De Rapley methode bij baby’s, wat houdt dit in?
De Rapley methode, ofwel baby-led weaning, is een term die bedacht is door onderzoekster Gill Rapley. Bij deze methode krijgen baby’s vanaf zes maanden geen gepureerd voedsel aangeboden maar vast voedsel. Bijvoorbeeld gekookte of gestoomde wortel of broccoli.
Met deze methode worden kinderen niet gevoerd zoals dat gebeurt met een lepel gepureerd eten, maar krijgen kinderen een stuk groente (of fruit) die ze zelf naar hun mond brengen. Het idee hierachter is dat kinderen zelf het eten ontdekken, ze leren verschillende structuren en vormen kennen. Ze bepalen zelf hoeveel en wat ze eten. De bedoeling is dat kinderen borstvoeding (of kunstvoeding) krijgen en daarnaast “mee eten met de pot”. De vaste voeding vervangt de melk (nog) niet maar is puur om te leren ontdekken. In de eerste weken zal het kind waarschijnlijk aan het aangeboden voedsel likken of eraan sabbelen, het opeten zal waarschijnlijk meer tijd vergen. Dit is niet erg omdat het kind nog volledige borstvoeding krijgt, hierdoor is het vaste voedsel niet een vereiste om genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen.
Voordelen van deze methode
- Voorstanders van de Rapley methode zeggen dat kinderen die op deze manier zijn grootgebracht later meer interesse tonen in voedsel en vaak makkelijke eters zijn.
- Het kost minder tijd als je het eten niet hoeft te pureren. Je kan producten kiezen die je vaak zelf toch al eet.
- Door voedsel apart aan te bieden en niet een mix van bijvoorbeeld kip met groente, leert het kind verschillende smaken kennen.
Nadelen van deze methode
- Als het kind zelf aan de gang gaat met het eten, wordt alles natuurlijk vies.
- Het kind zal misschien gaan kokhalzen, dit vinden veel ouders eng om te zien. Het is echter een reflex dat verslikken helpt tegen te gaan.
- Het kost tijd omdat de baby alles in zijn eigen tempo doet. Bij gepureerd voedsel heeft de ouder vaak de leiding en die bepaalt dus het eettempo, waardoor het eten sneller gaat.
Wat kan ik geven volgens deze methode?
Sommige producten worden pas op latere leeftijd aangeraden. Vanaf zes maanden mag een baby bijvoorbeeld gluten eten uit bijvoorbeeld brood, maar begin pas later met volkorenproducten omdat de darmen de hoeveelheid vezels op jonge leeftijd nog niet goed kunnen verwerken. Vanaf acht of negen maanden kan je ook rijst, couscous en pasta geven. Op brood kan je vanaf een maand of zeven appelstroop, fruit en perenstroop geven. Vanaf negen maanden kun je ook pindakaas, tahin en amandelpasta op de boterham smeren. Let op met honing, dat mag pas vanaf één jaar omdat kinderen er ziek van kunnen worden vanwege een bacterie. Er wordt geadviseerd om te beginnen met gekookte groente en pas op latere leeftijd met rauwe groente. Vanaf 1,5 jaar kunnen ook groenten als prei, ui en kool gegeven worden. Aanbevolen wordt om eerst te beginnen met groente en daarna met fruit, omdat uit onderzoek blijkt dat kinderen op latere leeftijd te weinig groente eten. Citrusvruchten als citroen en grapefruit worden aangeraden vanaf negen maanden en vanaf één jaar kun je ook aardbei, ananas en kiwi geven. Deze fruitsoorten worden pas vanaf latere leeftijd aangeraden vanwege allergieën.
Belangrijke tips
- Laat een kind nooit alleen met het eten
- Geef gezond eten en geen producten die veel suiker en zout bevatten (kant-en-klaar maaltijden, patat etc)
- Zorg ervoor dat het kind goed rechtop zit met voldoende steun
- Als een kind bepaalde producten weigert is dat geen probleem, maar blijf de producten wel aanbieden
- De stukjes eten blijven bijvoeding, borst- (of kunst) voeding blijf je geven als volwaardige voeding