Baskenland: recepten van typische nagerechten
In het Baskenland kan je lekker eten, maar erg verfijnd is de keuken niet echt. In de bergen moet je dikwijls koken met wat je in huis hebt of met wat er te krijgen valt. In de winter kan je niet altijd even naar de winkel. Veel keus heb je dus niet. Toch zijn er veel typische Baskische nagerechten: de gâteau basque, de béret basque, de merveilles of oreilettes en de tourtière zijn er enkele van. Waarom ze zelf niet eens uitproberen?
Eenvoud siert
Wie
Baskenland zegt, zegt ruige bergen en afgelegen gebieden. Weinig winkels dus en weinig mogelijkheden om veel te variëren. Met wat in huis is en met wat de dieren en de natuur te bieden hebben, kunnen toch smakelijke dingen gemaakt worden. Lekkere desserten bijvoorbeeld!
Béret basque
Een heel eenvoudig recept, maar wel grappig. De taart die je bekomt, trekt met veel verbeelding een beetje op het typisch Baskische hoofddeksel. Bol en donker van kleur!
Ingrediënten
- een cake
- 200 gr zwarte chocolade
- 150 gr boter
- 2 eieren
- 100 gr poedersuiker
- cacao
- hagelslag
Bereiding
Bak of koop een cake met zo'n 25 cm diameter. Snijd de cake overlangs in twee. Smelt de chocolade in stukjes au bain marie. Voeg de boter toe. Haal van het vuur en voeg de twee eigelen en de poedersuiker toe. Laat afkoelen. Klop ondertussen de eiwitten op. Spatel onder het chocolademengsel. Breng de helft van het chocolademengsel op de onderkant van de cake aan. Leg de tweede helft er terug op. Spatel de rest van het mengsel op de cake en maak een bolle vorm, als een soort koepel. Breng ook wat mengsel aan aan de zijkanten. Strooi overal cacao over en daarna de hagelslag. Zet in de koelkast zodanig dat het mengsel binnenin goed opstijft. Een echte caloriebom, maar lekker!
Merveilles
Deze lekkernij heet in andere streken ook nog oreillettes of strikjes, omdat je het deeg kan plooien zoals je wil alvorens het te bakken. Een leuk recept om met kinderen te maken op een vrije namiddag of tijdens een vakantie. Wel oppassen met het hete vet natuurlijk!
Ingrediënten
- 500 gr bloem
- 4 eieren
- 100 gr suiker
- 125 gr boter
- 1 zakje gist
- zout
- geraspte citroenschil
- rhum of armagnac of oranjebloesemwater
- poedersuiker
- olie
Bereiding
Doe de bloem in een kom en maak een putje in het midden. Doe in het putje de opgeklopte eieren, de mals geworden boter, een snuifje zout, de suiker, de citroenschil en eventueel de gewenste drank. Meng alles goed door elkaar. Voeg dan de gist toe. Goed kneden, het deeg moet glad zijn. Strooi wat bloem op het werkoppervlak. Het deeg uitrollen met een deegrol tot zo'n 5 millimeter dik ongeveer. Snijd nu figuurtjes uit: stokjes, driehoekjes, rondjes... . Voor strikjes geef je de stokjes een halve draai in het midden, voor oreilletes (oortjes) plooi je twee puntjes van een driehoekje een beetje om. Maak de olie warm in een diepe pan. Leg nu een aantal figuurtjes in de olie, totdat ze goed goudbruin zien. Het deeg gaat rijzen en blazen vormen op sommige plaatsen, maar dat is niet erg, dat maakt het net lekker krokant. Laat de figuurtjes goed uitlekken en doe er dan poedersuiker op. Lekker!
Tourtière
Nog een specialiteit uit het Baskenland, niet erg geschikt voor kinderen vanwege de alcohol die het bevat.
Ingrediënten
- 350 gr bloem
- 150 gr boter
- 150 gr suiker
- 1 eigeel
- 500 gr appelen
- 500 gr gedroogde pruimen
- 1/2 liter rode wijn
- 10 cl armagnac
- 1 soeplepel oranjebloesemwater
- 1 zakje vanillesuiker
- 1/2 glas water
- zout
Bereiding
Doe de bloem in een kom. Maak een putje en voeg een snuifje zout en een half glas water toe. Maak een bol en rol het deeg daarna uit met een deegrol op een oppervlak waar u bloem heeft opgestrooid. De gesmolten boter uitstrijken met behulp van een borstel. De vier hoeken omslaan en 20 minuten laten rusten. De gedroogde pruimen opkoken in de wijn met 50 gr. suiker. Opzij zetten. De appels schillen en in fijne plakjes snijden. Bestrooien met vanillesuiker en met de armagnac en het oranjebloesemwater. Goed omroeren. Het deeg opnieuw uitrollen en in drie plooien. Nog zes keer herhalen en tussen iedere beurt 10 minuten laten rusten. Leg 2/3 van het deeg in een vorm, en laat overal ongeveer vijf centimeter boord over. Schik de appelschijfjes en de uitgelekte gedroogde pruimen in de vorm. Bestrooi met de overgebleven suiker. Doe de taart dicht met het overgebleven stuk deeg en plooi de randjes er over. Insmeren met eigeel en 45 minuten in een voorverwarmde oven op 180 ° laten bakken. Als versiering in het midden nog een aantal gedroogde pruimen leggen.
Gâteau basque
Een echte typische lekkernij uit het Baskenland. Nu ja, lekkernij. Je moet het wel lusten, want de gâteau basque is tamelijk droog.
Ingrediënten voor het deeg
- 200 gr boter
- 200 gr suiker
- een snuifje zout
- 4 eieren
- 400 gr bloem
- een koffielepeltje gist
- geraspte citroenschil
Ingrediënten voor de crème patissière
- 1/4 liter melk
- 1 ei
- 60 gr bloem
- 65 gr suiker
- 2 koffielepels rhum
- 1/2 stokje vanille
Bereiding
Doe in een kom de boter met de suiker en het snuifje zout. Goed kneden. Voeg 4 eieren toe, één voor één, al roerend. Het deeg moet goed glad zijn. Voeg daarna de bloem, de citroenschil en de gist toe. Mengen en het deeg op een koele plaats wegzetten. Ondertussen maak je de crème patissière: 1/4 liter melk, 1 ei, 60 gr bloem, 65 gr suiker, 2 koffielepels rhum, 1/2 stokje vanille mengen en goed roeren. Wanneer de crème goed koud is, mag je de helft van het deeg uitrollen op zo'n 1/2 cm en in een vorm doen. Daarna voeg je de crème patissière toe en maak je de taart dicht met de andere helft van het deeg. Insmeren met eigeel en met een vork een tekening aanbrengen. Dertig minuten laten bakken in een oven die voorverwarmd is op 200°.
Smakelijk!