VU: minder vlees is gezonder én beter voor dier en milieu
Meestal denk je aan dierenleed als je de oproep hoort om minder vlees te eten. Maar het is ook belangrijk voor je eigen gezondheid. We eten in Nederland te veel vlees, en te weinig groenten en fruit om onze gezondheid optimaal te houden of te krijgen. Bovendien eten we vaak vlees van dubieuze herkomst, of vlees met antibiotica of hormonen. VU-onderzoekers Aiking en De Boer kwamen met een rapport én aanbevelingen. Ze zijn minder streng dan veel andere stemmen in het veld. Vegetarisch gaan eten hoeft niet meteen, minderen met vlees is ook goed. Dan kun je met dezelfde hoeveelheid geld, ook beter vlees eten. Vlees dat geen hormonen bevat, geen twijfelachtige herkomst heeft én niet uit de bio-industrie komt. Wat willen we nog meer?
We eten te veel vlees. Dat is niet alleen een verhaal van dierenwelzijnsorganisaties, of van organisaties die ijveren voor een beter milieu en natuurbehoud. Het blijkt ook op te gaan voor onze eigen gezondheid. Bovendien helpt minder vlees eten om ervoor te zorgen dat we ook in de toekomst voldoende te eten te hebben, voor zo veel mogelijk mensen. Vlees als 'product' kost namelijk veel meer landbouwgrond en grondstoffen dan plantaardige voeding .
"Eiwitconsumptie met een derde verminderen"
Joop de Boer en Harry Aiking zijn onderzoekers van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit Amsterdam. In hun onderzoek bekeken ze aan de ene kant de omvang van de gezondheids- en milieuproblemen die ontstaan vanwege onze consumptie van eiwit. Dit, omdat eiwit het belangrijkste bestanddeel is van vlees. Die problemen zetten zij af tegen ons consumptiegedrag en onze voorkeuren voor voedingsmiddelen. Hun conclusie? De consumptie van eiwitten in Nederland moet met een derde teruggebracht worden. Bovendien, en dat is best opvallend voor een 'mainstream' onderzoek dat niet door dieractivisten wordt uitgevoerd, moeten we ophouden met consumptie van vlees uit de zogenaamde intensieve productie - de bioindustrie dus. In plaats daarvan is het idee om meer plantaardige eiwitten te eten. Willen we vlees van dieren eten, dan zouden dat dieren dienen te zijn die op een natuurlijke manier hebben geleefd. Denk aan de koe die gewoon lekker in de wei staat te grazen. Het zal niemand verbazen dat Nederland op dat gebied helaas ook weer achter de muziek aanloopt.
Wie, wat en hoe?
Het onderzoek van Joop de Boer en Harry Aiking heet "Meatless days" or "less but better?". Joop de Boer richt zich in het onderzoekswerk met name op de gedragsaspecten, en Harry Aiking op de milieuaspecten. Het rapport is gepubliceerd in het vaktijdschrift Appetite.
Vegetarisch worden hoeft niet (meteen)
Soms gaan er stemmen op, zoals van dierenactivistenorganisatie PETA ('People For the Ethical Treatment of Animals') om dieren helemaal niet meer te gebruiken voor consumptie, vermaak of andere 'mensgerichte' zaken. Echter, dat is wel een erg grote stap als je weet dat de doorsnee Nederlander vaker wel vlees op het bord laadt bij het avondeten, dan niet. Gelukkig voor die doorsnee Nederlander, zien de onderzoekers De Boer en Aiking het allemaal wat ruimer. We hoeven van hen niet prompt allemaal vegetariër te worden. Als we nu eens beginnen met het invoeren van een of twee vleesvrije dagen als we elke dag gewend waren vlees te eten? Of kleinere hoeveelheden vlees gaan eten, en dan vlees dat duurzaam is geproduceerd? Dan zouden we al meewerken aan een flinke verbetering.
Meatless Monday: steeds populairder
De zogenaamde 'Meatless Monday' is de moderne variant op het traditionele 'Woensdag, gehaktdag.' Deze vleesloze maandag wordt steeds vaker toegevoegd aan het normale weekprogramma van een huishouden. Maar, zegt onderzoeker Aiking: "Consumenten kiezen dan vaak producten zoals vis, ei of kaas, die wel ‘vleesvrij’ zijn, maar die qua milieueffecten niet veel voor vlees onderdoen." Op het gebied van gezondheid en dierenwelzijn kan dat een absolute stap vooruit zijn. We eten hierdoor immers minder hormoonhoudende, dieronvriendelijk gehouden plofkippen of varkens waar ook nog eens antibiotica aan zijn gevoerd. Maar qua milileubelasting helpt het vervangen van het ene dierlijke eiwit door het andere, weer niet. Aiking noemt de symbolische betekenis van de vleesvrije dag op dat gebied vooralsnog "groter dan het reële effect."
Een beetje minder mag (of moet) wel
De Boer geeft ons een vrij nieuwe strategie aan om gezonder te eten én milieu en dier te sparen. Dat is de strategie ‘minder maar beter’. Een feit is dat de gemiddelde Nederlander te weinig fruit en groente eet om de eigen gezondheid optimaal te houden, maar weer te veel vlees. Als je de portie vlees bij het eten simpelweg verkleint en de portie groenten en fruit vergroot, blijft het bord eten er lekker gevuld uitzien maar eet je gezonder. Het kan even wennen zijn. Maar gezien het aantal trendy top-koks dat groenten de hoofdmoot van de maaltijd maakt, kan zo'n menukeuze ook culinair genieten betekenen. Plus het feit dat door minder vlees te gebruiken, gezonder vlees kan worden aangeschaft zonder dat de portemonnee eronder lijdt. De Boer: “Deze strategie sluit aan bij consumenten die in staat zijn gebalanceerde voedselkeuzes te maken en die een voorkeur hebben voor vlees dat niet op industriële wijze is geproduceerd, zoals biologisch vlees. Dit vlees past ook qua prijs beter bij de kleinere porties dan de bekende kiloknaller."
Je kunt het als consument niet altijd alleen doen
Je kent het misschien: je staat in de winkel en loopt in je hoofd een checklist af: kinderarbeid? Ongezonde hormonen? Griezelige kleurstoffen? Dierenleed? Je zou van minder... De onderzoekers erkennen dit feit ook en zeggen dat de nieuwe mentaliteit niet alleen maar bij de consument kan worden neergelegd. Overheden, bedrijven en organisaties moeten hun deel van het werk oppakken en bijvoorbeeld nieuwe, betaalbare vleesvervangers op de markt te brengen, of zich meer richten op de kwaliteit van het vlees dan op de kwantiteit (die voor de plofkip trouwens regelmatig bestaat uit water).