IJs (consumptie)
IJs dat bedoeld is voor de verkoop, wordt consumptie-ijs genoemd. Dit ijs is er in verschillende soorten. Belangrijke ingrediënten voor roomijs, één van de bekendste soorten, zijn melk, slagroom en suiker. Na een lang proces van mengen en vriezen is het ijs klaar om te worden verkocht.
Geschiedenis
Hoewel wordt gedacht dat de Italianen de uitvinders van het ijs zijn, waren het de Chinezen die 5000 jaar voor Christus ijs aten. 2000 jaar geleden kregen slaven de opdracht van Romeinse keizers om in houten tonnen ijs en sneeuw te gaan halen in de bergen. Dat ijs werd dan gemengd met sappen, vruchten of honing, zodat het een lekkere smaak kreeg.
In 1295 bracht ontdekkingsreiziger Marco Polo het ijsrecept uit China mee naar Venetië. Hier werd er room aan toegevoegd waardoor het op roomijs begon te lijken. Het recept verspreidde zich snel in Europa en doordat veel Italianen verhuisden naar andere delen van Europa of Amerika werd het ijs steeds bekender. De Italianen kunnen daarom wél worden gezien als de verspreiders van het ijs.
Productie
De ingrediënten om roomijsijs te maken bestaan o.a. uit melk, slagroom en suiker. Het bekende roomijs bestaat voor het grootste deel uit volle melk. De melk wordt gemixt met slagroom, blanke stroop, suiker en gesmolten boter. Na het mixen wordt het mengsel verwarmd tot ongeveer 80 ºC. Dit proces heet pasteuriseren, waarbij alle bacteriën worden gedood. Het mengsel wordt na het pasteuriseren door een klein gat gespoten waardoor alles goed oplost en er een romige massa ontstaat. Vervolgens wordt het ijs afgekoeld tot 4 ºC, waarna het wordt opgeslagen in een grote tank. Hier moet het ijsmengsel 8 uur ‘rusten’. Nadat het ijs heeft ‘gerust’ wordt het via een pijpleiding naar een ijsmachine gepompt waar het wordt bevroren. Doordat het in de machine –45 ºC is vriest het mengsel onmiddellijk vast. Een mixer schraapt alles los en schept het mengsel door elkaar. In de machine wordt lucht toegevoegd. Hierdoor wordt het mengsel romig en zacht. Daarnaast zorgt de lucht ervoor dat het ijs goed schepbaar is. Via een pijpleiding gaat het ijs, dat nog een beetje zacht is, naar de vulafdeling waar het in bakken wordt gedaan. Soms worden er nog andere dingen aan het ijs toegevoegd, zoals chocolade-, noot- of fruitstukjes. Nadat het deksel op de bak zit gaat het ijs een uur in een vriestunnel waar het –40 ºC is. Hierdoor kan het ijs goed hard worden. Tot slot wordt het ijs opgeslagen in een vrieskist waar het –30 ºC is. Hier blijft het ijs tot het wordt vervoerd.
Soorten
Er zijn verschillende soorten ijs. Hier volgt een korte opsomming:
- Roomijs. Dit ijs wordt bereid met room en is erg luchtig omdat het voor een kwart tot de helft uit lucht bestaat.
- Softijs. Dit ijs is zachter en minder koud dan roomijs. Dit ijs wordt ter plekke in een machine gemaakt. In de machine wordt poeder gegoten dat zich vermengt met water. Nu is dit mengsel nog niet bevroren. Nadat de ijsverkoper begint te tappen gaat het mengsel door een vriesgedeelte en wordt het bevroren tot –5 ºC. Vervolgens wordt het door een gat naar buiten geduwd.
- Waterijs. Dit ijs bestaat voor het grootste gedeelte uit water. Het mengsel voor waterijs bestaat uit water, blanke stroop, suiker, citroenzuur en uit verschillende kleur- en smaakstoffen. Het productieproces is bijna gelijk aan dit van roomijs. Waterijs is sneller gemaakt omdat er niet steeds hoeft te worden gemengd en het ijs hoeft niet te rusten, zoals bij het roomijs wel het geval is.
IJsmachine
Vroeger was het maken van ijs een moeilijke klus. Alles moest met de hand worden gedaan. In een pan werden ingrediënten gedaan die door elkaar werden geroerd. De pan stond in een bak met ijs, zout en ijswater zodat het mengsel erg langzaam bevroor. Doordat dit proces erg lang duurde en erg duur was omdat er niet veel tegelijk gemaakt kon worden, was de koude lekkernij niet voor iedereen weggelegd. In 1848 werd de ijsmachine uitgevonden. Hoewel het een eenvoudige machine was die met de hand moest worden bediend, kon het ijs nu makkelijker worden gemaakt. Het duurde nu niet lang meer totdat er ijsmachines kwamen die snel konden koelen en veel ijs tegelijk konden maken. Het ijs werd goedkoper waardoor meer mensen het konden eten.