Wat is alcohol en wat doet het met je lichaam?
De meeste mensen drinken wel eens alcoholisch drankje. Alcohol tref je aan in bier, wijn en sterke drank. Pure alcohol is helder en doorschijnend. Er zijn verschillende soorten alcohol. Op de verpakking van de drank staat vaak aangegeven hoeveel promillage alcohol deze bevat.
Drie groepen
Eigenlijk kan je alcohol opsplitsen in drie groepen. Dit zijn laag, gemiddeld en hoog. Een drankje met een lage hoeveelheid bevat minder dan 10 procent alcohol. Een voorbeeld hiervan is bier. Een drank met een gemiddelde hoeveelheid bevat een promillage van 10 tot 20 procent. Wijn bevat een gemiddelde hoeveelheid. Sterke dranken, zoals wodka, rum en jenever bevatten een hoge hoeveelheid alcohol van meer dan 20 procent.
Effect op de hersenen
Het drinken van alcohol heeft een effect op je hersenen. Deze worden er min of meer door verdoofd. Bij een kleine hoeveelheid word je vaak licht en vrolijk en voel je je ontspannen. Bij een grote hoeveelheid krijg je last van evenwichtsstoornissen. Je coördinatie verdwijnt en je weet vaak ook niet meer wat je doet. Je hebt jezelf niet meer onder controle. Vaak merk je al vrij snel, meestal na het drinken van een of twee glazen, dat je alcohol op hebt. Dit komt, omdat het al na tien minuten in je hersenen terechtkomt. Op het moment dat de alcohol bij je hersenen aankomt, dan begint het al te werken. Je reactievermogen vermindert en je gehoor werkt minder goed. Ook zie je minder scherp. Hoe meer alcohol je op hebt, hoe meer je hersenen verdooft raken. Je hersenen kunnen alle informatie dus minder goed verwerken.
Het afbraakproces
Alcohol is een giftige stof en je lichaam moet deze dan ook afbreken. Tijdens het afbraakproces komt er een nog giftigere stof vrij, dit wordt dan weer water en kooldioxide. Het grootste deel van de alcohol, zo’n 95 procent verlaat je lichaam via de urine. Het overige deel zweet en adem je eruit.
Je lever doet het werk
Zodra je alcohol drinkt, komt het gelijk in je maag terecht. Een deel hiervan wordt via je maagwand in je bloed opgenomen. De rest van de alcohol wordt via de wand van de dunne darm in het bloed opgenomen. Uiteindelijk komt de alcohol ook bij de lever terecht. Je lever is dus eigenlijk de orgaan die het werk mag doen. Deze zorgt namelijk voor het afbreken van de alcohol.
Tijd nodig
Je lichaam heeft tijd nodig om de alcohol af te breken. Gemiddeld genomen doet het er een tot anderhalf uur over om een glas af te breken. Bij de ene mens gaat dit sneller dan bij de andere. Het hangt er vanaf of je een man of vrouw bent, hoe goed je tegen alcohol kan, hoe zwaar je bent en of je een volle of lege maag hebt.
Mannen en vrouwen
Meestal kunnen mannen beter tegen alcohol dan vrouwen. Dit komt, omdat vrouwen minder vocht per kilo lichaamsgewicht hebben. Ook is een zwaarder iemand minder snel aangeschoten of dronken dan iemand die dunner is. Dit komt, omdat iemand die zwaarder is, veel meer vocht per kilo lichaamsgewicht heeft. De alcohol wordt dan veel meer verdund.