Tuinbonen oogsten en verwerken

- De plant
- De bloem
- De vrucht
- Gezondheid van tuinbonen
- Het oogsten, schoonmaken, blancheren en een voorraad van tuinbonen
- Dubbeldoppen
De plant
De tuinboon of labboon (Vicia faba) behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae).De bloemen laten ook duidelijk zien dat de tuinboon bij de vlinderbloem hoort.

De bloem
De vlinderbloem achtigen bestaan uit vijf kroonbladeren. Het grootste kroonblad heet de vlag, de twee kroonblaadjes heten zwaarden en de twee kroonbladeren, die onderaan de voet met elkaar vastzitten als een bootje, heten de kiel. Bij de tuinboon is de kiel gedecoreerd met een zwarte ‘veeg’. Tuinbonen werden al ver voor Christus, in het Middellands zeegebied gegeten. Pas in 1492 komen de eerste meldingen dat ook in Europa de tuinboon genuttigd werd. De tuinboon wordt elk jaar gepoot óf eerst in de kas (februari) of meteen in de vollegrond (maart, april). De tuinboon kan tot een hoogte groeien van 70 tot 140 meter hoog. Ondersteuning is dan raadzaam, zeker wanneer de vrucht begint te groeien en zwaar wordt. Vanaf mei zullen de tuinbonen gaan groeien en vanaf half juni kan er geoogst worden. Net als andere vlinderbloemigen heeft de tuinboon stikstofwortelknolletjes op de wortels.De vrucht
De vrucht van de vlinderbloemfamilie heet peul. Peulen zoals van:- erwten;
- sperziebonen;
- peultjes;
- Sugar snaps.
Gezondheid van tuinbonen
Ze zijn allereerst gewoon lekker zijn, voor wie er dol op is. Je proeft de zomer op en top. Zonder toevoegingen of met bonenkruid. Maar ze zijn ze ook gewoon gezond. Tuinbonen zijn rijk aan veel voedingsstoffen zoals B-vitaminen en mineralen zoals ijzer, calcium, fosfor en mobyleen. En tuinbonen kunnen dienen als vleesvervanger.
De tuinboon heeft veel zeer gezonde voedingstoffen zoals:
- calcium;
- ijzer;
- fosfor;
- kalium;
- koper;
- magnesium;
- zink;
- natrium.
Vitamines
Tuinbonen bezitten de volgende vitamines:
- A;
- B1, B2, B6;
- B11 (foliumzuur);
- C.

Het oogsten, schoonmaken, blancheren en een voorraad van tuinbonen
Tuinbonen zijn de zaden die in de peul zitten. Er zitten 2 tot 7 zaden in een peul (een beetje afhankelijk van het soort tuinboon). Jonge, niet te grote zaden zijn het lekkerst met hun zachte, volle smaak. Pluk de tuinbonen wanneer de vruchten (en ook de zaden) nog jong zijn. De peulen waar de tuinboontjes inzitten bevatten looizuur. Peulen waar de tuinbonen in liggen met de navel of hilum aan de zaadlijst in de peul vast zitten. Looizuur kleurt de handen zwart.Mensen eten ook de schillen van de jonge verse peulen. Pluk de bonen en neem de tijd om de tuinbonen te doppen. Het doppen van de tuinbonen gaat het gemakkelijkst om met de nagel van de duim, de midden naad van de tuinboon eraf te halen en de boontjes eruit te halen. De ene keer gaat de boon gemakkelijker eruit dan de andere boon. De oogst niet mee wachten maar meteen verder verwerken. Laat een grote pan met water koken en wanneer het kookt, blancheer daar de tuinbonen een minuut in. Koel af met koud water, laat even staan en dan de diepvries in.