De vleugelboon: het ultieme multipurpose gewas
De vleugelboon (Psophocarpus tetragonolobus), ook bekend als de goaboon, kecipir (lees: ketjipir), manilaboon en mauritiusboon, is uitermate voedselrijk. Bovendien zijn alle delen van de plant eetbaar. De bladeren kunnen als spinazie worden klaargemaakt, de bloemen worden gebruikt in salades, de knollen kunnen zowel rauw als gekookt genuttigd worden, terwijl de zaden op vergelijkbare wijze als soja kunnen worden gebruikt. Voor kleine boeren en tuinders in tropische streken is deze lekker en mild smakende vleugelboon dan ook het ultieme multipurpose gewas.
Tropische peulvrucht
De vleugelboon is een tropische peulvrucht en komt oorspronkelijk uit Nieuw-Guinea. Het groeit overvloedig in hete, vochtige equatoriale landen zoals de Filipijnen, Indonesië, India, Birma, Maleisië, Thailand en Sri Lanka, maar komt ook voor in Suriname. In Zuidoost-Azië en Papoea-Nieuw-Guinea wordt deze boon op kleine schaal geteeld.
De vleugelboon behoort tot het genus Psophocarpus, een geslacht van zes tot negen verschillende soorten. Soorten van het genus Psophocarpus zijn kruiden die als eenjarige worden gekweekt. Zij hebben knollen en peulen met hun kenmerkende ‘vleugels’. De plant klimt door haar stengels rondom een steun of paal te kronkelen.
Knapperige peulen
De peulen zijn het meest populaire deel van de plant in landen waar de vleugelboon wordt verbouwd. De jonge, onrijpe peulen kunnen - in grote of kleine stukken gesneden - als knapperige groente worden gegeten worden, maar ook gestoomd of rauw. Zij kunnen worden gebruikt in salades, soepen, stoofschotels en curry, gekookt in water of kokosmelk, of gebakken in olie. De smaak van vleugelbonen is vergelijkbaar met die van groene bonen. In Papoea-Nieuw-Guinea worden peulen, die te vezelig zijn om te eten, vaak gestoomd in olievaten (mumu pit) of gebakken in open vuren. Vervolgens worden de zaden en het slijm eruit geschraapt en opgegeten. Als alternatief kunnen de halfrijpe zaden uit de peulen worden verwijderd en als groene erwten worden gekookt. De samenstelling van voedingsstoffen in de jonge peulen verschilt niet veel met de onrijpe peulen van andere peulvruchten. Het gemiddelde eiwitgehalte is 2,4 gram per 100 gram eetbaar gedeelte.
Eiwitrijke bladeren
De verse bladeren bevatten 5 tot 7% eiwit, wat uitzonderlijk goed is voor zachte bladgroenten. Bovendien zijn niet alleen de bladeren eiwitrijk, maar is de kwaliteit van dat eiwit veel beter dat die, welke in de meeste bladeren van andere planten voorkomt. De rauwe bladeren bevatten per 100 gram 1625 vitamine A, 75% vitamine C, 22% ijzer en 22% calcium. Bladeren van de vleugelboon kunnen buitengewoon productief zijn: ongeveer 8.000 kg / ha te in 60 dagen of minder. Dit komt op 135 kg / ha per dag. Deze hoeveelheid is goed voor circa:
- 63.500 calorieën
- 6,75 kg eiwit
- 108 gram calcium
- 2,7 gram ijzer
- 4,1 gram b-caroteen
- en 39,150 mg vitamine C per hectare per dag
Zaden
Eén van de voordelen van de vleugelboon is de mogelijkheid om voedsel te produceren uit verschillende delen van de plant. Haast alle delen zijn eetbaar, zo ook de zaden. Echter moeten deze wel eerst 2 tot 3 uur gekookt worden om trypsine-remmers en hemagglutinine (deze stoffen kunnen de spijsvertering remmen) te vernietigen. Hetzelfde resultaat kan worden bereikt door de zaden ongeveer 10 uren te weken en vervolgens 30 minuten lang te koken. Zaden kunnen net zoals pinda’s worden geroosterd en hebben een voedingswaarde die vergelijkbaar is met die van sojabonen. Gemiddeld bestaan zaden uit ongeveer 35% proteïne en 17% olie.
Blauwe bloemen
Zelfs de bloemen zijn - rauw of gekookt - eetbaar. Zij hebben een hoog eiwitgehalte van 10 tot 15%. De bloemen hebben een zoete smaak vanwege de nectar die ze bevatten. Gestoomd of gebakken hebben ze de kleur en de consistentie van paddenstoelen. Licht gekookt vormen de blauwe bloemen de basis voor een aantrekkelijke garnering. Net als bij de bladeren, blijkt de kwaliteit van het eiwit in de bloemen vrij hoog in vergelijking met eetbare bloemen van andere, beter bekende tropische planten zoals banaan en Sesbania grandiflora (Kembang turi, Agati, Corkwood tree, West Indian pea). Ook de knollen kunnen rauw of gekookt worden gegeten. Ze zijn voedselrijk en bevatten veel eiwitten: 20% eiwit, wat veel hoger is dan bij andere wortelsoorten. Verder bevatten ze per 100 gram 3% calcium en 11% ijzer.
Zelf planten
Wie zelf vleugelbonen wil planten, doet er goed aan rekening te houden met het volgende:
- de plant verdraagt hitte en zure grond, maar is zeer gevoelig voor wateroverlast, vorst en koud weer;
- zaden zijn vaak moeilijk te ontkiemen. Weken in heet water vóór het planten kan de ontkieming helpen bevorderen;
- de meeste soorten hebben lichtperiodegevoeligheden (ze bloeien alleen bij een bepaald aantal lichturen per dag) en dit beperkt een succesvolle teelt van de plant op heel veel plaatsen;
- een goede afwatering is vereist;
- de plant heeft erg veel water nodig: 1500 mm (c 58") voor een goede groei, 2500 mm (95") of meer om topproductie te kunnen leveren;
- de 'vleugels' op de verse vleugelboon zijn erg kwetsbaar, waardoor ze moeilijker te hanteren en te verpakken zijn dan andere bonenvariëteiten.
Pittig recept
De jonge peulen zijn het lekkerst wanneer ze knapperig geroerbakt worden. In Suriname wordt deze groente het liefst pittig klaargemaakt, met zoutvlees, warme vis of gedroogde garnalen. Andere combinaties zijn natuurlijk ook mogelijk. Hier een Surinaams recept van kecipir met zoutvlees.
Benodigdheden
- 20 stuks jonge peulen
- 250 gram zoutvlees
- 1 rode peper
- een halve ui
- 2 teentjes knoflook
- 1 bouillonblokje
- 1 volle eetlepel bruine suiker
- 1 kleine tomaat
- 2 eetlepels (zonnebloem)olie
Bereiding
Kook het zoutvlees uit. Snij het daarna in kleine blokjes. Snipper de ui en snij de knoflookteentjes fijn. Hak de tomaat in stukken. Snij de peper in reepjes en de kecipir in drie grote stukken, of in stukjes van 5 cm. Verhit de olie in een wok en fruit de ui en knoflook tot ze glazig zijn. Doe tomaat, bouillonblokje, peper en suiker erbij en laat even pruttelen. Schep het zoutvlees erdoor en bak voor ongeveer 1 minuut. Doe daarna de kecipir erbij en roerbak op hoog vuur voor ongeveer 3 minuten (ze moeten nog knapperig zijn). Het vuur mag daarna uit. Opdienen met warme rijst. Smakelijk eten!