, Pixabay De vrucht
Palmvruchten hebben een oranjerode kleur met vaak een gele onderkant en een zwarte bovenkant. Ze hebben een langwerpige vorm en kunnen tot 5 centimeter groot zijn. Aan één tros hangen er vaak honderden tot duizenden palmvruchten. Een tros kan tot 25 kilo wegen. Nadat de oliepalm geplant wordt, moet men wel drie jaar wachten op de eerste vruchten.
Verwerking
24 uur na het oogsten, worden de vruchten onder hoge druk gestoomd. Hierop volgt de persing met machines. Ook de zaden uit de vrucht worden geperst. Het restant van dat zaad wordt na persing verwerkt tot veevoer. De olie die hiervan verkregen wordt, slaat men op om later per tankschip te brengen naar de koper. De koper zal in deze fase een raffinaderij zijn. Zij zuiveren, ontkleuren en ontgeuren de olie. De olie wordt eveneens gescheiden in een vast en vloeibaar deel. Na de raffinaderij is het de beurt aan voedingsmiddelenconcerns. Zij maken met het eindproduct van de raffinaderij margarine of slaolie. Of ze verwerken het tot halffabricaten die dan op hun beurt worden verwerkt in producten zoals ijs of chocolade.
De oliepalm: een hoog rendement
Eén oliepalm kan jaarlijks 45 tot 50 liter olie produceren. Men kan wel 25 jaar genieten van deze opbrengst voor de oliepalm minder begint te redeneren. Om dit rendement te geven heeft de oliepalm geen hoog landbouwareaal nodig. Het is zelfs zo dat het 6 tot 10 keer minder nodig heeft dan andere olierijke gewassen zoals raapzaad, zonnebloem en sojaboon. Bovendien ligt de prijs van palmolie vaak een stuk lager dan van deze aangeboden alternatieven. Per hectare levert de oliepalm 3,68 ton palmolie op terwijl dat bij de andere gewassen schommelt tussen 0,59 en 0,36. Dat is zo’n 4000 liter per hectare. Bovendien geeft de palm het hele jaar door vruchten.
Palmolie: een gebruiksvriendelijk product
Palmolie wordt in veel producten gebruikt omdat het een natuurlijk ingrediënt is met een aantal unieke eigenschappen. Deze eigenschappen zijn dan op hun beurt weer geschikt voor vele toepassingen.
Neutrale smaak
Eén van de unieke eigenschappen van palmolie is dat het een neutrale smaak heeft. Dit zorgt er dus voor dat men het makkelijk in recepten kan gebruiken zonder dat het de smaak van het recept zal beïnvloeden.
Goed bestand tegen hoge temperaturen
Sommige natuurlijke oliën zoals koolzaadolie kunnen niet tegen hoge temperaturen. Palmolie kan dat wel. Dit zorgt er dan ook voor dat het geschikt is voor warme bereidingen.
Oxideert niet snel
Palmolie oxideert niet snel. De kwaliteit van producten met palmolie wordt zo langer behouden.
Is palmolie gezond of ongezond?
Alle vetten en oliën bevatten verzadigde en onverzadigde vetten. Palmolie bevat een perfect evenwicht tussen beide aangezien het bestaat uit 50 procent verzadigde en 50 procent onverzadigde vetten. Voedingsdeskundigen raden echter wel aan om de inname van verzadigde vetten te beperken tot minder dan 10 procent van onze dagelijkse energiebehoefte.
Positieve gevolgen van de teelt van oliepalmen
Bron van tewerkstelling
Dankzij oliepalmen kunnen lokale bevolkingsgroepen uit de armoede klimmen. De teelt creëert namelijk heel wat tewerkstelling en vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale bevolking. Niet enkel tewerkstelling op de plantages zorgt voor een vermindering van de armoede. Ook de banen die indirect gelinkt worden aan de aanwezigheid van de plantages zijn van belang. Bij een bezoek aan de plantages zal men op bepaalde afstanden kleine geïmproviseerde restaurantjes vinden die de catering op zich nemen voor de plantagearbeiders. Ook chauffeurs die de wegen met overladen trucs vaak stuk rijden, zorgen voor tewerkstelling. De wegen moeten worden hersteld alsook de vrachtwagens waar men mee rijdt. Wanneer men de plantages zou reduceren zou men heel wat mensen opnieuw in armoede drijven.
Betere infrastructuur
De vruchten van de oliepalm moeten bij het oogsten snel naar de fabriek worden gebracht om die te verwerken. Die snelheid kan worden verkregen door degelijke wegen aan te leggen. Onder druk van de oliemaatschappijen gaat de overheid hier dan ook vaak investeren op plaatsen waar men dat voorheen helemaal niet van plan was. Niet enkel de oliemaatschappijen hebben belang bij de aanleg van wegen. Ook de lokale bevolking geniet van dit voordeel. Het zorgt tevens voor een nieuwe bron van inkomsten omdat het gebied hierdoor heel wat bereikbaarder wordt voor toeristen.
Scholen en ziekenhuizen
De arbeiders die worden tewerkgesteld op de plantages en fabrieken moeten toch een basiskennis hebben. Ingenieurs of dergelijke worden belangrijk om alles in goede banen te leiden. Bovendien stijgt door de komst van heel wat arbeiders ook het bevolkingsaantal. Deze arbeiders brengen vaak hun familie, en dus ook hun kinderen, mee naar het gebied waar ze tewerkgesteld zijn. Dit betekent dat de nood aan opleiding en scholen maar ook ziekenhuizen groot is. Opnieuw kunnen oliemaatschappijen de regering onder druk zetten om scholen en ziekenhuizen te bouwen in gebieden die men anders niet als prioritair zou beschouwen omwille van een laag bevolkingscijfer.
