Alternatieven voor vlees
Je hebt als mens de keus om vlees te eten of dit niet te doen. Deze afweging is voor de meeste mensen niet moeilijk om te maken, maar voor anderen juist weer wel. Degene die besluiten om dit niet te doen, zullen zich vaak vinden in het eten van alternatieven voor vlees. In het volgende artikel worden verschillende alternatieven van vlees behandeld (niet de productnamen). Daarnaast komen er ook nog wat algemene zaken aan bod over het wel of niet eten van vlees. Wat voordelen en nadelen worden gegeven. Het is dan aan jou om de afweging tussen beide te maken.
Biologisch vlees
Er zijn enkele alternatieven voor het vlees uit de
bio-industrie. Ten eerste is er het biologische vlees. Hierbij mogen de dieren buiten lopen en houdt de boer rekening met het behouden van het oorspronkelijke landschap. Hij maakt geen uitgestrekt weiland, maar laat door de weilanden slootjes lopen en er staan bomen waar het vee onder kan schuilen voor felle zon en voor de regen. Bij
biologisch vlees worden minder meststoffen gebruikt, waardoor er minder vermesting plaatsvindt. Ook worden er geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. Tevens is een belangrijk verschil dat de dieren meer ruimte krijgen en buiten kunnen lopen. Dit zijn dus vier goede redenen waarom het beter is voor dier en milieu. Er is echter ook een minpunt, want er is meer land nodig voor biologisch vlees. In andere werelddelen zoals Zuid-Amerika lopen de meeste dieren (vooral runderen) al buiten, maar daar wordt verder geen aandacht geschonken aan het milieu.
Vleesvervangers
Als tweede alternatief is er de vleesvervanger. Dit is niet gemaakt van ‘echt’ vlees maar van groenten en van plantaardige voedingsstoffen. In vergelijking met plantaardige eiwitbronnen, zorgt de varkensindustrie voor 61 keer meer verzuring en 6,4 keer meer broeikasgas. Er is 3,3 keer meer kunstmest en water, 1,6 keer meer onkruidverdelgingsmiddel en 2,8 keer meer landoppervlakte nodig. Bij dit alternatief worden er helemaal geen dieren geslacht. Dit zorgt ervoor dat de dieren geen leed meer ondervinden. Dit zijn over het algemeen de beste opties voor de
vegetariërs.
Vleesvrije dag
Er gaan ook stemmen op van dierenwelzijnorganisaties en van de Partij voor de Dieren, voor een vleesvrije dag. Hierop zouden restaurants geen vlees mogen serveren. Dit zou volgens hen een hoop leed schelen voor de dieren. Voor het milieu is het een goed initiatief, want als er minder vlees wordt gegeten is er ook minder schade aan milieu en klimaat. Wat niet gebruikt wordt hoeft ook niet geproduceerd te worden. Dit lost niet het hele probleem op maar zou in combinatie met de andere twee alternatieven veel kunnen helpen. We kunnen ook met heel de bevolking één dag in de week geen vlees eten. Dit kan je echter niet verplichten of controleren. Maar als iedereen hier wel aan mee zou werken, zou dit 3,2 megaton CO2. Dit is bijvoorbeeld het dubbele van de besparing als je alle gloeilampen in Nederland vervangt door spaarlampen. Of als je één miljoen auto’s van de weg haalt, bespaart dit ook 3,2 megaton CO2. Meerdere dagen zonder vlees bespaard uiteraard 3,2 megaton keer het aantal dagen.
Als je geen vlees eet, is het belangrijk dat je nog wel genoeg eiwitten binnen krijgt. Hier kan je voor zorgen door bijvoorbeeld voldoende groente, fruit, brood, aardappelen, graanproducten, peulvruchten, zuivel, eieren en eerder genoemde vleesvervangers te eten. Dit kost natuurlijk ook water en levert milieubelasting op maar zoals onder het kopje “
vleesvervangers” vermeld, is dit in vergelijking met varkensvlees veel minder.
Geen vlees, iedereen te eten
Naast alle nadelen van vlees voor het milieu zijn er ook nog nadelen voor de mens. Als dieren ziektes hebben, kunnen deze ook terechtkomen in de mensen die het vlees eten. Niet alle ziektes kunnen ook op mensen overgedragen worden maar het vormt wel een risico voor de mensen. Niet alleen mensen die vlees eten, ondervinden hier nadeel van. Arme mensen die bijna geen eten hebben, zien hun eten naar de in rijken landen gaan. Zoals eerder vermeld gaan er in vlees meer eiwitten dan een mens eruit haalt. Daarnaast wordt 40% van al het graan in de wereld aan het vee gevoerd. Uit onderzoeken is gebleken dat er geen honger meer hoeft te zijn in de wereld. Het enige wat hiervoor hoeft te gebeuren is dat niemand meer vlees eet. Eigenlijk is vlees eten dus gelijk aan mensen honger laten lijden.
Per Nederlander is er 1,2 hectare landbouwgrond nodig om hem te kunnen voeden (dierlijk en plantaardig). Dit terwijl er per wereldburger maar 0,2 hectare beschikbaar is. In Nederland is 1,3 miljoen hectare bezet voor het produceren van vlees. Daarnaast wordt er in het buitenland, en dan vooral derdewereldlanden, nog eens 6 miljoen hectare gebruikt voor het produceren van ons vlees.