Papaja, vrucht voor een lang leven
Vele vruchten van over de hele wereld zijn niet alleen in de keuken als lekkernij in gebruik, maar hebben terzelfdertijd ook een gezondheidsbevorderende en geneeskrachtige waarde. Lekker is dan ook gezond en zo zou het altijd moeten zijn.
Het woord papaya is afkomstig van het woord papayana, dat hameren, breken betekent. Het hangt samen met het woord payana, aardkluiten breken. De vrucht kreeg die naam omdat de bladeren vlees kunnen mals maken. De eerste naam die de Spanjaarden aan de papaja gaven was higo de mastuerzo (waterkersvijg), omdat de zaden dezelfde pikante smaak als waterkers hebben. In Cuba heet dezelfde vrucht fruta bomba (bom-fruit), om de term papaya te vermijden waarmee het volk de vrouwelijke pubis aanduidt. Andere namen: papaya de los pajaros (vogelpapaja) voor de wilde vruchten in Yucatan; en in andere delen van het land papaya, papayero en melon chapote of melon zapote (zapoteken-meloen).
De plant Carica papaya
De papajaboom is een snel groeiende boom. Het hout is zacht. Op de holle stam staan een aantal grote, ingesneden bladeren. De bladstelen zijn zeer lang (tot 1m) en hol. Op de stam zijn overal grote bladlittekens te zien. De plant bevat een wit melksap (latex) in alle onderdelen. De papajaboom is tweehuizig : er zijn mannelijke bomen, waar nooit vruchten aan komen, en vrouwelijke planten waar natuurlijk wel vruchten aan komen. Tegenwoordig worden er echter ook rassen met tweeslachtige bloemen geteeld. Hier is een kruisbevruchting niet meer noodzakelijk. De gelig-groene bloemen ontwikkelen zich rechtstreeks op de stam. De mannelijke bloemen komen steeds in grote schermen voor, de vrouwelijke bloemen staan solitair of in kleine groepjes. Papajabomen worden uit zaad opgekweekt. Ze worden ongeveer 25 jaar oud. De productiviteit van de planten loopt echter na 3 jaar al terug.
De teelt van Papaja
De papaja is een echte warmte-aanbidder, hij verkiest voedselrijke, goed doorlatende en iets zure grond. Vanuit vers zaad kan men proberen om de plant op te kweken. De zaden bedekken met potgrond, op een lichte plaats zetten bij een temperatuur van 25°C. Kieming na 3 tot 4 weken.
De papajavrucht
Papaja's zien eruit als kleine gele meloenen en zijn ongeveer even groot; ook het vruchtvlees heeft dezelfde kleur en smaak.
De plant kwam oorspronkelijk voor in de Mexicaanse republiek en in Midden-Amerika. Nu worden papaja's intensief gekweekt in alle warmere streken, want er is grote vraag naar de vruchten. De papajaboom groeit zeer snel en brengt na 1 jaar al vruchten voort. Men vermenigvuldigt hem gewoonlijk door middel van zaad, maar ook door stekken en enten.
In Mexico kweekt men verschillende rassen papaja's. De groene papaja, die 1 tot 9 kg kunnen wegen en waarvan de schil ruw is en groen blijft, ook wanneer de vrucht rijp is. De gele papaya of bijenwas-papaja met een wasachtige schil die bij het rijpen groene en gele strepen krijgt. In Chiapas bestaan twee andere soorten kleine papaja's, de papaya del monte (bergpapaja - Carica quercifolia) in de streek van Escuitla en de papaya oreja de mïco (apenoor-papaja - C. peltata) in de streek van Pichucalco.
Gebruik van Papaja
De papajaboom is over de hele wereld erg gegeerd, hij bevat een melkachtig sap of latex, dat in alle delen van de plant aanwezig is en dat het enzym papaïne bevat, dat dezelfde werking heeft als het pepsine in het maagsap. Het papajasap wordt dan ook in de geneeskunde gebruikt bij de behandeling van dyspepsie en andere spijsverteringsproblemen, maar ook als wormdrijvend middel. Daarenboven bezit het enzym de eigenschap bloedklonters in het menselijk lichaam op te lossen en gezwellen weg te nemen.
In de Mexicaanse kruidengeneeskunde drinken astmatische mensen een afkooksel van de papajaboombladeren. In het antieke Mexico gebruikten de autochtonen de bladeren om vlees te stoven, ofwel wikkelden ze er het vlees in om het mals te maken. Zij gebruikten ook theeaftreksels van de bladeren om astma te verlichten en het hart te versterken. Nu weten we dat de bladeren carpaïne bevatten, een alkaloïde met een hartstimulerende werking.
Het sap van de papaja wordt in de volksgeneeskunde ook gebruikt bij wratten en allerlei huidoneffenheden. In Jamaica bedekken verpleegkundigen huidzweren met kompressen van papajapuree om de wondgenezing te bevorderen. Ook in de industrie is dit enzym erg gewaardeerd. Het klaart bier en wordt gebruikt om vlees mals te maken. Het zit ook in wasprodukten voor kleding. In vele dorpen in Mexico doen de bladeren van deze boom trouwens nog steeds dienst als zeep bij het wassen van kleding. Ook de kosmetica-industrie gebruikt hetzelfde enzym in bleekprodukten voor de huid, speciaal voor het bleken van sproeten.
Moderne fytotherapie
In de moderne fytotherapie gebruiken we vooral extracten om de spijsvertering te bevorderen dikwijls in combinatie met bitterstofplanten zoals Gele gentiaan en Duizendguldenkruid. Of tegen darmparasieten in combinatie met Ananassap.
Papaya heeft ook een regulerende werking op ontstekingsprocessen, dus te gebruiken bij chronische reumatische klachten. Verder heeft het ook een slijmoplossende werking (papaïne), het is dus niet te verwonderen dat de Mexicanen het gebruiken bij astma en andere chronische infecties van de luchtwegen. Vanwege de vele goede eigenschappen noemen Indianen in Zuid-Amerika de papaja dan ook 'vrucht voor een lang leven'.