De Betelnoot, een vrolijke noot
Kauwen op een noot en het dan weer uitspugen lijkt een zinloze aangelegenheid. De noot heeft licht geestoppeppende eigenschappen. In Nieuw-Guinea is het een dagelijks gewoonte van veel papua's om van de betelnoot te genieten. De betelnoot is 3 keer zo klein als een kippeëi. Het kauwbare gedeelte is van het formaat van een grote olijf. In de Maleisische taal wordt het geschreven als penang.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inoudsopgave:
De betelnootpalm
De betelnoot groeit aan een palm. Het is een tropische vrucht. De
Papua's kauwen op de noot. Dat doen ze in combinatie met sirih. Van deze plant worden ook medicijnen gemaakt. De steel van de sirih-bloem dopen ze in kalk wat van gemalen schelpen wordt gemaakt. Op het geheel wordt flink gekauwd. De betelnoot zorgt ervoor dat je veel speeksel in je mond krijgt. Het is niet de bedoeling dat je dat doorslikt. Je moet het dus uitspugen.
Pinang
Vandaar dat je op
het eiland Nieuw-Guinea vaak rode vlekken op de straat ziet. Want de pinang, zoals de papua's het noemen is rood. Pinang is in matige hoeveelheden goed voor je tanden. Maar in grote hoeveelheden niet. De Papua's hebben de neiging elke dag pinang te eten waardoor ze vaak rode tanden hebben. Deze zijn wel weer makkelijk schoon te poetsen maar de betelnoot kan zo het tandglazuur aantasten. Toch is het goed om af en toe je tanden te laten werken door op een vezelige noot te kauwen. Je mond wordt ook erg fris van het kauwen op deze noot.
Euforie
De betelnoot heeft een licht euforisch effect. Mensen worden wat blijer en losser. Het pinang kauwen is een sociaal gebeuren. Groepjes mensen eten vaak samen pinang nadat ze een maaltijd hebben genuttigd. Na het eten van pinang is het niet raadzaam om scherp te eten of
vruchten te eten. Dat prikt te erg in de mond en op de lippen.
Straatverkoop
De pinang wordt overal in Nieuw-Guinea op straat verkocht. Een portie is niet duur, helemaal omgerekend in euro's niet. Dan kost het misschien 30 cent. Veel mensen hebben een paar pinang-bomen om het huis heen staan en verkopen direct aan huis. Je hebt er geen verkoopvergunning nodig. Pinang tref je eigenlijk nooit aan in de supermarkt, behalve pinang kering wat gedroogde betelnoot is. Natuurlijk vind je betelnootverkopers ook op de markt tussen de groente- en fruitverkopers.
Gedroogde betelnoot
De betelnoot moet eerst geschild worden. De meeste mensen maken de vrucht met de mond open waarna ze het vezelige gedeelte in de mond stoppen alsmede de noot zelf. In sommige plaatsen zoals
Manokwari wordt de noot los gedroogd, in plakjes gesneden en dan pas verkocht. Soms zitten de plakjes in een plastic zakje. Als je als westerling pinang probeert is het raadzaam wat drinkwater bij je te hebben. Zorg er vooral voor dat je van verse betelnoot doorslikt want anders blijven de vezels uren lang vast zitten in je keel. Bij gedroogde betelnoot valt dat mee; je zou een schijfje kunnen doorslikken hoewel sommigen er misselijk van worden. Gedroogde betelnoot wordt net als verse betelnoot doorgaans uitgespuugd na gebruik. Het handige aan gedroogde betelnoot is dat je dit eventueel kan meenemen naar
Nederland.