Baskenland: Patxaran, een overheerlijk likeurtje uit Navarra
Op een zonnige dag smaakt een glaasje goed gekoelde Patxaran overheerlijk! Deze likeur uit het Baskenland en meer bepaald uit de streek Navarra wordt gemaakt door sleedoornbessen te laten weken in een anijslikeurtje of -cider gedurende enkele maanden. Patxaran (of pacharan in het Castiliaans) moet jong gedronken worden. Liefst goed gekoeld maar zonder ijsblokjes. Vanwege de geneeskrachtige eigenschappen van de struik worden zowel de bloemen, de bladeren als de bessen verwerkt in kruidenaftreksels, likeuren en geneesmiddelen. Het harde hout wordt gebruikt om gereedschap van te maken. Het zou ook de struik zijn die Doornroosje honderd jaar gevangen hield in haar kasteel.
Patxaran
Oorsprong
Patxaran of pacharan (in het Castiliaans) is een likeur uit het
Baskenland en meer bepaald uit de streek van Navarra. De likeur wordt bekomen door het laten weken van sleedoornbesjes, een soort kleine, wilde pruimpjes, in alcohol of cider met anijs. De naam patxaran is afgeleid van het Baskische basarana wat wilde (baso) pruim (aran) betekent. De likeur is rood of hevig roos. De Patxaran moet helder zijn van kleur, anders is hij niet goed gefilterd geweest.
Hoe en wanneer drinken
Patxaran moet jong gedronken worden, niet ouder dan twee à drie jaar. De drank moet flink gekoeld gedronken worden, dus uit de ijskast of uit de kelder. Aangeraden wordt om er geen ijsblokjes aan toe te voegen, omdat zo de smaak van de likeur en het fruit zou verwateren. Omdat de drank de spijsvertering bevordert, kan men hem best op het einde van de maaltijd drinken. Toch best opletten: het is een erg zoete drank die vlotjes binnenglijdt. Maar o wee daarna! Jij krijgt er heel makkelijk een kater van en door zijn laxerende eigenschappen zou het wel eens kunnen dat je 's anderendaags veel tijd op het toilet doorbrengt! In Navarra is er een commisie, de Consejo regulador del Pacharan Navarro die moet toezien op de produktie, het bottelen en de kwaliteit van de Patxaran.
De sleedoorn- of zwartdoornstruik
De Prunus Spinosa L. is een erg stekelige struik, die 4 tot 6 meter hoog kan worden en wel honderd jaar oud. De doornen kunnen tot 4 cm groot zijn. Het hout is heel hard. Het wordt gebruikt om handvaten van gereedschap van te maken. In de oorspronkelijke versie van Doornroosje zou de haag een muur van sleedoornstruiken zijn geweest, en niet van rozenstruiken zoals later werd beweerd. Je vindt de sleepruim vooral in kalkrijke bodems. De bloempjes zijn klein en wit. De sleepruimpjes zijn blauw-zwart, klein en heel bitter. Men kan ze zo niet eten. Basken beweren dat je gek zou worden van de pitten. De bessen worden pas bruikbaar wanneer de vorst er is over gegaan. De Prunus Spinosa is de voorvader van onze pruim. Met de wortels, de bladeren en de bloemetjes kunnen kruidenthee en medicijnen worden gemaakt. De sleedoorn komt voor in zowat heel Europa in zijn wilde vorm. Bij ons vind je sleedoornstruiken in de Voerstreek, de Ardennen en de
Eifel. Sinds 1997 is men in Navarra begonnen met het gecontroleerd kweken van de struik.
Geschiedenis
Middeleeuwen
Vast staat dat deze drank al gekend was in de Middeleeuwen. Uit bronnen heeft men kunnen afleiden dat deze drank werd geserveerd op het huwelijk van Gonofre de Navarra en Dona Teresa de Arellano in 1415. Ook heeft men kunnen achterhalen dat de koningin Blanche Ire de Navarra in 1441 in het klooster Santa Maria de Nieva Patxaran consumeerde voor zijn geneeskrachtige eigenschappen toen ze ziek werd.
Familiale aangelegenheid
De Patxaran werd vroeger vooral in familiekring gebrouwen. Eind september, begin oktober trokken de bergbewoners de bergen in op zoek naar de pruimen. De basis voor de patxaran was anijslikeur uit Asturië waarin de sleedoornbessen minstens vier maanden werden geweekt. Velen gaven er een persoonlijke touch aan door er koffiebonen, laurierbladeren, kamille,
klaprozen, kaneel of zelfs brandy aan toe te voegen. Soms wordt er ook cider aan toegevoegd. De drank was lange tijd enkel bekend in de streek van Navarra.
Bescheiden verspreiding
Later, zo rond het einde van de 19de eeuw, namen soldaten de drank mee naar huis in andere delen van Spanje en zo raakte de drank ook in andere streken van Spanje bekend. De drank was daar gekend onder de naam "licor de Zoco", omdat het een van de eerste merken was die werd uitgevoerd. Rond het midden van de 20ste eeuw werd de drank in fabrieken geproduceerd en nu wordt hij zeer gepromoot door restaurantuitbaters. Momenteel zijn er zo'n hondertal merknamen. Al naargelang de soort kan de Patxaran zuurder of fruitiger zijn. De huisvariant van de Patxaran wordt nu semi-ambachtelijk bereid: de anijslikeur wordt aangekocht. Buiten de Spaanse grenzen is de drank weinig bekend en hij is nog erg moeilijk te vinden in onze contreien. In Brussel kan je hem vinden in Spaanse winkels in Sint-Gillis of in de buurt van het Zuid-station en bij Vinos Granada in Laken. In Antwerpen bij de Spaanse winkeltjes bij de oude haven of bij Bernard y Hijos.
Geneeskrachtige eigenschappen
De wilde pruim bevat veel vitamine C en werkt versterkend en adstringerend (trekt de bloedvaten samen). Zij is ook goed om de maag te versterken. De bloemetjes van de struik zijn vocht afdrijvend en laxerend. Zij worden vooral gedronken als kruidenaftreksel. De pruimenlikeur behoedt tegen hart- en bloedvaatkwalen en verlicht ouderdomskwaaltjes. Verder heeft het een kalmerend effect op het zenuwstelsel. De bessen zijn op hun best wanneer de vorst er is over gegaan. De bladeren worden gebruikt als pijptabak.