Bekende koolsoorten

In dit artikel vindt u informatie over vier verschillende koolsoorten. De vier koolsoorten die besproken worden zijn de bloemkool, boerenkool, broccoli en als laatste spruitjes. Uiteraard bestaan er naast deze vier soorten nog meerdere kolen, zoals spitskool, witte of rode kool etc. Maar in dit artikel vindt u alleen de eerder vier genoemde soorten.

Koolsoorten

• Bloemkool
• Boerenkool
• Broccoli
• Spruitjes

Bloemkool

Bloemkolen hebben, net als alle koolsoorten, een dikke stengel die zich vertakt naar vele kleinere bladeren of 'bloemen', ook wel roosjes genoemd. Lang voordat de bloemetjes zich hebben ontwikkeld, wordt de bloemkool al gegeten. In feite eten we het samenspel van bloemstengel, -knoppen en kropbladeren, die er af worden gehaald voor de kool naar de groentenveiling gaat.

Oorspronkelijk was bloemkool niet veel groter dan een tennisbal, maar het is opgekweekt tot een voetbalformaat. Tegenwoordig zijn er verschillende maten en kleuren verkrijgbaar. Het is met ruim 50 miljoen kilo per jaar de meest gegeten groente in ons land. Meestal wordt het gebruikt als warme maaltijd, maar ook als dipsnack of knabbel in rauwkostsalade.

Inhoud per 100 gram

• Kcal: 22
• Vitamine C: 80 mg
• Natrium: 10 mg
• Kalium: 250 mg
• Calcium: 15 mg
• Fosfor: 30 mg

Boerenkool

Deze struikachtige koolsoort komt overal in de wereld voor, maar is nergens hetzelfde. Boerenkool heeft verschillende gedaantes. In Italië is het vooral zwarte kool, in andere landen lijkt het meer op onze bladkool. In Nederland is vooral de mooi krullende donkergroene boerenkool populair. Maar we kennen ook boerenkolen met blauwgrijze zweem of met extreme krullen.

Boerenkool is een eenvoudige groente, die weinig nodig heeft om uitbundig te groeien. Het kan zelfs met vorst buiten blijven en heeft zelden last van koolziekten. 4000 jaar geleden werd het al gegeten, maar het is hier pas sinds de Middeleeuwen bekend. Een wintergroente, dus voornamelijk in de herfst- en wintermaanden verkrijgbaar, boordevol vitamine C en E, calcium, ijzer en betacaroteen.

Inhoud per 100 gram (gekookt)

• Kcal: 41
• Vitamine C: 40 mg
• Natrium: 40 mg
• Kalium: 500 mg
• IJzer: 1 mg
• Calcium: 210 mg
• Fosfor: 90 mg

Broccoli

Het zusje van bloemkool met haar groene bloemknoppen en vlezige stelen. De bloem/roosjes zijn, mits niet doorgekookt, knappiger dan bloemkool en hebben een fijner, pittiger smaak. De stelen zijn langer en smaken een beetje naar asperge. De Engelsen gaven het de bijnaam 'Italiaanse asperge', omdat Romeinen als eersten asperges soms vervingen door broccoli.

Broccoli wordt in sommige streken al 2000 jaar gegeten, maar er is weinig bekend over haar oorsprong. In de 18e eeuw verspreidde het over West-Europa, maar in Nederland is het pas enkele tientallen jaren bekend. Broccoli is een buitengewoon gezonde groente, boordevol vitamine. De hoge hoeveelheid flavonoïden geven een goede weerstand tegen ziekten en zouden zelfs het risico op kanker verlagen.

Inhoud per 100 gram

• Kcal: 48
• Vitamine C: 114 mg
• Natrium: 13 mg
• Kalium: 464 mg
• Calcium: 105 mg
• Fosfor: 82 mg
• IJzer: 1,3 mg

Spruitjes

Kool is de grote knop aan het einde van een stengel. Spruitjes zijn kleine zijknoppen langs de stam van een plant. In de 5e eeuw werd het gebruik als voedsel van deze spruiten ontwikkeld in Noord Europa. In de rest van Europa werd dat pas na de Eerste Wereldoorlog populair. Hoewel populair. De kleine groene kooltjes, de okselknoppen van de spruitkool, hebben een uitgsproken bittere koolsmaak, waardoor de meeste kinderen er niet aan willen. Door andere ingrediënten, bijvoorbeeld druiven, mee te koken gaat de koolsmaak echter minder overheersen. Ook kunnen spruitjes worden gestoofd met stukjes appel. Daarna kunnen we profiteren van de buitengewone hoeveelheid vitamine C die de spruitjes rijk zijn.

Inhoud per 100 gram

• Kcal: 37
• Vitamine C: 85 mg
• Natrium: 5 mg
• Kalium: 300 mg
• Calcium: 30 mg
• Fosfor: 75 mg