Koelkasten: modellen, koeling, werking en klimaatklassen
Het bederf van eten tegengaan is eeuwenlang een groot probleem geweest. Menige uitbraak van ziekte is ooit veroorzaakt door het consumeren van besmet voedsel. Sinds ongeveer halfweg de twintigste eeuw behoort bederf van eten gelukkig definitief tot de verleden tijd voor degenen die zich een koelkast konden aanschaffen. Tegenwoordig beschikt iedereen wel over minstens één koelkast om etenswaren in te bewaren en om dranken koel te houden. Ofwel staat er een op een makkelijk bereikbare plek in de keuken ofwel is er een ingebouwd in het kastwerk van een keukenopstelling.
Voedsel bewaren in vroegere tijden
De belangrijkste functie van een koelkast is het voorkomen dat bacteriën geen kans krijgen de producten te bederven. Overigens bestonden er vroeger ook bepaalde technieken om voedsel lang goed te houden. Bij velen is het wecken nog bekend dat vooral werd toegepast voor het goedhouden van zelfgekweekte groenten. De groei van bacteriën werd daarbij tegengegaan door het verhitten van de groenten in speciale glazen potten met deksel. Andere en nog oudere technieken zijn het toevoegen van veel zout of suiker waardoor uiteraard de smaken van de voedingsmiddelen veranderen. Dat is bij het bewaren in een koelkast niet het geval wat een groot voordeel is.
Modellen van koelkasten
Uitvoering
Koelkasten zijn in de regel uitgevoerd als tafelmodel of kastmodel. Een tafelmodel dankt zijn naam aan het gegeven dat de kast zo laag is dat de bovenkant als tafel gebruikt kan worden. De standaardmaat van een tafelmodel zijn 85 centimeter hoog en 60 centimeter diep. Een kastmodel heeft de afmetingen van een ééndeurs legkast of hangkast zoals die op een slaapkamer voorkomt. In nieuwe keukens zijn koelkasten altijd ingebouwd en hebben daardoor een onopvallende plaats gekregen. Gasten die de keuken niet kennen grijpen dan wel eens mis omdat alle deurtjes op elkaar lijken en alleen een zekere maat een koelkast doet vermoeden. Dat kan echter evengoed een opbergkast of ander onderdeel van de keuken zijn.
Draaimogelijkheden van de deur
De voorkant van beide modellen bestaat meestal geheel uit een deur die door de meeste fabrikanten zo wordt uitgevoerd dat hij naar keuze links of rechts opengedraaid kan worden. Zodoende kan de draaiwijze worden aangepast aan de makkelijkste manier van openen ten opzichte van de keukenopstelling. Ook kiezen gebruikers voor een draaimanier waarbij een met een hand de deur wordt geopende en met de andere meteen iets uit de koelkast kan worden genomen. Linkshandigen en rechtshandigen hebben ook eigen draaimogelijkheden.
Interieur
Een koelkast kan flexibel worden ingedeeld door middel van metalen of glazen schappen die op verschillende hoogten kunnen worden geplaatst en een of meer laden die speciaal voor groenten zijn bestemd. De laden bevinden zich meestal onderin de koelkast. In de deur bevinden zich kleinere bergruimtes voor onder meer het opbergen van eieren en flessen.
Koelen in kast en vriesvak
De temperatuur in een koelkast is meestal enkele graden boven nul wat voldoende is om etenswaren tegen bederf te vrijwaren. Afhankelijk van het soort etenswaren is de bewaartijd verschillend maar veel soorten voedsel worden regelmatig probleemloos een aantal dagen in de koelkast bewaard. Het koelmechanisme van een koelkast bevindt zich achter de kast. Een koelkast kan ook voorzien zijn van een vriesvak waar de temperatuur onder het nulpunt wordt gehouden. Dergelijke kasten zijn hoger vanwege de extra ruimte voor vriesspullen. Een koelvriescombinatie heeft soms aparte deuren voor de koelruimte en vriesruimte. Dat heeft als voordeel dat tijdens het openen van een van de deuren het andere gedeelte van de combinatie geen warmte opneemt. Ook zijn de twee delen meestal apart regelbaar wat de temperatuur betreft.
Werking van een koelkast
De werking van een koelkast is er op gebaseerd dat warmte uit de kast wordt onttrokken dus niet dat er koude lucht wordt toegevoegd. De koude lucht is een gevolg van het continue proces dat zich afspeelt doordat een compressor, als hart van het systeem, warme lucht uit de kast onttrekt en doorstuurt naar een condensator. Een condensator bestaat uit een buizenstelsel in de vorm van een rooster. Die condensator voert de warme lucht af naar de buitenlucht. Om die reden moet een koelkast altijd zo geplaatst worden dat die lucht kan worden afgevoerd. In veel gevallen is dat op een kleine afstand van een muur maar bij inbouw moet voor voldoende ventilatie worden gezorgd. In de plint van een inbouwmodel zal daarom een uitsparing zijn gemaakt voor de luchttoevoer en afvoer.
Klimaatklassen
De goede werking van een koelkast heeft ook te maken met de omgevingstemperatuur omdat bij een te hoge temperatuur de warmte niet meer voldoende kan worden afgevoerd en bij een te lage zal onvoldoende verdamping plaatsvinden. Er zijn koelkasten in de handel in verschillende temperatuurscategorieën die aangegeven worden met een letter. De verschillende klimaatklassen zijn:
letter | omgevingstemperatuur tussen |
N | 16 ° en 32° C |
SN | 10 ° en 32° C |
ST | 18 ° en 38° C |
T | 18 ° en 43° C |
SN-ST | 10 ° en 38° C |
Lees verder