Franse culinaire termen en hun betekenis
Wie in Frankrijk op de gok iets van de menukaart bestelt, komt soms voor (nare) verasseringen te staan. Hier vind je een lijst met de belangrijkste culinaire begrippen. Handig om uit te printen. Zo kun je op vakantie met een gerust hart cervelles bestellen. Als je ervan houdt tenminste. Bon appétit!
agneau: lamsvlees
aile de poulet: kippenvleugel
aïoli: mayonaise met knoflook
andouille of andouillette: braadworst gemaakt van varkensdarmen
artichaut: artisjok
assiette: bord of schotel
assaisonnement: met kruiden op smaak gebracht
assortie: gesorteerd
au choix: naar keuze
au gratin: gegratineerd
barquettes: deeg in de vorm van een bootje
basilic: basilicum
batavia: slasoort
bavette: rundvlees
bette of
betteraves: bietjes
bien cuit: doorgebakken
blanc: wit vlees (van bijv. kip)
boeuf: rundvlees
boissons: dranken
boudin: bloedworst
bouillabaise: vissoep
braisé: gesmoord
brochette: spies
cabillaud: kabeljauw
cailles: kwartels
canard: eend
cantaloup: meloensoort
carpaccio: dun gesneden plakjes rundvlees met een dressing
cassoulet: gerecht met witte bonen, varkens- of ganzenvlees en worstjes
cepes: paddenstoelensoort
cervelas: cervelaatworst
cervelle: hersentjes
charcuterie: verschillende soorten worst
chèvre: geitenkaas
chevreuil: ree
chicoreé: witlof
chou: kool
choucroute: zuurkool
ciboulette: bieslook
clafoutis: taart van luchtig deeg met fruit
cochon: varken
confit: ingemaakt (ganzen of eenden)vlees
coq: haan
coquilles: schelpdieren
coulis: vloeibare puree
crabes: krab
crème brulée: puddingachtig nagerecht met een knapperig laagje gekarameliseerde suiker
crepinettes: varkensworstjes
crevette: garnaal
croustade: korst van deegwaren, aardappelen of brood
crudités: verschillende soorten rauwkost
cuisses de grenouille: kikkerbilletjes
datte: dadel
diable: pittig gekruide saus
dinde: kalkoen
duchesse: aardappelgarnituur
échalote: sjalot
endive: andijvie
époule: schouderstuk
escargots: slakken
estoufade: stoofschotel
faisan: fazant
farcie: gevuld
faux-filet: biefstuk
fenouil: venkel
fique: vijg
filet mignon: biefstukje
fines: oesters
flet: bot
flétan: heilbot
foie: lever
fricassée: soort blanke ragout
fromages: kazen
fruits de mer: verschillende soorten zeevruchten
galette: wafel
garbure: stamppot
gésiers: kippenmaagjes
gibier: wild
gratin: gegratineerd
grenouille: kikker
grillé: gegrild
grive: lijster
groseille: aalbes
hachis: gehakt (vlees of groenten)
hareng: haring
hochepot: groentestamppot
hors-d' oeuvre: voorgerecht
huile: olie
huîtres: oesters
îles flottante: nagerecht van vanillecrème met eiwitbolletjes
jambon: ham
jarret: schenkel
julienne: dunne reepjes groenten of fruit
laitue: sla
langoustines: zeekreeftjes
langue: ossentong
lapin: konijn
lardons: spekjes
légumes: groenten
lieu: zeesnoek
lièvre: haas
lotte de mer: zeeduivel
loup de mer: zeewolf
macédoine: groenten of fruit in kleine blokjes gesneden
magrets de canard: eendenborstfilets
maronnes: tamme kastanjes
merlu: koolvis
meurette: wijnsaus
miel: honing
mollusques: weekdieren
morilles: paddenstoelensoort
moules: mosselen
mouton: schapenvlees
museau: hoofdkaas
myrtille: blauwe bes
navet: knolletjes, raapjes
nids: nestjes
noisettes: kleine ronde stukjes vlees
oeuf: ei
oie: gans
oreilles de porc: varkensoren
oseille: zuring
papillotte: in aluminiumfolie gestoofd
parfait: bolletje ijs vermeng met slagroom
parfums: ijssmaken
pâte: pasta
paupiette: blinde vink
pavé de boeuf: dik stuk rundvlees
pied de cochon: varkenspoot
pigeon: duif
pintade: parelhoen
poireaux: prei
pois: doperwten
poivron: paprika
porc: varkensvlees
potage: gebonden soep
potée: stoofpot
poulet: kip
pruneau: gedroogde pruim
quenelles: balletjes van fijngemalen (kippen)vlees of vis
quetsche: pruimensoort
queue: staart
radis: radijs
rapé: geraspt
repas: maaltijd
rillettes: vleespastei met reuzel
ris de veau: kalfszwezerik
riz: rijst
rôti: gebraden vlees
rosette: boerenmetworst
salé: gezouten vlees
sang: bloed
sanglier: wild zwijn
saumon: zalm
sauté: stukjes vlees gebraden
sole: zeetong
steak tartare: rauwe tartaar (koud geserveerd) vermengd met eierdooier, augurkjes, kappertjes, etc.
tendron: kalfs- of runderborst
terrine: paté
tête de veau: gekookte kalfskop
thon: tonijn
tripes: pens
trompettes de morts: paddenstoelensoort
truffes: truffels
truite: forel
veau: kalfsvlees
vinaigre: azijn
vol-au-vent: bladerdeegpasteitje
volaille: gevogelte