Negatieve gevolgen
Er schuilen echter ook gevaren in de groeiende vraag naar palmolie. Zeker wanneer die olie niet op een duurzame manier wordt geproduceerd.
Slechte werkomstandigheden
Alhoewel palmolieproductie veel banen creëert, verdwijnen er ook heel wat. De palmolieplantages nemen nogal wat platteland in van de lokale bevolking. Dit maakt het voor hen moeilijk om verder in hun eigen voedselproductie te voorzien. Het platteland dat de lokale bevolking gebruikt had voor de komst van de palmoliebedrijven was echter nooit wettelijk vastgelegd. Dit zorgt er dan ook voor dat de lokale bevolking weinig heeft om op wettelijk vlak aan te vechten.
Men zou bovendien denken dat het probleem zichzelf wel zal oplossen omdat de lokale bevolking gewoon moet veranderen van boer naar een job in de palmoliebedrijven. Het tegendeel is echter waar. Veel bedrijven in de palmoliesector schakelen mensen in van buitenaf. De sector zorgt dus wel voor werk maar niet altijd voor de werkgelegenheid van de lokale bevolking.
Maak palmolie traceerbaar!
Wanneer de palmolie niet traceerbaar is wat betreft herkomst en productie is het moeilijk na te gaan of er al dan niet misbruik is wat betreft sociale wetgeving.
De oplossing hiervoor komt onder andere van de RSPO. Dit is de Roundtable on Sustainable Oil. Dit initiatief, van enkele kleine bedrijven en WWF, stelt een aantal voorwaarden op waar duurzame olie moet aan voldoen. Die voorwaarden zijn gekoppeld aan een degelijke sociale wetgeving, evenwichtig milieu en een transparantie van de bedrijven die toetreden. Wanneer een bedrijf voldoet aan de voorwaarden worden certificaten uitgereikt. De olieproducent kan dan deze certificaten gebruiken om zijn product te doen verschillen van andere. Bovendien kan hij de bewuste consument overtuigen van de duurzaamheid van zijn product en handelen. Sinds de oprichting ervan, in 2005, is 18 procent van de geproduceerde olie gecertificeerd en hebben ze reeds 2000 leden in 2015. Dit kan uiteraard beter maar het is al een begin.
Ontbossing verstoort het evenwicht tussen fauna en flora /
Bron: NadineDoerle, Pixabay Ontbossing
Omwille van de grote vraag naar palmolie gaat men heel wat gebieden ontbossen. Dit heeft zo zijn invloed op de fauna en flora van de gebieden waarin dit gebeurt. De voedselketen van de dieren wordt verstoord wat dan weer het evenwicht van de biodiversiteit doet wankelen. Sommige diersoorten sterven hierdoor uit. Ook zijn de dieren een deel van hun habitat kwijt en moeten ze met meer in een kleiner gebied wonen. Ook dat heeft zo zijn gevolgen.
Door het ontbossen komen er ook meer broeikasgassen vrij. Het ontbossen gaat in Indonesië bijvoorbeeld vaak gepaard met verbranding. Deze verbrandingsmethodes zorgen niet enkel voor rookoverlast maar ook voor luchtverontreiniging. Niet enkel de bomen worden verbrand maar ook droog geworden veenbodems die zich in die bossen bevinden. Het is vooral dit die zorgt voor een grote CO2-uitstoot en dus ernstige luchtverontreiniging. Zo erg zelfs dat ze in Indonesië de derde grootste luchtverontreiniger zijn van de wereld. China en de VS gaan hen nog vooraf.
Alternatieven?
Indien men palmolie zou vervangen door alternatieven zoals koolzaad-, zonnebloem- of sojaolie zou de ontbossing nog groter zijn aangezien ze 4 tot 10 keer meer oppervlakte nodig hebben om dezelfde olieproductie te bekomen. Er is echter wel een oplossing die kan zorgen voor een degelijke palmolieproductie zonder te ontbossen. Maleisië werkte in 2014 een wet uit waarin staat dat men 50% mag ontbossen. Dat getal is nog behoorlijk hoog maar al beter dan een beleid waarin er geen grenzen zijn wat ontbossing betreft. In Maleisië tref je dan ook heel wat palmolieplantages aan op vroegere rubberplantages. Ook oude cacaoplantages werden veranderd in palmolieplantages.
Indien bedrijven verplicht worden vanuit de overheid om anders te denken, doen ze dit ook. Misschien moet men vanuit de overheden meer inspanningen doen om zo de gezondheid, het volk en tegelijkertijd de economie te beschermen.
Gezondheidsproblemen
Om ratten, schimmelziekten en neushoornkevers geen kans te geven om schade te berokkenen, maakt men gebruik van bestrijdingsmiddelen. Deze middelen met gevaarlijke stoffen erin worden echter ook blootgesteld aan de lokale bevolking. De gevolgen op medisch vlak zijn dan ook groot.
Best Management Practices, een organisatie die boeren of landbouwbedrijven bijstaat om een betere en gezondere oogst te hebben, helpt echter bedrijven in het zoeken naar alternatieven die efficiënter werken.