Kunt u eten leren eten?
Wat mensen wel en niet lekker vinden is heel erg verschillend. Wat we wel en niet lekker vinden ligt een klein deel vast in de genen, maar onze voorkeuren worden vooral duidelijk in ons derde levensjaar. Vooral jonge kinderen, maar ook volwassenen kunnen dankzij herhaling smaken soms leren te waarderen. In dit artikel leest u meer over het leren van eten en smaken.
Natuurlijke smaken
Over de hele wereld zijn veel mensen het met elkaar eens, zoet vinden de meeste mensen lekker. Onze smaken gaan terug in de oudheid. Zoete smaken in de natuur zijn meestal rijk aan energie dankzij suikers. Daarin tegenover zijn er weinig mensen die bitter of zuur lekker vinden, veel giftige planten zijn ten slotte ook bitter van smaak.
Genen
Hoewel smaken niet genetisch vast zijn gelegd kan het wel degelijk aan het DNA liggen of men een bepaalde smaak lekker vind. Iedereen heeft twee varianten van elk gen in zijn lichaam. Als mensen twee keer het bittervariant hebben, zal de smaak bitter zo sterk worden ervaren dat men het niet zal lusten. Heeft men helemaal geen bittervariant, dan zal men niks van bitter proeven. Voor de normale smaak heeft men een bittervariant en een zonder bitter. De smaakreceptoren kunnen dan dus wel hetzelfde werken als bij anderen, maar dan is het toch deels genetisch bepaald dat men bijvoorbeeld niet van spruitjes houd. Zo verbinden we wat we lezen soms ook aan wat we lekker vinden. Als men bijvoorbeeld twee pakjes vis zou krijgen en op de een staat wilde zalm en de andere kweekzalm. Dan zal de wilde zalm voor de mensen staan voor verser waardoor mensen deze waarschijnlijk lekkerder zullen vinden terwijl het dezelfde zalm is. Eigenlijk gelooft men dat het lekkerder is.
Begin jong
Het wennen aan smaken begint al in de baarmoeder. De baby krijgt de smaken binnen die de moeder eet. Wat de moeder tijdens de zwangerschap niet eet zal de baby ook niet kennen. Na de geboorte volgt er eerst vaak een langere tijd moedermelk waardoor het kind bij het eerste echte hapje wellicht weer zal moeten wennen. Moedermelk is zoet van smaak waardoor zoete en milde dingen waarschijnlijk snel geaccepteerd zullen worden. De smaak wordt voornamelijk vastgelegd tijdens het derde levensjaar. Wat een kind op die leeftijd niet lust, vind hij/zij waarschijnlijk later nog steeds niet echt lekker. Kinderen zijn wel heel nieuwsgierig en nemen vaak gedrag van ouders over. Eet dus zelf als ouders zijnde ook gevarieerd en met veel verschillende smaken.
Wennen
Dat we bepaalde smaken dus waarderen of niet waarderen of soms in de genen zijn vastgelegd is bij deze besproken. Toch kan het voorkomen dat men moet wennen aan bepaalde producten. Soms kunnen we bijvoorbeeld een bepaalde smaak zoals zoet wel lusten, maar houdt men toch niet van vla door de substantie. Als kinderen een product meer dan acht keer eten zullen de meeste kinderen het eten uiteindelijk wel waarderen. Dit werkt echter het best op jonge leeftijd.
Overige zintuigen
Proeven doet men niet alleen met de tong, maar ook met de neus en de ogen. Waar de tong 5 smaken waar kan nemen, kan de neus zo'n 10.000 geurstoffen waarnemen. Zo herkennen we aan de geur van rottend eten dat het niet goed voor ons is. Dit maakt ook dat mensen waarvan er iets mis is met het reukvermogen veel minder smaken proeven en eten heel anders ervaren.
Onze ogen bepalen ook deels wat we wel of niet eten. Zo kunnen we aan een tomaat onderscheiden of deze rijp is. Een hamburger op een foto kan ervoor zorgen dat men er heel veel zin in krijgt. Heeft een product een andere kleur dan men gewent is, dan kan het zijn dat diegene ook gaat denken dat het daadwerkelijk anders smaakt. Het klopt namelijk in onze ogen niet, terwijl het wellicht een heel bekend product is met enkel kleurstoffen.