Het schenken van een goed glas bier
Om optimaal van een goed glas bier te kunnen genieten, dienen we een aantal spelregels in acht te nemen. Met name het bewaren, de temperatuur, het glas en schoonmaken spelen hierin een grote rol.
Bewaren
Bier moet worden bewaard op een koele en donkere plaats
Flessen kunnen zowel staand als liggend worden opgeslagen. Alleen bieren op gist en flessen met een kurk dienen rechtop te staan. Het heeft weinig zin om een bierkelder aan te leggen, omdat bieren meestal jong gedronken worden. Een uitzondering op deze regel vormen de zware bieren met nagisting op de fles, deze bieren worden lekkerder bij een langere bewaartijd.
Temperatuur
De meeste mensen drinken bier rechtstreeks uit de koelkast
Bij elke biersoort hoort echter een ideale schenktemperatuur. Deze temperatuur varieert tussen de 6 en 16 graden Celsius. Als vuistregel kunnen we stellen dat hoe dichter en sterker het bier is, hoe meer de schenktemperatuur in de buurt van de kamertemperatuur moet komen. Een gewoon pilsje met 5% alcohol smaakt het best bij 7 graden Celsius. maar een donkerkleurige trappist kan men het best consumeren bij 16 tot 18 graden Celsius.
Glazen
Elk biersoort heeft zijn eigen glas
Het gebruiken van het juiste glas zorgt voor een smakelijker biertje. Hoge rechte glazen zijn bedoeld voor pils en andere ondergistende biersoorten. Bovengistend bier wordt bij voorkeur geschonken in bolvormige glazen.
Schoonmaken
Van welke vorm het bierglas ook is, het glas dient schoon te zijn
Dit houdt in dat het volkomen vetvrij dient te zijn. Het beste is om glazen te reinigen met lauwwarm water waaraan een lepel soda is toegevoegd, om de glazen vervolgens na te spoelen met heet water. Alvorens het bier in het glas te doen dient men het glas even te spoelen met koud water zodat het glas de juiste temperatuur heeft.
Schenken
De meeste bieren worden geschonken met een royale schuimkraag van minstens 2 centimeter
Men dient het glas tijdens het schenken lichtjes schuin te houden en het bier langs de wand in het glas te laten glijden. Indien het glas bijna vol is kan het glas rechtop worden gehouden, zodat zich een mooie schuimkraag kan vormen. Dit geldt overigens niet voor de bieren met nagisting. Deze dienen heel langzaam te worden ingeschonken in een droge bokaal, zodat de resten van het gist niet in het glas terechtkomen. Deze flesjes mogen derhalve nooit helemaal leeg worden geschonken.