Chocolade, alles over deze lekkernij

Geschiedenis
De Azteken uit Zuid-Amerika maakten van cacaobonen een bitter drankje: xocoatl. Dat brouwsel was volgens hen een geschenk van de goden. Oude indianenlegendes beweren zelfs dat de zaden van de cacaoplant uit het Paradijs afkomstig zijn. De god Quetzalcoatl reisde van het Paradijs naar de aarde en nam als geschenk een cacaoplant mee. Hij leerde de Azteken hoe ze de cacaozaden moesten roosteren en malen om er een pasta van te maken die in water oploste. Degene die het dronk, werd wijs en sterk. De naam ‘chocolade’ is waarschijnlijk afkomstig van het woord dat de Azteken gebruikte: xocoatl.Het waren de Spanjaarden die voor het eerst suiker bij de chocoladedrank van de Azteken deden. In het midden van de 16e eeuw kwamen de eerste cacaobonen naar Europa. De Spaanse ontdekkingsreiziger Hernando Cortez nam de chocolade van de Aztekenkoning Montezuma uit Mexico mee naar het hof van koning Karel V. Het chocoladegeheim werd bijna een eeuw lang verborgen gehouden. De Italiaan Antonio Carletti verbrak het stilzwijgen, waardoor de chocolade begin 17e eeuw over heel Europa werd verspreid. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog bereikte de chocolade via de Spanjaarden ook Nederland. Het was in die tijd een kostbaar ruilmiddel; chocolade was nog niet voor iedereen weggelegd. Rond 1700 deden de Engelsen bijvoorbeeld melk bij de chocolade. Hiermee was de ‘chocolademelk’ ontstaan. In 1828 vond de Nederlander C.J. van Houten de cacaopers uit. Chocolade werd hiermee een stuk goedkoper. Tijdens de Industriële Revolutie kwam de massaproductie van chocolade pas echt op gang en in 1847 werd uiteindelijk de eerste chocoladereep gemaakt door het Engelse Fry & Sons. Een Zwitser die daarna nog met het recept experimenteerde kwam erachter hoe je eetbare melkchocolade kon maken.
Productie
Nadat de cacaobonen geoogst zijn worden ze gedroogd, gereinigd en gebrand. Dat branden gebeurd bij temperaturen tussen de 110 en 160 °C en is heel belangrijk om het aroma te ontwikkelen en de smaak te verbeteren. De cacaostukjes, de zogenoemde nibs, worden vervolgens gemalen zodat er een dikke, donkere pap ontstaat. Onder hoge druk wordt de vetstof uit de pap geperst. Die vetstof is gelig van kleur en bevat ongeveer 55 % vet: de cacaoboter. Het overige deel is cacaopoeder, waarmee bijvoorbeeld chocolademelk kan worden gemaakt. De cacaoboter wordt gesmolten voor de vervaardiging van chocoladerepen.Stoffen
Chocolade bevat de stof fenylethylamine. Die stof zit ook in de hersenen. Mensen die vaak neerslachtig of depressief zijn, hebben waarschijnlijk minder van deze stof. Bij het eten van chocolade zouden die mensen weer vrolijker en opgewekter worden. Naast de fenylethylamine zorgt de geur er ook voor dat men zich goed gaat voelen. Volgens onderzoekers heeft dat te maken met de cannabinoïden die in de chocolade zit. Die stoffen lijken op cannabis, een plantaardige soort drugs waar men heel rustig van wordt. In chocolade zitten ook stoffen die mensen beschermen tegen hartinfarcten. Deze ‘flavonoïden’ maken namelijk schadelijke zuurstofverbindingen in het bloed onschadelijk. Die zuurstofverbindingen zouden een rol spelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. De flavonoïden komen ook voor in andere producten zoals thee, groente, rode wijn en appels. Toch is er een groot verschil: chocolade bevat vier keer zoveel flavonoïden als thee. Pure chocolade bevat zelfs nog meer van deze stof. Hoewel chocolade dus veel goede en beschermende stoffen bevat, zitten er ook minder gezonde dingen in, bijvoorbeeld (verzadigde) vetten. Daarnaast zit er ook veel suiker in, wat slecht is voor de tanden.Soorten en maten chocolade
Chocolade is er in verschillende soorten. Daarnaast wordt chocolade in veel verschillende producten verwerkt. Een opsomming:Soorten chocolade
Er zijn drie hoofdtypen chocolade te onderscheiden: